Zomaar uit het
niets presenteerde dEUS hun nieuwe cd Following
Sea enkele weken geleden via internet. De VPRO bleef niet achter en
kondigde een uniek en besloten concert van de Belgische band aan voor een paar
honderd man in People’s Place te Amsterdam. Op
11 juni om 3voor12 (!) werd een link
actief via welke je aan gratis kaartjes kon komen. Drie minuten later waren
alle kaartjes weg…
Het is natuurlijk niet de eerste keer dat dEUS op
promotionele wijze zo’n apart concert geeft in Amsterdam. Ik heb er al twee mee
mogen maken. Op 20 augustus 1996 wordt er door hun platenlabel Island een launchparty
in de Roxy georganiseerd ter gelegenheid van het album In A Bar Under The Sea dat een maand later zal verschijnen. Ook een
aparte venue, waar ik voorheen en sindsdien nooit meer een concert heb gezien.
De volgende showcase was op 11 september 2005. Een ook al door 3voor12
georganiseerd concert ter promotie van het album Pocket Revolution , in de middag dit keer en in voormalig
filmtheater Desmet.
Nu dus opnieuw een leuke actie waarbij we ons op 26 juni 2012
in een lange rij voor de zaal - die ik niet ken – op de Stadhouderskade bevinden,
waarvan de deuren om acht uur open zouden moeten gaan omdat het concert om half
negen zou moeten gaan beginnen. Ha! We staan zeker nog een minuut of veertig te
wachten voordat mijn naam op een lijst wordt geverifieerd en we naar binnen
mogen. Het onderkomen is eigenlijk in
drieën verdeeld. Bij binnenkomst kun je linksaf naar het grote bar/café/lounge
gedeelte. Ruim opgezet met hoog plafond. De ruimte wordt ineens heel benauwd
als je iets verder doorloopt en het plafond drastisch is verlaagd voor een
meter of tien. In deze tussenruimte staat een mengtafel en er is nog een plek waar
je drinken kan kopen. Aan dat lage plafond hangen getinte spiegels die het zeventiger
jaren gevoel dat je hier krijgt nog even benadrukken. Daarna begint de
eigenlijke zaal die breder lijkt dan dat die diep is. Er staat een enorme paal in
het midden die het zicht op het podium voor vele bezoekers zal hinderen. Heel
irritant. Terug bij de ingang kun je ook direct rechtdoor lopen, de trap op
naar boven, met de wc’s, twee hangplekken, de garderobe en een klein smal stuk
balkon in hoekvorm vanwaar je ook weer wat belemmerd (door die paal) zicht hebt
op het podium.
We nestelen ons linksvoor, aan een statafel met drie
waxinelichtjes (en later massa’s glazen die niet meer worden opgehaald), met
goed zicht op het gehele podium, maar wel redelijk dicht bij drie knotsen van
boxen. Met de oordoppen ingeschroefd wordt de band pas om een uur of half tien aangekondigd.
Tom Barman begroet ons en beloofd een handvol nieuwe nummers en een handvol nòg
nieuwere nummers. Klaas, Tom, Mauro en Alan staan zoals altijd op één lijn
vooraan met daarachter Stephane en een toevoeging in de vorm van een percussionist
(Amel Serra?) die als enige wordt geïntroduceerd. Het valt direct op dat het
podium slecht is verlicht. Er vinden projecties plaats die slechts tweederde
van het podium bestrijken, waardoor Mauro en Alan opgeslokt worden door de
duisternis. Het geluid is erbarmelijk op de plek waar wij staan. Veel te hard
(de haren op mijn arm staan te dansen, mijn broek staat te trillen) en vooral
bij de nieuwe nummers - het merendeel van de set – donker en brijerig. Nu moet
ik eerlijk bekennen dat ik er tijdens een concert in de Melkweg in 2008 achter
kwam dat er een te groot gat zat tussen wat ik ooit leuk vond aan hun muziek en
de weg die ze sindsdien zijn ingeslagen. Dat wordt me vanavond eens te meer
duidelijk. Veel van hun liedjes klinken me veel te gezapig, weinig avontuurlijk
en erg film noir (Quatre Mains) in de
oren, waardoor ik het gevoel heb dat het maar een beetje voortkabbelt. Ik ben
me bewust van deze zeer subjectieve beleving die met smaak te maken heeft. Toch
vraag ik me af hoeveel mensen hier naartoe zijn gekomen die het nieuwere werk
net zo waarderen als het oude. Of is het toch de fameuze naam van de band (en
waar die eens voor stond) die alleen daarmee al nog steeds volle zalen trekt? Een
uur geleden hoorde ik achter mij in de rij voor de deur iemand zeggen dat hij
nog snel even de laatste twee albums van de band heeft beluisterd, om op de
hoogte te zijn van wat ze hebben gemaakt. Het voorlaatste album weet hij niet
eens bij naam te noemen…
Verder met het concert, waarin toch ook enkele oude nummers
voorbij komen, zoals Instant Street
en Fell Of The Floor Man die het
energiepeil in de zaal toch even omhoog schroeven. Maar ook hier valt er wat te
klagen. Het prachtige Little Arithmetics moet
licht zijn, huppelen en sprankelen als een prille liefde. Hier klinkt het wat
log, alsof men in een moeras vast zit en elke stap grote moeite kost. Daarbij
zijn de verschrikkelijke orgelklanken een doorn in het oor. Dit oordeel heeft
overigens niets met het slechte geluid te maken, want we zijn ondertussen al de
hele zaal door geweest om onze oren en armharen wat rust te gunnen om dus
minder zicht maar beter geluid tot ons te kunnen nemen. Het beste geluid is eigenlijk
op dat balkon, waar maar enkele mensen passen. Na een uur geeft de groep één
toegift, Morticiachair. Het staat in
schril contrast met de songs van hun laatste paar cd’s en geeft me een gevoel
van weemoed. Maar ook een gevoel dat ik hier eigenlijk niets te zoeken had,
helaas. Ik moet accepteren dat dingen veranderen, loslaten wat geen waarde meer
voor me heeft, zodat ik overtollige ballast kan dumpen en plaats vrij maak voor
dingen die me hier en nu boeien. Een wijze les…