maandag 26 december 2011

Secuestrados (Kidnapped)




Vader, moeder, dochter. Het gezin betrekt een prachtige villa met zwembad. Verhuizers lopen af en aan. Wat gezeur over de dochter die uit wil terwijl de verhuizer vraagt waar die doos naar toe moet. Gefilmd met één camera, in lange shots (de hele film schijnt te bestaan uit maar 12 shots!), handheld, vloeiend, aanwezig op oog hoogte, als een derde persoon. Alsof je zelf aanwezig bent in de film. Het werkt de intensiteit in de hand. 

Intensiteit die wordt opgeschroefd als de verhuizers zijn verdwenen en het huis wordt binnengevallen door een drietal gemaskerde mannen die hardhandig duidelijk maken dat ze waardevolle spullen willen. Ze nemen alle bankpassen en creditcards in en gebieden de codes te geven. Eén van de indringers neemt de vader mee naar een pinautomaat om zoveel mogelijk geld te halen. Elke keer als iemand tegenstribbelt, verhogen de gijzelnemers de druk en de mate van het gebruik van of dreigen met geweld om te laten zien dat ze voor niets terug deinzen.

Tijdens de kijkervaring komen er vragen op in mijn hoofd. Wat doe je in zo’n situatie? Probeer je te vluchten, mensen te waarschuwen? Hoe ver ga je daar in? Zet je het leven op het spel van je vrouw, kind, geliefde, jezelf? Of doe je niets, voldoe je aan de eisen die je worden gesteld in de hoop dat iedereen gespaard blijft, dat alles voorbij zal gaan, dat iedereen er zonder kleerscheuren (of erger) vanaf komt?

Aan de andere kant kunnen er altijd onvoorziene zaken voorvallen, die om improvisatie vragen, wat niet altijd goed uit zal pakken. Dat geldt voor beide partijen. En dat gebeurt hier dus ook. Langzaam maar zeker gaat het dan ook van kwaad tot erger.

Het zeer rauw realistische drama grijpt de kijker bij de nek, waarna de strot langzaam wordt dicht geknepen tot een steeds verstikkender wordende houdgreep. Er wordt zeer spannend gebruik gemaakt van de splitscreen en er volgen geweldserupties van heb ik jou door. Je snakt naar adem, naar verlossing. Die komt er. Als een absolute mokerslag, letterlijk en figuurlijk en misschien niet wat je had verwacht of gehoopt. Koude rillingen.

De film is zeker niet perfect. Maar het is gelul achteraf, want je hebt er tijdens het kijken nauwelijks tijd voor om dit te beseffen. Als je op het internet gaat zoeken naar reacties zie je veelal twee kampen. Voor of tegen. Een middenweg lijkt niet te bestaan. Een vergelijking met Funny Games van Michael Haneke ligt voor de hand en wordt meermaals aangehaald, maar is te kortzichtig. Secuestrados is een simpel maar zeer effectief verhaal over een beroving die uit hand loopt. Een zeer intense rit in een achtbaan. Funny Games gaat dieper. Het geweld in die film kent namelijk helemaal geen doel, wat een stuk verontrustender is en je uiteindelijk langer uit je slaap houdt. Dat neemt niet weg dat die achtbaan rit er wel een van de bovenste plank is. 

Straw Dogs (2011)




Een redelijk getrouwe kopie met kleine variaties. Zo wilde ik mijn recensie eindigen, na deze te hebben besproken. Maar toen werd mijn interesse pas echt aangewakkerd. Hoe belangrijk zijn die variaties?

Hoe goed is het geheugen van een mens? Vrij slecht. Zeker als het op details aan komt. Dus als ik de grote lijn van Straw Dogs uit 1971 afzet tegen die van 2011 zal er inderdaad niet veel verschil in zitten. Ik ben de proef op de som gaan nemen en heb het origineel er eens bij gepakt. Pas dan blijkt dat de duivel in het detail zit en juist daardoor een wereld van verschil kan maken. Het bracht mij er toe om dan ook geen normale recensie te schrijven. Vooralsnog zal de nieuwe versie niet in de Nederlandse bioscoop worden uitgebracht en liefhebbers van het origineel zullen het verhaal (in grote lijn) wel kennen. Ik ga in op één van de meest spraakmakende scènes van de film: de verkrachting.  Let wel, ook dit is ietwat samengevat.

Als haar man uit jagen is met de lokale jongens die zijn ingehuurd om het dak te maken, zit Amy thuis, als er op de deur wordt geklopt. Het is haar jeugdliefde Charlie.

Versie 2011: Ze opent de deur en Charlie zegt “Hello Amy Cakes”. Zij wil de deur weer dicht doen, maar hij zet zijn voet er tussen. Na wat gepraat over de vermoorde kat zegt hij dat hij wil binnen komen. Ze zegt dat dat niet kan en wil de deur weer sluiten. Hij zet zijn voet er tegen en zegt “I’m  coming in”. Ze praten weer wat en Amy zegt “I think you should go”. “No you don’t”, antwoordt Charlie. Hij begint haar te benaderen en ze vraagt hem wat hij wil. Hij begint haar te betasten en ze zegt dat ze niet wil en begint te huilen. Hij begint haar tegen haar zin uit te kleden, ze laat duidelijk blijken dat ze dit niet wil in woord en daad maar hij is veel te sterk en gebiedt haar stil te liggen. Hij verkracht haar. Als hij klaar is vraagt hij aan Amy “what’s wrong baby”, als ze hem niet aan wil kijken. Op dat moment zet iemand muziek op. Het is een vriend van Charlie. Amy roept meermaals tegen Charlie dat hij van haar af moet gaan, maar dat doet Charlie pas als zijn vriend dichtbij genoeg is om het van hem over te nemen, waarna ook de vriend Amy verkracht.

Versie 1971: Ze opent de deur, ziet Charlie en ze vraagt of David (haar man) oké is. Charlie antwoordt dat die zich uitstekend vermaakt. Hij vraagt vervolgens “may I come in” en ze antwoordt “alright”. Ze biedt hem een drankje aan. Dan vraagt hij “would you like me to go, I will you know”. Nee, zegt ze, blijf en neem je drankje. Ze vraagt hem wat hij van katten vindt. “I do fancy cats”zegt hij en loopt op haar af. Ze beginnen te zoenen. Amy schrikt toch een beetje en vraagt of hij wil gaan. Nee, zegt hij en hij begint haar verder te zoenen, waarbij ze tegenstribbelt. “Get out” roept ze en ze slaat hem met haar vlakke hand in zijn gezicht. Hij pakt haar stevig vast en slaat haar hard met zijn vuist in haar gezicht. Geschrokken deinst ze achteruit. Ik plaag je, zegt hij, alsjeblieft… Ze slaat hem opnieuw en hij pakt haar aan haar haren en sleept haar naar de bank, waar hij haar opnieuw een vuistslag verkoopt en haar kleren van het lijf scheurt. Ze weert hem af in woord en daad, maar hij dreigt opnieuw met geweld. Ze blijft nee zeggen terwijl hij haar kust en verder uitkleedt. Het is dubieus of hij haar vervolgens echt verkracht omdat ze hem wel degelijk begint te strelen. Het liefdesspel voltrekt zich en hij zegt nog “sorry Amy” terwijl zij hem “hold me” toefluistert. Na enige tijd kijkt Charlie op en ziet de dubbelloop van een geweer op hem gericht. Het is zijn vriend die hem gebaart van Amy af te gaan (die zelf nog niets door heeft). Charlie schudt nee met zijn hoofd, maar de vriend laat zien dat het hem menens is. Charlie gaat langzaam van Amy af en zij ziet wat er staat te gebeuren. Ze schreeuwt het uit en wordt door de vriend verkracht.

Nog een opvallend detail is dat er in de (gehele) nieuwe versie geen blote borst is te zien, i.t.t. tot het origineel.

Het is niet alleen in deze scène dat de verschillen duidelijk en belangrijk zijn. Ik noem bijvoorbeeld de topless scène voor het raam en de confrontatie tussen Charlie en zijn vriend aan het einde van de film. Leg ze maar eens naast elkaar en zoek de verschillen! En dan heb ik het nog niet eens over de acteurs en hun mate van gelaagdheid, of het ontbreken daarvan.

Het is zoals gezegd een wereld van verschil, die zijn weerslag heeft op de gehele film, en dus ook op hoe je de film interpreteert. Het zijn de subtiliteiten die het origineel tot een lekkernij van de slager maken en deze versie tot een aardige worst van de supermarkt. Zoals in het gros van de gevallen blijkt eens te meer het devies: blijf met je tengels van de klassiekers af!

Sykt Lykkelig (Happy, Happy)




In Noorwegen liggen twee afgelegen huisjes in het besneeuwde landschap. Kaja en haar man Erik wonen in één van de huisjes met hun zoontje. Het is een relatie waarin het vuur is gedoofd, maar het ‘schat ik heb hoofdpijn’ van hem komt i.p.v. haar. De behoeftige Kaja is erg opgetogen als er een stel naast hen komt te wonen. Het zijn de Deense Sigve en Elisabeth met hun aangenomen (Afrikaanse) zoontje. Kaja ziet erg tegen het stel op, dat perfect lijkt. Schijn bedriegt. Sigve is naar dit afgelegen oord gekomen omdat Elisabeth vreemd is gegaan. De bedrogen man (Sigve) en behoeftige vrouw (Kaja) vinden elkaar wel heel gemakkelijk en in het geniep, hoewel de andere twee ook zo hun geheimpjes hebben. Het zet de hele boel helaas niet genoeg op scherp, want dit is overduidelijk een komedie, waarin de dingen gebeuren omdat ze leuk zijn voor het verhaal, niet direct omdat het nu zo levensecht overkomt. Zo worden misstappen net zo makkelijk gemaakt, als dat ze weer glad worden gestreken.

Wat wel goed overkomt is het feit dat we bijna nooit ongefilterd zeggen wat we denken. Dan zou het leven (met je partner) haast onmogelijk worden. Als het echter mis gaat, of als de druppel de emmer over doet lopen, dan schiet de vlam ook echt in de pan en alles wat er dan uit komt is meteen in zijn lelijkste vorm. De opgekropte frustraties krijgen vrij spel en wederzijdse verwijten worden het liefst met gif vermengt.

Toch wordt de film nergens echt dramatisch. Daar is het te lichtvoetig en uiteindelijk ook te simplistisch voor, waardoor de geboeidheid middelmatig blijft, wat dan weer ergernis gaat veroorzaken over de leuk bedoelde muzikale interludes.

De wrangste vruchten zullen uiteindelijk worden geplukt door de twee kinderen, die aandacht ontberen en zich vermaken met pijnlijke slavernijspelletjes. Niet dat dit gevolg de aandacht krijgt die het verdient. 

dinsdag 13 december 2011

King Of Devil’s Island (Kongen Av Bastøy)




Van 1900 tot 1953 was er in Noorwegen een soort heropvoedingskamp voor ‘onaangepaste’ jongeren, gelegen op een eiland. King of Devil’s Island is op dit gegeven gebaseerd.

Je wordt met de boot naar het eiland gebracht. Daar staat een heel groot gebouw. Er zijn geen tralies, maar voor de rest lijkt het wel een gevangenis. Bij aankomst dien je alles in te leveren tot en met je kleren aan toe. Persoonlijke eigendommen zijn niet toegestaan. Je krijgt een nummer waarmee je wordt aangesproken. Je wordt geknipt, gewassen en krijgt standaard blauwe kleding toebedeeld en een klein ledikant op een grote zaal toegewezen. Er bestaat geen verleden meer, geen toekomst; alleen vandaag telt. Discipline staat hoog in het vaandel. Zorg dat je de regels snel door hebt, anders worden die er wel ingeslagen met lijfstraffen. Alles om het lieve, nederige, christelijke jongetje dat ergens in je zit op te poetsen.

Het is het bekende verhaal van de nonconformist, die tegen zijn wil wordt vastgezet en zich aan moet passen. In dit geval gaat het om Erling (C 19), een stevige knaap die er alles aan zal doen om weg te komen van dat eiland. Het doet denken aan Papillon in de gelijknamige film, Bernadette in The Magdalene Sisters, McMurphy in One Flew Over The Cuckoo’s Nest en Carlin in Scum. Het worden helden omdat ze vechten tegen iets dat we nu zien als iets onmenselijks. Daarbij zijn het in de basis mensen met het hart op de goede plek en een gevoel voor rechtvaardigheid. Ze zullen geen dingen doen die daar tegenin gaan. Sterker nog, ze zullen het onrecht aanpakken.

Het ijzige landschap waarin de jongens zware arbeid moeten verrichten, de wrede ‘huisvader’ die er genoegen in schept de jonge jongens te straffen en misbruiken… Het zijn zaken die extra voedingsbodem geven aan Erling in zijn strijd om te ontsnappen en de kijker om met hem (en de zijnen) mee te voelen. Mooie rol ook voor Stellan Skarsgård als de ‘bestuurder’, het hoofd van het instituut, die overtuigd is van het feit dat hij de maatschappij een dienst verleend en in de knoop komt met zijn eigen gevoel van normen en waarden.

Een boeiende film met een wrang einde.

50/50




Een komische film over kanker. Kan dat? Werkt dat?

Het gegeven is kort te vertellen. Adam (Joseph Gordon-Levitt) hoort dat hij kanker heeft, met een kans van 50% om dit te overleven. We zien de weg die hij aflegt tot en met de uiteindelijke - alles of niets - operatie. Onderweg zijn de belangrijke personen in zijn leven op één hand te tellen (wat het lekker overzichtelijk maakt): zijn  beste vriend, zijn vriendin, zijn ouders en zijn therapeut. Het is daarbij voornamelijk zijn beste vriend Kyle (Seth Rogen)die de lach aan zijn broek heeft hangen. Dat is een onlosmakelijk en reëel onderdeel van wie hij is. Dat maakt voor een groot deel dat de humor werkt. Het is een echte vriend, die hem door dik en dun steunt, die zelf issues heeft, maar zichzelf niet verloochent en dus grappen blijft maken, zonder dat hij geforceerd over komt. Dat het wel eens mis gaat, komt door de enkele keer dat de scenarioschrijver een geforceerde situatie/grap heeft bedacht die leuk moet zijn, zoals de scène in de kroeg waarin Adam zijn ziekte van Kyle moet uitbuiten. De grap is gelukkig van korte duur en slechts een opstapje voor een resultaat met iets meer diepgang.

Je kunt de titel van de film opvatten als dat de lach en de traan ongeveer gelijk zijn verdeeld. Dat is wel zo, maar daarbij moet ik aantekenen dat het geen schaterlach is en dat het geen dieptreurig tranendal oplevert. Dat was ook niet de bedoeling. Dat zou het bereiken van een grote doelgroep in de weg staan. Het is een uitgebalanceerd, onderhoudend verhaal geworden, dat zo nu en dan kietelt en af en toe voor een klein brokje in de keel zorgt.

…en Anna Kendrick is wederom om op te vreten…

woensdag 7 december 2011

Aftershock (Tangshan Dadizhen)




Gebaseerd op de aardbeving in Tangshen (China) in 1976 waar maar liefst 240.000 slachtoffers te betreuren waren, neemt deze film een jong gezin als uitgangspunt voor een episch verhaal. Het begint met de allesvernietigende aardbeving die zeer groots, realistisch en indringend in beeld wordt gebracht. Als moeder haar kinderen uit hun flat wil gaan redden, duwt vader haar aan de kant en offert zich op als het gebouw instort. De kinderen liggen bedolven onder een stuk beton en er kan er maar één gered worden. De onmogelijke keuze is aan de moeder.  

Als moeder en overgebleven kind een nieuw bestaan opbouwen, komen we er achter dat ook het andere kind het heeft overleeft. Die groeit op bij adoptie ouders, los van haar bloedverwanten, die niet anders weten dan dat ze is omgekomen. Van beide kinderen zien we hoe ze volwassen worden, wat hen bezig houdt, hoe de ramp zijn onuitwisbare indruk op hen en ook hun moeder heeft achtergelaten.

De film begint heel sterk met de aardbeving en de directe gevolgen er van, die hartverscheurend zijn. Als beide kinderen in hun aparte levens worden gevolgd, verslapt de aandacht. De psychische gevolgen van de ramp laten hun sporen zeker wel na, maar dit wordt niet uitgemolken, iedereen gaat er ingetogen mee om, stopt het weg, aanvaard het lot. Dat maakt dat er op dat vlak weinig dramatische wendingen in zitten. Dat zou op zich niet zo erg zijn als dit wordt gecompenseerd op ander vlak, maar daar laat de film het een beetje afweten. Je leeft dus wel mee, maar niet intens. Dat je je verdriet verbergt voor je omgeving is een mooi gegeven, maar als toeschouwer van de film zou je een dieper kijkje in de psyche willen krijgen. Het wordt daarom een lange aanloop naar de onvermijdelijke hereniging van moeder, zoon en dochter. Je bereidt je voor op deze dramatische ontknoping, maar ook die gaat niet geheel als verwacht. Als broer en zus elkaar vinden, springt men in de tijd over het hoogtepunt heen. Op naar de confrontatie met moeder dan. Maar ook hier komt het drama met een omweg. Misschien wel realistischer, maar na de lange zit had deze Europese knaap wat meer vuurwerk verwacht.

Katzenjammer - Paradiso Amsterdam, 3 december 2011




Het is alsof je het terrein van de Parade oploopt. Gezelligheid alom. Na een paar biertjes of wijntjes doe je eens gek, zet je een rode kaboutermuts op je hoofd en ga je in het mini rad zitten. De kinderen knutselen wat afgrijselijks in elkaar in de knutseltent. Je koopt een ouderwetse snuisterij  die je niet nodig hebt van twee jonge meiden in een oubollig kraampje en je snoept nog een biologisch verantwoorde muffin weg voordat je de besproken theatervoorstelling gaat bezoeken. De flappen van de tent worden opzij geslagen, je neemt je plekje in tussen gelijkgestemden en ontwaart vier doldwaze dames in extravagante kleding met pruiken op. Met een batterij malle instrumenten tot hun beschikking wisselen ze vrolijke zeemansliederen af met folk, pop en bluegrass in een heerlijk eclectische mix, waarbij de instrumenten onderling veelvuldig worden uitgewisseld. Het publiek is blij, er wordt geklapt (al dan niet in de maat), gezwaaid, meegezongen (zelfs in het Noors), gefeest…

Maar dan kijk ik nog eens goed. Ik zie helemaal geen gelijkgestemden. De dolle dames zijn keurig cabaretesk, spelen dat ze leuk zijn, weten waar ze hun publiek moeten kietelen, maar blijven ver van de schreef.  Zelfs de weinige woordjes Nederlands die ze kennen (vijftien euro, twintig euro, de prijzen van achtereenvolgens hun cd en t-shirt!) hebben een doordacht commerciële basis. En het publiek drinkt geen biertje te veel, laat staan dat er eentje door de lucht gaat. Het is meedeinen op de plek, in plaats van wild dansen. Het wildste dat in velden en wegen te bekennen is, is de pruik van de rondborstige Marianne Sveen.

Waarom ben ik hier?                                                          

Een paar jaar geleden had ik vernomen dat dit zo’n leuke band zou zijn. Ik heb toen kaartjes gekocht voor hun concert en nam een vriendin mee. Het concert hebben we echter nooit meegemaakt, omdat we tijdens het diner in een restaurant zo intens zaten te praten dat ik dat belangrijker vond dan het concert, dat we dus hebben laten schieten. Enkele dagen geleden zag ik dat je kaartjes kon winnen voor dit concert in Paradiso. De rest is geschiedenis. Die trouwens afloopt met de realisatie ‘wat doe ik hier’ dat het onvermijdelijke gevolg heeft van halverwege de set de jas aantrekken en het pand verlaten. Het blijkt niet aan mij besteed. Net als de Parade. Ook ooit één keertje geweest, maar me al snel uit de voeten gemaakt.

Ik ben er van overtuigd dat verder iedereen in de zaal een fantastische tijd heeft gehad!

Wrong Turn 4: Bloody Beginnings




Bloody Beginnings. Dat is wat we krijgen. Een korte oorsprong proloog om te zien waar dat trio inteelt hillbillies kannibalen uit West Virginia nu eigenlijk vandaan kwamen. Ze werden als kinderen in een soort sanatorium ondergebracht dat veel weg had van een gevangenis met folterpraktijken. Laat het maar aan het inventieve trio over om uit te breken, het hele ziekenhuis op stelten te zetten en wraak te nemen op de artsen, op geheel eigen, sadistische wijze. Een bloederig voorproefje op wat gaat komen.

Zoveel jaar later. Een hoop opgewonden jongelui die het er van willen nemen in een hut ergens in de sneeuw. Maar die hut krijgen ze nooit te zien, want de titel uit de film moet worden waargemaakt en ze nemen met hun sneeuwscooters al gauw een ‘wrong turn’, waardoor ze terecht komen bij het verlaten, maar voor ons welbekende sanatorium uit de proloog. Laten we er nog eens wat clichés tegenaan gooien. De mobieltjes hebben geen bereik, men doet zich tegoed aan drank, drugs en elkaar (zelfs wat lesbo actie, waarover later meer) en heeft vooral veel puberale lol. Kortom, het ideale kanonnenvlees voor de gebroeders inteelt, die daar natuurlijk rondwaren. Wat volgt zijn nog meer clichés (laten we ons opsplitsen), tenenkrommende dialogen (“Who the fuck are they? They are the cannibal hillbillies my father told me about. Who else could it be?”), idiote gebeurtenissen (als hun vriend het uitschreeuwt van de pijn omdat hij wordt gefileerd, gaat de rest van de groep langdurig discussiëren en uiteindelijk stemmen (!)  of ze hem gaan redden) en een spanningsloze rit door het spookhuis, waarin alleen de expliciete moordpartijen nog enig licht kunnen schijnen in het donker. Die moorden zijn inderdaad aardig expliciet, (zo nu en dan) inventief, maar niet altijd even overtuigend uitgevoerd.

De kannibalen grommen ondertussen tegen elkaar, hakken de lichamen aan stukken en vullen de vleesvoorraad aan om de strenge winter goed door te komen en geven – om de inwendige mens ook direct te versterken - een nieuwe betekenis aan het begrip vleesfondue. Tien jongeren, tien kleine negertjes…
Wrong Turn 4 is niet voor niets de zoveelste ‘direct to dvd’ in deze serie. Het is een term die genoeg zegt. Liefhebbers weten wat ze kunnen verwachten. Fijnproevers laten dit links liggen.

Ps. Je had nog wat van me te goed. In deze film wordt een mooie term gebruikt die ik nog nooit had gehoord. ‘Slut bunkies’. Eén van de meiden zegt het tegen twee andere meiden die liggen te vozen. Nou ja, ‘slut’ lijkt me duidelijk. ‘Bunkie’ is slang voor ‘bunkmate’, degene met wie je een slaapvertrek deelt, in het bed naast je. Weer wat geleerd. Goeie term!

Little Deaths




La petite mort is een Franse term die gebruikt wordt als metafoor voor een orgasme. Nu in het Engels, meervoudig toegepast, maar op een iets andere manier. We krijgen namelijk drie korte verhalen voorgeschoteld, die allemaal te maken hebben met de duistere (onderkant) van de samenleving. Daklozen, drugsverslaafden, drugsdealers, prostitutie, sadomasochisme…. Om maar eens wat te noemen. Het heeft echter allemaal te maken met seks en dood.

Het eerste deel heet House And Home en gaat over een welgesteld koppel dat uit naam van de Heer een dakloos meisje uitnodigt voor een ‘verwendag’ in hun mooie huis. Het aanlokkelijke aanbod - een bad, goede maaltijd, wat cash – wordt aanvaard, maar al snel blijkt het doel van het echtpaar een stuk minder nobel dan waar de argeloze zwerfster vanuit ging. Maar… they fucked (with) the wrong girl! “We all have appetites, some of us have different tastes”. Het is een zin die de echtgenote in het begin oppert en als een boomerang op haar terug zal komen.

Aardig gegeven en lekker bloederig uitgewerkt. Het deed me ook denken aan de film Naked van Mike Leigh, waarin een welgestelde zakenman het gezelschap van een minder bevoorrechtte vrouw uitbuit en haar op een totaal arrogante, walgelijke en neerbuigende manier misbruikt. Dus je inlaten met hetgeen je zo(genaamd) verafschuwt. Zo fantastisch als die film wordt Little Deaths bij lange na niet, maar het is leuk vernaak.

Mutant Tool gaat over een drugsverslaafde die vecht tegen de verleidingen des levens. Ze heeft een vriend die haar helpt in deze strijd. Er komt ook hulp van een andere zijde in de vorm van een vage dokter die pillen voorschrijft die een geheel ander effect teweegbrengen dan wat de verslaafde en haar geliefde hadden verwacht.

Heb je er ooit wel eens bij stil gestaan waar dat pilletje eigenlijk vandaan komt, dat je zo achteloos in je mond stopt? Waar het uit bestaat? Hoe het tot stand is gekomen? Wat de effecten kunnen zijn op de lange termijn? Dat de dokter duistere bedoelingen heeft mag geen verrassing heten en dat de cirkel uiteindelijk rond wordt ook niet. Maar het blijft wat vaag allemaal en hout snijden doet het ook niet echt.

Als laatste is er de pakkende titel Bitch. Dat kan hoer betekenen, of vrouwtjeshond. Of een ondergeschikte man die zich van achteren door een vrouw met dildo laat nemen. Of gewoon nare vrouw. Dat laatste is zij in kwestie, in een ongelijkwaardige relatie waarin hij voorlaatste is. Het is een kinky relatie waarin zij dirigeert, de grenzen op zoekt om hem te vernederen. En hij volgt. Maar tot hoe ver speelt hij de rol mee? Wanneer is de liefde niet toereikend meer om je te schikken naar de wensen van de ander? Wanneer verandert liefde in haat? Hate leads to revenge, revenge leads to suffering, zou Yoda zomaar kunnen zeggen. En dan komt daar de op twee na laatste (de vrouwtjeshond) ook nog aan te pas. Een spannend begin, maar het einde is te ver gezocht en niet in verhouding.

De films doen een beetje denken aan de verhalen uit de vroegere griezelboekjes van EC Comics, zoals The Vault Of Terror, The Vault Of Horror en The Haunt Of Fear. Maar dan de wat zwakkere afleveringen in een eigentijdser jasje. Aardige ether vulling, voor als je niets anders voor handen hebt.