dinsdag 30 december 2014

Predestination


“We were born to do this job”. Het werk is dat van ‘Temporal Agent’, een speciale agent die in de tijd reist om misdaad te voorkomen voordat die gepleegd gaat worden. Looper meets Minority Report of zoiets. De agent gaat terug naar de jaren zeventig, alwaar in New York de zoveelste aanslag van de zogenaamde ‘Fizzle Bomber’ plaats zal vinden. In een bar raakt hij aan de praat met een man die hem zijn levensverhaal vertelt. Een lang verhaal, bijna een monoloog, waarbij je als kijker denkt, waar gaat dit naar toe, waarom hoor ik dit allemaal, wat voor nut heeft dit… Het verhaal op zich is intrigerend en aangrijpend, maar blijkt ook een groter nut te dienen in deze film, die tijdreis voor tijdreis iets meer prijsgeeft van hoe de vork in de steel zit. Veel meer dan dit wil ik niet verklappen, behalve dat je geduld moet hebben, de nadruk op het verhaal ligt en niet de actie, maar dat je een gigantische mindfuck staat te wachten die je nog lang na deze film bezig zal houden.


Kennelijk werd deze Australische film niet goed genoeg bevonden voor een bioscooprelease en is hij deze maand direct op DVD/Blu-ray verschenen. De belangrijkste rollen worden gespeeld door Ethan Hawke en Sarah Snook (Jessabelle). Misschien had er iets meer gezeten in de manier waarop het verhaal wordt gepresenteerd, maar voor mensen die altijd al een antwoord wilden hebben op het vraagstuk van de kip en het ei is dit een fantastische visie die niet onopgemerkt mag blijven. 

A'dam - E.V.A


(2e seizoen, 8 afleveringen, 50 min, IMDb 8,1)

Wat zalig dat deze serie weer verder gaat. Dat die super lieve, zachtaardige Adam (Teun Luijkx) en de heerlijk eigenwijze en chaotische Eva (Eva van de Wijdeven) weer samen gaan wonen. Dat er een kindje in hun leven komt. Dat Harm-Jan (Rick Paul van Mulligen) veel scènes steelt zonder de show naar zich toe te trekken. Dat die mooie eindtune steeds hetzelfde en toch anders is. Dat er elke aflevering individuele verhalen voorbij komen die onderling weer gelinkt zijn. Dat de alledaagse zaken van de stad toch zo apart kunnen zijn, waardoor alles zo herkenbaar en dichtbij voelt, maar ook nieuw en verrassend. En dat allemaal in die stad die in volle glorie, met al zijn facetten en verschillende inwoners in beeld komt. Vanuit alle hoeken en gaten, daken en stegen, kanalen en de hemel, volkstuin en woonboot, kantoren en straten, buurtplein en crèche... Amsterdam!


Net als de stad is de serie een werk in uitvoering dat van mij eindeloos door mag blijven gaan. Seizoen 3 staat voor 2016 gepland.

[REC] 4: Apocalipsis


Ben je eigenlijk wel benieuwd wat er na [REC] gebeurde? Nou, de makers van de succesvolle serie films dachten ook dat dit wel een goed uitgangspunt zou zijn voor hun vierde in de reeks over bloeddorstige zombies die via een snel overdraagbaar virus niet na kunnen laten wat wij zo graag willen zien: happen in andere mensen. Dus keren we even terug naar dat gebouw in een explosieve scène waar Ángela achter bleef en nu toch gered gaat worden door een brandweerman, waarna beiden (met nog een bekende) terecht komen op een groot schip alwaar ze in quarantaine worden gehouden. Natuurlijk is er een geheimzinnig laboratorium aan boord, is er stroomuitval en zijn mensen nieuwsgierig, waardoor het niet lang duurt voordat een nieuwe uitbraak van het virus zorgt voor een pandemonium aan boord van het schip. Poorten worden gesloten, deuren gebarricadeerd, wapens worden ter hand genomen en het feest kan beginnen.


Hoewel alles aanwezig is voor een leuke fuif, wil het maar niet gaan knallen. Het flinterdunne verhaal werkt tegen de film en is ook niet eens origineel. De actie komt met korte stoten en lijkt in het niets op de niet aflatende en steeds opbouwende gekte uit het origineel. Zelf met het schip als locatie wordt nauwelijks iets gedaan. Een gevoel van isolement en benauwdheid ontbreekt, om over een gevoel van angst nog maar te zwijgen. Over het geheel genomen krijg je zelfs het idee dat de ‘zombies’ slechts bijzaak zijn. Dat zou nog niet zo’n probleem zijn als de personages iets te bieden hadden, maar ook daarin faalt de film. [REC] eindigt met een grote troef die hier op enge en claustrofobische wijze een hoofdrol had kunnen vervullen. Dat is helaas niet het geval. [REC] 4: Apocalipsis is veruit de slechtste in het rijtje van vier en gaat kopje onder tussen alle andere doorsnee zombiefilms.

The Fall


(2e seizoen, 6 afleveringen, 60 min, IMDb 8,2)

Na het uiterst spannende 1e seizoen pikken we de draad van het onderzoek naar de ‘Belfast Strangler’ op. Detective Superintendent Alice Monroe (Gillian Anderson) was zo dichtbij en toch zo ver weg. Ze heeft de moordenaar aan de lijn gehad, maar voor hem was dat onderdeel van het spel dat hij aan het spelen is. In dit tweede seizoen gaat het om de losse eindjes die Paul Spector (Jamie Dornan) heeft liggen en die hij aan elkaar probeert te knopen om Monroe te ontlopen. Het wordt dus nóg persoonlijker, waarbij hij een dubbelrol aanneemt van zowel vriend als vijand. Hoewel hij alles tot in de puntjes controleert wordt het spel dat hij speelt steeds gevaarlijker. Voor Monroe is de kleinste aanwijzing van groot belang en hoewel ze onder vuur ligt vanwege haar affaires met (getrouwde) collega’s laat ze zich niet van de wijs brengen.

Dit is geen pief paf poef serie, maar op uiterst realistische wijze wordt hier politiespeurwerk verricht en worden alle decorum ten aanzien van bijvoorbeeld een plaats delict in acht genomen. Monroe heeft de leiding in het onderzoek, maar probeert ook afstand te bewaren om emotionele betrokkenheid te voorkomen. Het is zeer subtiel gedaan hoe zij reageert op iets wat de moordenaar heeft en zij ontbeert: iemand die onvoorwaardelijk van haar houdt. Spector weet ondertussen op griezelige wijze meer over haar te weten te komen en het kan niet anders komen dan tot een confrontatie tussen beiden in de anderhalf uur durende laatste aflevering, waarin de fascinatie voor elkaar duidelijk wordt en de ‘dans’ tot een hoogtepunt komt.

Beide rollen worden voortreffelijk gespeeld. Hij is indringend, arrogant, ongenaakbaar, zelfvoldaan, vertrouwenwekkend, beheerst en zeer angstaanjagend. Zij is onaantastbaar en fragiel tegelijk, zakelijk, obsessief, mysterieus en aantrekkelijk.

Een zeer knappe, realistische en uiterst spannende serie die ook nu nog niet ten einde is, alhoewel nog niet vast staat of en wanneer het derde seizoen er komt. Gillian Anderson schijnt er zin in te hebben, maar het vraagteken komt van Jamie Dornan, die binnenkort door zou kunnen gaan breken met zijn hoofdrol in een film waar veel (vrouwen) naar uit kijken: Fifty Shades Of Grey.


The Affair


(1e seizoen, 10 afleveringen, 60 min, IMDb 8,0)

‘Happily married with kids’, dat is Noah. Hij is onderwijzer en bezig aan een tweede boek. Met het hele gezin gaan ze naar zijn steenrijke schoonouders die een groot huis aan de kust (Hamptons) hebben. Daar ontmoet hij Alison. “Why don’t you tell me how it began” hoor je iemand in een voice-over zeggen. Noah vertelt dus zijn verhaal, maar halverwege de aflevering verschijnt de naam Alison in beeld en krijgen we haar versie van het gebeurde te zien. We leren haar kennen en het leven met haar man dat overschaduwd wordt door een verschrikkelijke gebeurtenis. Ze werkt als serveerster in een restaurant waar zij hem, Noah, voor het eerst ontmoet. Ook al vechten ze er tegen, de aantrekkingskracht en lust tussen beiden is onvermijdelijk en Noah en Alison krijgen een affaire, die grote gevolgen heeft voor henzelf en de mensen om hen heen.

Deze serie is fantastisch, om meerdere redenen. Allereerst wordt het hele proces van de affaire met al die gevolgen van dien op zeer volwassen, intelligente en overtuigende manier in beeld gebracht. Daarnaast zijn alle personages heel goed uitgediept, waardoor er niet zo snel over goed en fout valt te praten. Speciaal is het feit dat het geheel van twee kanten wordt belicht. Zijn visie en de hare, die elke keer wat verschillen. Soms zijn die verschillen groot (het initiatief komt bijvoorbeeld opeens van de ander), soms klein (andere kleding of haar los). Daarbij leer je van beide kanten zaken die je vanuit één enkel perspectief nooit te weten was gekomen (zie ook The Disappearance Of Eleanor Rigby). Wat dit geheel dan nog extra speciaal maakt is het feit dat beiden de gebeurtenissen eigenlijk achteraf vertellen, en wel aan de man van de voice-over die ik noemde, wat een agent blijkt te zijn die onderzoek doet naar een ernstig delict dat is gepleegd. Het geeft het geheel een extra lading, maar je gaat je ook afvragen of de herinneringen wellicht met opzet verschillen van elkaar.

Het verhaal zit zeer goed in elkaar en gaat (in tijd en onderwerp) verder dan je zou verwachten, waardoor het nog volmaakter wordt. Oorzaak en gevolg. Daarbij zit het qua emoties vrij complex in elkaar en gaat het af en toe vrij diep. Het mysterie van de misdaad die gepleegd is speelt slechts op de achtergrond een rol, maar is wel van groot belang voor het geheel.

Aan de ene kant vind ik het jammer dat de serie niet binnen tien afleveringen wordt afgerond, aan de andere kant ben ik blij dat er een vervolg komt…

De serie is zeer goed ontvangen en er zijn Golden Globe nominaties voor de serie zelf en de hoofdrolspelers, Dominic West en Ruth Wilson (die de serie Luther wat extra smaak gaf en de reden is waarom ik The Affair ben gaan kijken). En als er een ‘best original song – tv series’ categorie bij die Globes zou zijn, dan had Fiona Apple met gemak kunnen winnen.

I was screaming into the canyon
At the moment of my death
The echo I created
Outlasted my last breath

My voice it made an avalanche
And buried a man I never knew
And when he died his widowed bride
Met your daddy and they made you

I have only one thing to do and that's
To be the wave that I am and then

Sink back into the ocean

dinsdag 23 december 2014

Blaudzun – Paradiso Amsterdam, 19 december 2014


Mijn eerste kennismaking met Blaudzun was via De Wereld Draait Door. Hij speelde het nummer Shout van Tears for Fears en de uitvoering door deze rare kwibus kwam me nogal geforceerd en pathetisch over. Geen reclame dus om zijn eigen werk eens uit te checken, waardoor het een flinke tijd heeft geduurd voordat ik er achter kwam dat ’s mans eigen werk wel degelijk de moeite waard is.


Precies op ons 25 jarig huwelijks jubileum staan we op de trappen van de poptempel waar we gisteren ook al waren. We zijn het tweede duo dat staat te wachten. Over een half uur gaan de deuren open en we willen een goede zitplek, dus komen we op tijd. We raken in gesprek met de dame en heer die Blaudzun al enkele malen eerder hebben gezien en wij geven toe dat we Blaudzun maagden zijn wat dat betreft. De verhalen die vooral de spraaklustige dame ons vertelt over de optredens in Paradiso beloven veel voor vanavond. Als om zeven uur de deuren open gaan staat er ondertussen al een flinke rij mensen achter ons, waarvan de meeste eerste binnenkomers direct een stoel op het balkon veroveren. Dus dat half uurtje in de kou was niet voor niets. Wat meteen opvalt is dat de zaal heel mooi ‘versiert’ is met vier grote kroonluchters en een enorme discobal die stil staat en waarop diverse kleuren licht weerkaatsen en de gehele ruimte voorzien van lichtpuntjes die je het gevoel geven in een sterrenstelsel te staan. De sfeer zit er direct goed in.


Het voorprogramma is een bandje genaamd The Indien. Ze maken sferische muziek die gestoeld is op muziek uit de jaren zestig (inclusief orgeltje), maar dan een modernere versie dus. Muzikaal is het niet aan mij besteed, maar wat heeft zangeres Rianne Walther een fantastische stem!


Blaudzun trapt af met Elephants. Het is een nummer dat als exemplarisch bestempeld kan worden. Gedreven, barok, bezield zonder overdrijving, gespeeld door een bont gezelschap met een keur aan instrumenten, waarbij die uit The Hangover ontsnapte wildeman op blote voeten het theatrale oog nog extra voedt. Het linkje met een band als Arcade Fire is natuurlijk snel gemaakt (erg letterlijk trouwens, als je toegift Halcyon naast No Cars Go legt), maar je kunt slechtere voorbeelden hebben en Johannes Sigmond weet over het algemeen genoeg eigen gezicht aan zijn werk te geven, dus wat zou het. Nou ja, wat het zou, dat hoort je straks dan, want ik ben positief gestemd met wat negatieve bijklanken. Positief ben ik over het feit dat hier een rasechte artiest staat met een goede band. Er zijn tal van nummers waar ik van geniet, zoals het nummer dat al dagen in mijn hoofd zit genaamd Promises Of No Man’s Land, maar ook Who Took The Wheel en Wasteland. Er zitten ook rustige, stille momenten in de show, zoals tijdens Solar en zeker als Johannes stiekem via de zijkant van het podium naar het midden van de zaal glipt en met een minigitaartje Wolf’s Behind The Glass speelt. Over het algemeen respecteert het publiek het moment van stilte en als iemand een opmerking maakt kan die een middelvinger van de bebaarde zanger krijgen. De eigenzinnige man laat immers niet met zich sollen, daagt het publiek uit (roept ‘schijterds’ als men niet hard genoeg meezingt) en ziet alles graag lopen hoe hij het wil (wel allemaal gaan staan!). Nu ben ik geen meeloper, blijf zitten als ik geen zin heb om te gaan staan en leg ondertussen toch wat zaken op een weegschaal. Zo is de act van ‘unplugged’ een liedje zingen in het midden van de zaal niet nieuw (zie bijvoorbeeld Patrick Watson) en merk ik tijdens het genieten van de muziek dat ik nergens zo wordt opgezweept als in de muzikale kerk bij Arcade Fire in hun begindagen. Ook valt me op dat Blaudzun een bepaald trucje iets te vaak toepast. Na het uitspelen van een nummer het nummer nog een keertje oppakken. Dat moet je niet te vaak doen.


Al met al is mijn vrouw heel enthousiast, ik iets minder, maar genoten hebben we allebei.

dEUS – Paradiso Amsterdam, 18 december 2014


Na een uur geeft de groep één toegift, Morticiachair. Het staat in schril contrast met de songs van hun laatste paar cd’s en geeft me een gevoel van weemoed. Maar ook een gevoel dat ik hier eigenlijk niets te zoeken had, helaas. Ik moet accepteren dat dingen veranderen, loslaten wat geen waarde meer voor me heeft, zodat ik overtollige ballast kan dumpen en plaats vrij maak voor dingen die me hier en nu boeien. Een wijze les. Ik schreef dit dik twee jaar geleden naar aanleiding van hun concert in People’s Place te Amsterdam. En nu sta ik weer hier, in Paradiso, alwaar de band zijn twintig jarig jubileum viert met de dubbel cd 'Selected Songs 1994-2014’ als leidraad voor hun 2e uitverkochte optreden in Amsterdam. Die leidraad, de setlist, is wat me heeft doen besluiten nog één keertje te gaan kijken naar deze band die in hun beginjaren zoveel voor me heeft betekend.


Tom heeft er in ieder geval zin in vanavond en opener Via geeft me goede moed. Het tempo wordt vastgehouden en via ‘wat recenter’ werk als The Architect en Constant Now is het voor het eerst lekker uit je dak gaan bij Instant Street, met dank aan Mauro Pawlowski die met wilde gitaarbewegingen Paradiso ophitst naar een eerste hoogtepunt. Daarna kunnen we heerlijk swingen op dat fantastische drumritme in Fell Off The Floor, Man. Nog wat nummers later gaat het gas terug, “de boog kan niet altijd gespannen zijn” laat Tom ons weten en worden we vergast op het bloedmooie Secret Hell dat ze (naar het schijnt – correct me if I’m wrong) sinds 1994 niet meer live hebben gespeeld. Kippenvel. Misschien trouwens een tip voor de band, als jullie een ‘vergeten’ nummer willen spelen, volgende keer graag één van de mooiste nummers uit jullie oeuvre dat nooit wordt gespeeld: Zea. Het valt me ondertussen op dat (bijna) het hele optreden lang de lichtshow beperkt blijft tot lampen die op het podium zelf staan. Het geeft een intieme sfeer, broeierig, nevelig. Dit wordt dan nog versterkt doordat ze voor deze rustige episode dicht bij elkaar gaan zitten. Mooi. Smokers Reflect en het heerlijke Little Arithmetics vervolmaken de trilogie van rust. Heerlijk opzwepend is verderop Sun Ra, stil makend het grandioze Hotellounge en laatste nummer Bad Timing weet die uitersten in één song samen te vatten.


‘We want more’. Want zo’n goede set smaakt naar meer en hoewel dEUS de wilde haren een beetje is verloren door de jaren heen komt de recalcitrante Tom met een peuk in zijn mond het podium op om samen met de anderen misschien wel dEUS’ coolste nummer in te zetten, Theme From Turnpike. Wel een beetje sneu om te zien dat er dan hier en daar zielepieten in het publiek zijn die er ook meteen een opsteken. Dat we het pand niet mogen verlaten voordat we For The Roses en Suds & Soda hebben gehoord moge duidelijk zijn. Dat dit laatste nummer een feestje van jewelste wordt is met name te danken aan Tom, die half Paradiso op het podium uitnodigt!

Tijd om de balans op te maken. Als ik My Sister Is My Clock even niet meereken, is er voor mij een duidelijke scheidingslijn te trekken na het album The Ideal Crash. Tot en met dat album is dat de dEUS waar ik heel veel van hou. Daarna wordt het beduidend minder. Niet zo gek, want Pocket Revolution betekende een nieuwe stap voor de band, die maar liefst drie leden moest vervangen. Eentje daarvan was Mauro Pawlowski, de niet in een hokje weg te zetten alleskunner, die ik persoonlijk nog heb meegemaakt toen hij spullen sleepte voor het Belgische bandje Nemo en zelf aan de weg timmerde met zijn Evil Superstars. Vanavond heeft dEUS elf nummers van die eerste drie albums gespeeld en negen van alles wat daarna kwam. Dat zegt toch iets.



Nu dacht ik een mooi cirkeltje te kunnen maken door terug te gaan naar de eerste keer dat ik dEUS heb gezien. Dat cirkeltje wordt iets anders dan gedacht, want het concert dat ik in Paradiso zag op 23 februari  1995 was niet de eerste keer. Dan blijk ik alsnog via Mauro en Nemo terecht te komen op 20 augustus 1994, toen zowel Nemo als dEUS op Waterpop te Wateringen speelde. Ik word oud…

donderdag 18 december 2014

V/H/S: Viral


De is inmiddels de derde in deze anthology van korte found footage horror die ook nu weer door middel van los zand bijeen wordt gehouden. Dat losse zand is genaamd Vicious Circles over een jongen die zijn knappe vriendin maar blijft filmen, maar als er een politieachtervolging langs zijn raam komt verschuift zijn aandacht, wat hij beter niet had kunnen doen. Ergens op slaan doet het überhaupt niet. Van de overige vier verhalen is er eentje uit de film gehaald (om de boel vloeiender te laten verlopen naar het schijnt). Gorgeous Vortex zal echter wel als extra op de Blu-ray/DVD verschijnen. Blijven er drie over.

Dante the Great gaat over een illusionist die er niets van bakt tot hij een cape vindt waarmee hij alles kan. De cape vraagt alleen iets terug. Het idee is leuk, maar de uitwerking is weinig geïnspireerd en komt zelfs wat amateuristisch over. Daarbij zitten er shots in dit segment die niet kunnen behoren tot zelf opgenomen beelden, wat de illusie van ‘found footage’ doorbreekt.

Parallel Monsters begint zeer interessant, als een man een deur naar een spiegeluniversum opent, waarin hij zichzelf ontmoet en er achter komt of alles aan de andere kant hetzelfde is, maar dan in spiegelbeeld. Een uitdagend gegeven dat ook nu helaas niet ten volle wordt benut en een wel zo bizarre wending heeft, dat het eerder lachwekkend wordt.

Bonestorm is het laatste deel dat gaat over een groep skaters die hun stunts vast leggen. De ingehuurde cameraman weet een coole skate plek in Tijuana (Mexico) waar ze naar toe gaan. Het blijkt een kwestie van verkeerde plek, verkeerde tijd, want de satanische plek brengt knekelige poppen aan het dansen. Het is een op hol geslagen, bloederige videoclip met een zeer abrupt einde.


Aldus komen we aan het einde van V/H/S/: Viral. Het is het slechtste deel in een toch al niet zo sterke reeks. Dat heeft vooral te maken met het feit dat aardig ideeën niet goed worden uitgewerkt, waardoor de impact wordt gemist of gewoon in het luchtledige blijft hangen. “This shit’s gonna go viral”, wordt ergens gezegd. Shit it is, it makes no fucking sense and the whole thing is a bloody and boring mess.

donderdag 11 december 2014

The Skeleton Twins


“What the hell happened to us”?

Op het moment dat Maggie een overdosis pillen naar binnen wil werken wordt ze gebeld en krijgt ze te horen dat haar broer in het ziekenhuis ligt na een mislukte zelfmoord poging. Ze hebben elkaar tien jaar niet gesproken, maar toch neemt Maggie haar broer Milo voor een tijdje in huis. Het is meteen duidelijk dat ze elkaar (door en door) kennen, maar door omstandigheden en na tien jaar is het toch wat onwennig. Milo ziet een buitenkant die hij omschrijft als een “Martha Stewart wonderland”. Maggie heeft immers de perfecte man, een mooi huis en leuke dingen in het vooruitzicht zoals zwanger worden, leren duiken en een verre reis. Maar net als Milo is ook Maggie  niet gelukkig en door hun intrinsieke verbondenheid, komen via een lach en een traan hun geheimen en onverwerkte trauma’s naar boven met nogal wat gevolgen voor henzelf en sommige anderen.

In de eerste scène, die van het telefoontje, wordt al duidelijk dat dit een zwaar onderwerp is dat op luchtige wijze wordt behandeld. Het is misschien zelfs de boodschap van de film, dat je met humor en relativering een heel eind kan komen. Toch zit er een droevige ondertoon in, die melancholiek maakt. Als Milo aangeeft dat hij soms (zeker onder invloed van drank) depressief is over zijn leven, zegt Maggie dat gelukkige mensen een uitzondering zijn. “The rest of us are walking around trying not to be disappointed with the way our lives turned out”. Of en in hoeverre dit je aanspreekt kan een graadmeter zijn om drank, pillen, spoorwegovergangen en scherpe voorwerpen uit je buurt te houden.


Een aardige film met Bill Hader, Kristen Wiig, Luke Wilson en Ty Burrell (Phil Dunphy!), die de oppervlakkigheid van beleefdheden op ludieke wijze tegenover de ellende van zielenroerselen zet. 

The East


“Op naar The East!”, schreef ik in mijn recensie van Sound Of My Voice, in oktober 2013! Het is nu meer dan een jaar later en er zijn heel wat films tussendoor gekomen, zodat ik The East eigenlijk weer een beetje was vergeten. Uit de stapels films die ik nog wil zien wordt de keuze soms bepaald door een ingeving, een gemoedstoestand. Na het zien van I Origins enkele dagen geleden werd ik met mijn neus op Brit Marling gedrukt en ik moest denken aan wat een intrigerend persoon zij is. “Brit Marling graduated from Georgetown University, with a bachelor's in economics, and was offered a job with Goldman Sachs, which she turned down in favour of a career as an artist. She moved to Los Angeles to act and, after spending a couple of years exploring the movie industry and being offered roles as "the cute blonde in horror movies", she taught herself to write, reasoning that the best way to get decent parts was to write them, herself. She worked on two movies, simultaneously - one in the mornings, one in the afternoons - and eventually both Another Earth (2011) and Sound of My Voice (2011) premiered at the Sundance Film Festival in 2011.” (IMDb). The East heeft zij net als Sound Of My Voice geschreven met regisseur/schrijver Zal Batmanglij. Een rol die dus op haar lijf is geschreven.

Hiller Brood is de beste privé inlichtingendienst ter wereld en houdt zich bezig met anti zakelijk terrorisme. Er is een eco-terroristische groepering genaamd The East bezig met acties en een bedrijf huurt de diensten van Hiller Brood in om na te laten gaan of ze een doelwit is. Geheim agent Sarah (Brit Marling) wordt ingezet als infiltrant om het gevaar vast te stellen en eventueel in te grijpen waar nodig. Ze komt in een kleine groep mensen terecht die drie acties in voorbereiding hebben, waarin ze foute bedrijven (denk aan het dumpen van chemisch afval) een koekje van eigen deeg willen geven. Ze kweekt vertrouwen binnen de groep die een zachte met een harde kant combineert. Zacht naar elkaar toe, bijna als een hippie commune, maar keihard als het gaat om de idealistische acties. Het onderdeel worden van de groep gaat niet zonder consequenties, want Sarah raakt gehecht aan de mensen, begint na te denken over hun motieven alsook de motieven van Hiller Brood. Er zijn zoveel facetten die haar blikveld vertroebelen dat de vraag is of ze moet c.q. wil ingrijpen als het zover is.

Van veel dingen weten we dat het gebeurt, en dat dat niet goed is. Maar meestal kiezen we er voor om onze kop in het zand te steken. The East drukt ons weer eens met de neus op de feiten, op een spannende en verantwoorde manier. Zo kan je boodschap heel goed zijn, maar hoe ga je dit uitdragen? De activisten van The East denken dat het tijd is om dit op extreme wijze te doen, een oog voor een oog, en op die manier de verantwoordelijke topmensen aan te pakken, meteen een heftige boodschap achterlatend. Hiller Brood is een bedrijf dat inspringt op een behoefte, dit op haast militaire wijze tegemoet treedt, maar zich alleen laat leiden door geld en niet stil staat bij de ethische kant van de zaak. De film laat op overtuigende wijze zien wat de invloed van de omgeving op iemand is, wat de consequenties van acties zijn en dat er altijd persoonlijke belangen meespelen. Het morele besef dat ontwaakt in Sarah doet me denken een tekstregel van David Sylvian uit Backwaters: “There are always other possibilities”.


Brit Marling is op haar manier activiste. Ze zet mensen aan het denken via (haar) films. Ik was, ben en blijf fan.

zondag 7 december 2014

I Origins


Moleculair bioloog Ian (Michael Pitt) is van jongs af aan geobsedeerd door ogen. Hij legt ze vast met zijn camera en doet er onderzoek naar. Hij is een man van de feiten en wil aantonen dat ook de ogen een natuurlijke evolutie hebben doorgemaakt. Want juist de ogen zijn het speerpunt in de aanname van gelovigen dat er een intelligente hogere macht, een ontwerper achter alles in het universum zit. Toch is het juist iets onverklaarbaars dat hem op het spoor zet van een meisje waar hij uiteindelijk mee wil trouwen. En daar blijft het niet bij. Haar ogen lijken hem aan te zullen tonen wat wetenschappelijk niet te onderbouwen is.

Dit is een werkelijk prachtige film over wetenschap versus geloof. Van de zeven films die op het Imagine Limited Edition draaien had ik hier de hoogste verwachtingen van en die komen nog uit ook. Regisseur Mike Cahill kende ik al via het ook al zo interessante Another Earth, waar Britt Marling de hoofdrol in speelt. Zij speelde ook in Sound Of My Voice en heeft dus een belangrijke rol in I Origins. Ik noem dit even op omdat al deze films je meenemen op een reis die het ongeloofwaardige zo aannemelijk maken, of je in ieder geval aan het denken zetten over wat mogelijk is. Een zeer doordacht script en aangrijpende vertolkingen hebben de gewenste uitwerking.

Ian maakt een soort reis. Als wetenschapper wordt hij verliefd op een spiritueel ingestelde vrouw, die hem via een mooie, maar niet staafbare redenatie kennis wil laten maken met die andere zijde. Hij sluit zich er echter voor af, ook al kan hij bepaalde zaken niet verklaren, en richt zich geheel op zijn studie, als zijn geliefde door een bizar ongeluk om het leven komt. Maar hoe kun je loslaten als je steeds weer wordt vastgegrepen? Een ‘toevallige’ uitzondering in zijn alledaagse leven brengt hem uiteindelijk dichterbij iets wat hij zo graag wetenschappelijk wil onderbouwen om zekerheid te hebben. Kan geloof dan zekerheid zijn? Het komt allemaal samen in een einde dat - ook al zie je het aankomen – een brok in de keel en een traan in het oog opwekt.

Boeiend, intrigerend, ontroerend.


Voorafgaand aan de film vertelt programmeur Phil van Tongeren dat de inspiratie tot het maken van I Origins het verhaal over de zoektocht naar het Afghaanse meisje van de beroemde National Geographic cover was. Fotograaf Steve McCurry maakte de foto in 1984 toen ze 13 jaar oud was. Pas in 2002 werd ze terug gevonden via biometrisch oogonderzoek. Op wetenschappelijke wijze werd vastgesteld dat het om dezelfde persoon ging.   


Stemoordeel: zeer goed

What We Do In The Shadows


Imagine Limited Edition. Goed initiatief. Het volledige festival vindt pas weer plaats in April volgend jaar, maar er waren zoveel leuke films die tegen die tijd al achterhaald zouden zijn, dat de organisatoren hun vlak na de zomer opgekomen idee van deze één daagse gelimiteerde editie nu al tot uitvoering hebben gebracht. Maar liefst zeven films werden aangekondigd en het vuur in de harten van de fans is zodanig aangewakkerd dat de verkoop boven verwachting gaat en het hele event naar de grootste zaal is verplaatst. Ik ga alleen de eerste twee films zien, want het kost toch een bom duiten (waarom geen goedkopere prijs voor een passe-partout?), ik hoef TCM niet per se te zien en Cold In July heb ik al gezien.


De digitale wekker geeft 06:00 aan en begint te piepen. De camera zoemt uit en je ziet een zwarte doodskist die een stukje open gaat. Er komt een arm uit die de wekker uit zet. De film wordt in één korte scène gevangen.

Een documentaire team volgt een groep vampiers in aanloop naar een samenzijn van vreemdsoortigen tijdens ‘The Unholy Masquerade’. We maken kennis met vier bloeddorstige huisgenoten van verschillende leeftijd, waarvan Petyr (die er uitziet als de vampier uit Nosferatu) met zijn 8000 jaar de oudste en minst benaderbare is. Verder zijn daar jonge hond Deacon, de woeste, uit de Middeleeuwen afkomstige Vladislav en dandy Viago die stipt en netjes is, maar over kan komen als een zeurpiet. Zo roept hij alle vampiers bijeen om de huishoudelijke taken door te nemen en valt hij Deacon aan omdat die al vijf jaar de afwas niet heeft gedaan. “Vampires don’t do dishes”, brengt Deaconin ter verweer. De alledaagse blik in het leven van deze onalledaagse figuren is meesterlijk gedaan. Van tanden poetsen tot stofzuigen tot het uitkiezen van de juiste kleding als ze uitgaan, waarbij Vladislav kiest voor de “dead but delicious look”. De opeenstapeling van prachtige vondsten is niet aflatend. De grappen met een spiegel, de uitleg waarom men maagdenbloed wil, het vaste hulpje dat zich al vijf jaar uitslooft en vergoten bloed opruimt in de hoop ooit zelf het eeuwige leven te krijgen, de hilarische confrontatie met een groep weerwolven, de introductie tot het internet… En vaak is het nog grap op grap ook. “Let me do my dark bidding on the internet”, zegt Vladislav als hij wat bozig zijn duistere bedoelingen gaat botvieren via de hedendaagse digitale toegangspoort. Op zich al leuk genoeg, maar de dubbelzinnigheid van een woord maakt het nog hilarischer als Viago hem vraagt “what are you bidding on?” waarna het nuchtere antwoord volgt: “a table”.

Het gebruik van speciale effecten is spaarzaam maar zeer effectief gedaan. Er zitten wat kleine moralistische boodschappen in de film, voor wat betreft de gevaren van social media en het hebben van vooroordelen over een bevolkingsgroep en de tragische kant van het vampierbestaan komt aan bod. Maar de grap is (gelukkig) nooit ver weg.

Horror en komedie zijn moeilijk succesvol te combineren. De Nieuw-Zeelandse makers van What We Do In The Shadows vonden Interview With The Vampire een prachtige film, maar ze wilden zo graag Brad Pitt eens naar de wc zien gaan. De (niet letterlijke) verwezenlijking van dat idee is volkomen geslaagd.  

Ps. Blijf vooral NIET zitten tot na de aftiteling, want je zou zomaar de hele film kunnen vergeten!

Stemoordeel: zeer goed

John Wick


Zo ingehouden en realistisch als de film die ik net zag is, zo hysterisch en uitvergroot is John Wick. Keanu Reeves speelt de titelrol. Zijn dagen van geweld lagen achter hem als daar niet een reeks van oorzaken een proces in gang zet die hem weer tot de gevaarlijkste ‘hitman’ van New York en omstreken maakt met maar één doel: het vermoorden van de man die zijn hondje doodde. Dat dit hondje het laatste geschenk was van zijn pas overleden echtgenote, kon Iosef - de zoon van de Russische maffiabaas Viggo Tarasov - ook niet weten. Dat neemt niet weg dat John zijn pistolen opgraaft, koers zet naar Iosef en iedereen die in zijn weg staat omver zal maaien.

Dit is natuurlijk pure nonsens, maar verdraaid goed uitgevoerd. Het voelt aan als een video-game. Als de actie eenmaal begint heb je nauwelijks adempauze. John Wick schiet zijn tegenstanders meestal van dichtbij neer, waarna altijd een schot door het hoofd volgt voor de zekerheid. Iets waar zijn tegenstander lering uit had moeten trekken, want als ze John te pakken hebben moet hij toch weer wat omslachtig aan zijn einde komen, wat dan ook niet lukt natuurlijk. Het maakt niets uit. John Wick is volhardend, doeltreffend en onvermoeibaar. Het aantal neergemaaiden is niet bij te houden en de actiescènes zijn zonder veel opsmuk gefilmd en komen lekker agressief over. Het hotel vol gelijkgestemden is een aardige vondst en de Engelse ondertiteling van wat er in het Russisch wordt gezegd is inventief in beeld gebracht (denk aan Timur Bekmambetov’s Daywatch).


Kortom, een heerlijke adrenaline injectie.

Infiltrant


1986. Onze eerste woning was aan de Admiraal de Ruijterweg in Amsterdam. Drie hoog, mooie etage, erg duur. We moesten maandelijks fl. 825,00 cash afdragen aan de pandjesbaas die onder ons woonde. We hebben onze zolder verhuurd aan een student om wat speling te hebben. Daar vingen we fl. 200,00 voor. Geen ideale situatie, dus op zoek naar iets betaalbaarders en dat vonden we een jaar later via een officiële makelaar een paar honderd meter verderop, dezelfde Admiraal de Ruijterweg, ditmaal de eerste verdieping. Het scheelde meer dan de helft, want we waren slechts fl. 405,73 kwijt. Geen luxe badkamer, maar een kleine douche, veel opknapwerk, qua ruimte op zich niet veel minder dan de vorige woning en een hele grote zolder die we niet hoefden te verhuren. We hebben er zeven jaar gewoond. Dagelijkse boodschappen deden we in de buurt. Bij de groenteboer in de Reinaert de Vosstraat, de slager met heerlijke Filet Américain op de Bos en Lommerweg en de bakker op de hoek. En als we geen zin hadden om te koken liepen we naar de snackbar op de Rijpgracht.

In die tijd woonden er ook al Marokkanen in deze buurt, maar in de loop der jaren is dat aantal erg toegenomen. Het heeft het straatbeeld veranderd, want op veel winkels pronken nu niet Westerse namen. De snackbar op de Rijpgracht, die eerst een andere naam droeg en daarna een tijdje ‘Dies Re’ heette, heet nu toch gewoon ‘Desiree’. Het is deze snackbar waarop undercover agent Samir (Nasrdin Dchar) uitzicht heeft vanuit zijn (nep)makelaarskantoor. Nadat hij op non-actief is gezet wegens te hard ingrijpen is hij door hogerhand benaderd om te infiltreren in een groep Marokkaanse criminelen die in de Bos en Lommerbuurt actief is. Het duurt niet lang voordat het eerste contact wordt gelegd, maar het winnen van vertrouwen is iets dat niet vanzelf gaat. Toch lukt het Samir op vindingrijke wijze onderdeel te worden van de bende, die in de softdrugs handel zit en via hem aan een goed pand komt om er wiet te telen. Met aanhoudingen in het verschiet komt Samir in gewetensnood, omdat vriendschap en familie in zijn nieuwe omgeving boven alles gaan. Een ervaring die hij zijn leven lang heeft moeten ontberen.


Infiltrant is een geslaagde film. Dat is deels te danken aan het feit dat het simpel wordt gehouden. Geen poespas, gewoon een interessant verhaal vertellen op chronologische wijze. De basis van dit verhaal wordt daarbij goed onderbouwd. Samir is de zoon van een Nederlandse vrouw en een Marokkaanse man. Met haar is moeizaam contact, met hem geen. Hij is erg intelligent, het beste jongetje van de klas, maar een eenzame wolf en daardoor onaangepast en geen kandidaat voor promotie. Het werk als infiltrant lijkt daarom op zijn lijf geschreven, ware het niet dat hij in conflict komt met zijn loyaliteit. Dat er van de kant van de politie eerder tegenwerking dan steun is daar debet aan. De film komt zeer realistisch over en er zijn geen dingen waar je je aan ergert, zoals vergezochte acties of overdreven personages. Regisseur/schrijver Shariff Korver houdt goed focus, de acteurs strak, maar vergeet niet dat het ook spannend moet zijn. Door de verhaallijn naar België en zelfs Marokko te laten leiden krijgt de film een internationaal cachet en stijgt het boven de buurt, de stad en ons land uit. 

dinsdag 2 december 2014

Cold In July


East Texas 1989. Lijstenmaker Richard Dane komt in een penibele situatie terecht waarbij hij in zijn recht staat, maar iets vreselijks moet doen. De daad knaagt aan zijn geweten en heeft meer gevolgen, want er verschijnt iemand op het toneel die een bedreiging gaat vormen voor hem en zijn gezin. Het zorgt voor veel angst, stress en irritatie tussen Richard en zijn vrouw. Als dan ook nog blijkt dat er iets stinkt aan het hele gebeuren gaat Richard op zoek naar antwoorden.

Ik hou dit verslag expres vaag, want te veel weg geven is zonde. Cold In July neemt de tijd om het verhaal te vertellen. Dat verhaal gaat een andere komt op dan je zou denken. Richard vormt een soort bondgenootschap met nog twee mannen op zoek naar de waarheid. Die waarheid stinkt niet een beetje, het is een beerput die open gaat. Ze zeggen wel eens ‘what has been seen, cannot be unseen’. De gruwelijke realiteit maakt iets los in het trio, waarbij ieder zijn eigen redenen heeft om in actie te komen. De ‘Howdy Doody time’ die volgt is even bloederig als spannend.


Mooie rollen van Michael C. Hall als Richard, met ingehouden accent en een snor die even verkeerd is als zijn kapsel, en ook Don Johnson - die een klein beetje humor aan het geheel toevoegt - zet een interessant karakter neer. Door de aparte insteek, zowel het verhaal als het trio, ben je als kijker in het begin wat zoekende. Wat is de bedoeling? Waar gaat dit heen? Het verrassende pad waar je op terecht komt blijkt een studie naar de duisterheid in de mens, die in iedereen aanwezig is, maar soms iets nodig heeft om aan de oppervlakte te komen. Het levert een mooie tegenstelling op in de film. In je recht staan en iets vreselijks doen wat je geweten bezwaard tegenover niet in je recht staan en iets vreselijks doen wat je geweten verlicht. Die dubbelzinnigheid maakt dat niet de bloederige ontlading, maar juist dat laatste kalme beeld van de film nog lang in je hoofd na spookt.