donderdag 26 april 2012

The Cabin In The Woods



Het bloed stroomt… Ik kan het niet laten en loop door de regen met gezwinde pas richting de Munt om daar na mijn laatste Imagine film het veel geprezen The Cabin In The Woods te gaan kijken. Als ik een kaartje heb gekocht heb ik nog even de tijd om de inwendige mens te versterken. Ik loop het theater uit, steekt mijn plu op en verbaas mij over het feit dat drie mensen van me verwijderd iemand onder precies dezelfde plu loopt als ik. Een paarse (dure) inklapplu die ik uit de kast heb getrokken nadat mijn andere het heeft begeven enkele dagen terug. Wat een toeval. Dan kijkt het meisje onder het regenscherm om. Ik ken haar! Het is het meisje van de snackbar uit mijn woonplaats. What are the odds…

Ik las in een recensie dat je het beste meteen kunt stoppen met lezen omdat de verrassing dan nog groter is. Maar ik neem aan dat als je dit leest, je juist meer wilt weten, anders zoek je dit niet op. Daarbij is het allemaal lang niet zo verrassend als men je wil doen geloven. Ik ga niet zozeer spoilers geven maar wel aanwijzingen die je in de film al binnen de eerste paar minuten krijgt en die voor de oplettende en getrainde kijker een simpele optelsom zouden moeten zijn. Een som die ik in ieder  geval snel had gemaakt. Nogmaals, lees maar niet verder als je niet op je hoede de bioscoop in wilt gaan.

De eerste aanwijzing is waar de film mee begint, voordat de titel in beeld komt. De mensen, de plek en conversatie scheppen een idee. Dan de voortitels, waarin er alweer een clou wordt weggegeven. Daarna begint het standaard verhaal waar de filmtitel zijn zogenaamd misleidende uitgangspunt kan uitwerken. Daarmee heb je de drie onderdelen van wat de film te bieden gaat hebben aan verrassingen. Dus ja, verrassend als je niet goed oplet.

De vernieuwende insteek zit hem in het feit dat schrijver Josh Whedon verschillende, genreoverstijgende elementen bij elkaar in een blender doet. Maar die elementen zijn op zichzelf niet nieuw.

Dit betekent overigens niet dat ik de film niet goed vind. Ik heb het alleen over het element van verrassing gehad, dat mij in ieder geval wat tegen valt. Want voor de rest heb ik me goed vermaakt, met het originele gegeven, met zowel de clichés als spitsvondigheden in het script, de humor, een goed gekozen schrikmoment, het bloedbad… Met de algehele spanning was het wat minder. Dat komt door het gebrek aan betrokkenheid met de personages - daarvoor zijn ze veel te plat - en de keuze om te schakelen tijdens spannende momenten.

Dat ‘geen horrorfilm hierna nog dezelfde zal zijn’ is een loze uitspraak. Dat het een injectie kan zijn ter bevordering van originaliteit hoop ik van hafrte.

Carré Blanc



De laatste film die ik dit festival zal zien. Een ellendige zit wordt het.

De artistieke aanpak pakt me totaal niet. Waar kan dat aan liggen? Waar de lang aangehouden shots van Dernière Séance broeien van spanning, laten de opnames in dit witte vierkant me koud. Een 1984-achtige wereld, maar dan uitgeblust en suf. Hoewel de relatie tussen een man en vrouw centraal staat, met een op zich vrij banaal gegeven overigens, wordt deze niet echt uitgediept. Daarbij kent de nieuwe wereld een tegenstelling die ik niet begrijp. Het leven volgens de norm wordt geëist, maar degenen die de zorgen  op naleving er van verwachten dat mensen juist ‘out of the carré blanc’ denken.

Wat willen ze nu eigenlijk?

Het kan me niet veel schelen. Als de toekomst net zo hopeloos is als deze film, geef me dan meteen een touw.
Na afloop zijn er een paar mensen die applaudisseren. Zijn ze blij dat de film is afgelopen? Dit is waarschijnlijk een film die het publiek in tegenpolen verdeelt, waarbij ik dan aan de negatieve zijde zit.

Stemoordeel: hopeloos

The Incident



Stress en een mes zijn geen goede combinatie. Een paar weken geleden ben ik te gehaast als ik een kipfilet ontleedt. Ik snijd een flink stuk van de top van mijn vinger er helemaal af. Au. Het bloedt flink, onder de kraan er mee, wondpoeder en pleister er op. Au. Maar de gedachte is eigenlijk erger dan de werkelijke pijn, op dat moment althans, want als ik die avond de pleister los moet weken omdat hij toch een beetje vast zit aan de open wond gaat dat door merg en been.

George let ook even niet op, en voordat hij er erg in heeft zit het rundvlees onder het bloed en volgt hij mijn voorbeeld met de vinger onder de kraan. Het vlees is bedoeld voor de bewoners van de psychiatrische gevangenis waar hij voor werkt. Samen met drie vrienden bereidt hij dagelijks hun eten om het vanachter beveiligd glas uit te delen aan de gekken. Een slimme zet om ze één voor één langs het raam te laten komen, zodat we meteen zien wat voor – uhm – vlees er in de kuip zit. Dat gaat van vreemd via kinds naar zeer agressief.

George heeft na een laat concert weer een vroege dienst. Het leven zit niet mee, maar het kan alleen maar erger worden natuurlijk. Door een storm valt alle elektriciteit uit. Het is het moment waarop de gevangenen hebben gewacht. Het duurt dan ook niet lang voordat ‘the lunatics have taken over the asylum’.
De film kent een goede opbouw. Suggestie en loze alarmen in het begin doen je hunkeren naar meer. En meer komt er, in toenemende dosis die ook steeds akeliger worden. De vijf vóór de film nog vrolijk kakelende jonge meiden (studenten?) twee rijen voor me, zitten nu helemaal weggedoken in hun stoel.

“Putain, quelle merde” staat er te lezen in de Franse ondertitels die af en toe nog afleiden. Maar een ouderwets lekkere horror/thriller is het, hoewel dat einde niet zo had gehoeven.

Stemoordeel: Goed

Love



Voor mij zitten een vrouw en een man. Er komen twee andere mannen aan en die willen naar de plek naast haar, waardoor ze moeten passeren. “Ik doe heel voorzichtig”, zegt de laatste man tegen de vrouw die hij passeert. “Het gangpad is breed hoor”, antwoordt zij. “Maar ik ben ook breed”, grapt de man. “Dat had ik zo niet ingeschat”is haar gevatte antwoord. “Het is ook maar een illusie”, revancheert de man zich, “het komt voornamelijk door de jas. We leven in een schijnwereld”. Fantastische gesprekken tussen twee vreemden tijdens het Imagine Film Festival in Amsterdam.

Maar het is ook eigenlijk een schijnwereld, die steeds groter wordt. Denk eens aan alle virtuele vrienden die je misschien hebt. Denk eens aan het feit dat je jezelf buiten sluit als je er niet aan mee doet. Ik heb mij tot nu toe bewust buitengesloten. Eergisteren heb ik dan toch een account aangemaakt op gezichtboek, omdat ik een reactie wilde sturen naar een filmmaker en om aandacht te kunnen vestigen op  mijn weblog. De eerste reden is een soort noodzaak dan, een andere manier om in contact te komen was er niet (let op de monopoly van het medium), waarbij de tweede reden, een totaal verkeerde trouwens, me over de streep trok om het toch te doen. Na een dag of drie denk ik er al weer over om de account te deleten. Ik speel het spel niet volgens de regels. De uitwisseling van informatie is erg oppervlakkig. Het is misschien handig als snel communicatiemiddel tussen (echte) vrienden. Maar van ‘snel’ heb ik mij juist een beetje afgewend. En om het nu in stand te houden om mijn weblog te promoten is eigenlijk ook wat triest. Terug naar gekozen isolement?

Het isolement waarin astronaut Lee James Miller in 2039 verkeerd is helemaal niet zelf verkozen. Communicatie met aarde is verdwenen. Via totaal isolement, het gebrek aan sociale interactie, lijkt hij zijn realiteitszin te verliezen. Dan komen er stemmen in zijn hoofd, gaat hij praten tegen zichzelf, om een vorm van communicatie te behouden. Hij bouwt geen nieuwe ervaringen op en krijgt visite van herinneringen. Lee legt zich er op een gegeven moment bij neer dat niet alles zal worden verklaard, dat er mysteries blijven bestaan.

Love is visueel indrukwekkend. Maar deze filosofische film is vooral poëtisch, introspectief,met de nadruk op ‘the spaces in between’ die je laten nadenken over (de zin van) het leven. Een licht hallucinerende ervaring, maar uiterst boeiend. Een film waarin je als kijker tot dezelfde conclusie moet komen als de astronaut, waarbij je niet langer gefocust bent op antwoorden, maar je over geeft aan de indrukken van de reis.

Stemoordeel: Goed

woensdag 25 april 2012

Comforting Skin



Je hebt van die mooie gezegdes. “Beauty is in the eye of the beholder”. Maar wat als niemand kijkt? “Beauty is only skin deep”. Maar het is wel het eerste dat je ziet en kan bepalend zijn voor een contact. Die huid is te verfraaien, door make-up, of rigoureuzer, een tatoeage. Het lijkt een goede optie voor Koffie, die het gevoel heeft dat niemand haar ziet staan. “What’s wrong with me?”, vraagt ze zich af. Haar zelfbeeld en zelfvertrouwen zijn beneden peil, maar die tattoo zorgt voor een verandering. Ze voelt zich zekerder. Of denkt ze dat? Ze begint te flippen. De tatoeage begint te leven, stroomt over haar lijf en spreekt tegen haar. Na initiële angstgevoelens geeft ze er uiteindelijk aan toe, omdat het haar geeft waar ze al zo lang naar zat te hunkeren. Maar de stemmen in haar hoofd worden steeds dwingender.

De film intrigeert, door fantastisch spel van hoofdrolspeelster Victoria Bidewell, die zich – cliché, maar waar – letterlijk en figuurlijk helemaal bloot geeft, alsook Tygh Runyan als haar flatmate, die als tegenpool juist beheersing en een vreemd soort ‘coolness’ uitstraalt. De dialogen zijn ook goed geschreven. Probleem is echter dat de plaat ergens halverwege een beetje blijft hangen. Dat vergt wat van je doorzettingsvermogen, maar het heeft uiteindelijk wel zijn doel. Het geeft body aan een proces dat tijd nodig heeft. De afdaling in de donkerste diepten van Koffie’s psyche eindigt met een actie die daardoor pijnlijker is om naar te kijken dan welk splattereffect uit Inbred dan ook.

Ik vraag me af of vroegtijdige zaal verlaters mogen stemmen. Mijn stem was negatiever geweest als ik niet was blijven zitten.

Stemoordeel: goed

Ps. Een soortgelijk thema, maar dan zonder het fantastische element, werd fascinerend verfilmd door Marina de Van. Het is de film Dans Ma Peau met één van de meest pijnlijke zelfverminking scènes die ik ken. 

Inbred



“Het eerste half uur is bedoeld voor de karakterontwikkeling” zou regisseur Alex Chandon het publiek tijdens de N.O.T. hebben medegedeeld. Geen idee of het ironisch bedoeld was, maar een schaterende lach was het gevolg van deze uitspraak, naar ik heb vernomen. Hij is samen met de Duitse producent Yazid Benfeghoul (onbekend van het horrorfestival met de prachtige naam Splatterday Night Fever) ook bij deze voorstelling aanwezig om de film heel kort te introduceren. Alex’s eerste film Cradle Of Fear (met Dani Filth van de band Cradle Of Filth) heb ik toevallig in de kast staan. Hij zegt dat hij een enorme genre fan is en deze film is gemaakt voor fans als hij, als wij.

De eerste scène hakt (pun intended) er direct goed in. “Sodemieters!” roept een oude man - die bij Vampire  ook al naast me zat - luidkeels uit. “Dat is iets anders dan de film van daarnet”, voegt hij er aan toe. En zo is het. Het is splattertime, tenminste, als we het eerste half uur karakteropbouw (ahum) achter de rug hebben.

Twee sociaal werkers rijden in een bus met vier probleemtieners naar een gehucht om met het verstand op landelijk een positieve groepservaring op te doen. De locale kinderen die een levende vogelverschrikker in de wei mishandelen, de naam van het gehucht (Mortlake) en diens kroeg (The Dirty Hole) en de ‘ramshackle shithole’ van een huis dat ze op moeten knappen zouden de meesten al doen omdraaien, maar ja, dan hadden we geen horror film gehad. De aanvaring met de lokalen uit de titel is een kwestie van wachten. En dan te bedenken dat ze geen eens een verkeerde afslag (pun intended) hebben genomen.

Totally over the top. Het acteren, de make-up en gelukkig ook de gore. Het is Grand Guignol, het is een freakshow met onvrijwilligers. Maar het is helaas niet meer dan één lange aaneenschakeling van eerbetonen aan (scènes uit) ontelbare films die Alex Chandon zo bewondert. Dat is toch te weinig om een goede film af te leveren. Daarbij is het een olijke freakshow, zo eentje waar ik niet zo van hou. Geef mij maar serieuze grimmigheid in plaats van een halve lach. Want waar is nu de horror eigenlijk?

Mijn maag begint ondertussen te knorren van de heerlijke luchten die hun weg vinden vanuit de keuken naar Kriterion 3. Kennelijk is de afvoer niet helemaal ‘comme il faut’.

Als de film voorbij is loopt de zaal leeg, ook al was er een Q&A gepland. Jan Doense en Alex Chandon rennen net te laat binnen, maar een kort vraaggesprek vindt alsnog plaats voor het handjevol achterblijvers. Er wordt nog wat verteld over het idioot lage budget, de toepassing van special effects (die er overigens goed uitzien) en het filmen in de Yorkshire Dales, waar de lokale en ietwat inteelt bevolking maar al te graag hielp bij het maken van de film. Alex heeft nog twee shirts van de film voor diegene die met de beste reden komt om dat shirt te dragen. Helaas reageren maar twee mensen en de tijd dringt want de volgende film gaat beginnen. Een beetje sneu voor iemand die het genre op zich zo’n warm hart toedraagt. De volgende keer toch liever een eigen koers, een eigen gezicht en originaliteit graag.

Stemoordeel: slecht

Vampire



De dagelijkse route naar het festival. Bepaalde zaken gaan opvallen, als je ze elke dag weer tegen komt. Een fiets versierd met fleurig plakplastic, vastgeklonken aan het hek van hotel Amrâth; de kapotte neonletters van het drijvende Chinese restaurant Sea Palace, waardoor woord ‘aura’ oplicht; Rapenburg, de misschien wel drukst met fietsen beparkeerde straat van Amsterdam; de Hollywood ster in de stoep voor het ‘film & photography’ bedrijf bedrukt met hun naam hazazaH; een varken dat me aanstaart vanaf een sticker met de tekst “wat eet jij vanavond?”… Maar ook eenmalige zaken, zoals een bankje aan het water waar een eenzame toerist high wordt; een mini parkje, waar de ene dag een man in het vochtige gras buikspieroefeningen doet en de volgende dag een vrouw foto’s neemt van een stel dat zich opstelt met de gezichten tussen de lange takken van een wilg; een handjevol schilders die met grote doeken aan de gang zijn om het uitzicht vanaf de Latjesbrug te vereeuwigen.

Nog twee dagen deze route. Nog twee dagen festival voor mij. Toevallig zijn alle zes de films in dezelfde zaal. Een voordeel, omdat je dan niet bang hoeft te zijn dat je te laat komt voor een film in een andere zaal, hoewel het tot nu toe goed gaat dit jaar, tenzij er een zaalwisseling is natuurlijk. Ach, genoeg geluld, het gaat beginnen: “bekijk het leven op de Syfy manier”…

Al na een minuut of tien verlaten de eerste mensen de zaal bij de voorstelling van Vampire. Komt dat omdat het zo traag is, niet erg boeiend, of omdat er nèt een opzichtig artistiek trucje wordt toegepast (het beeld is 90 graden gedraaid) dat totaal geen reden, betekenis of inhoud heeft? Het zou kunnen. Ik loop niet zo gauw weg, eigenlijk nooit, want je kunt het pas echt beoordelen als je de hele zit hebt gehad en mijn huidige oordeel kan nog wijzigen.

Het idee is niet slecht. Een man (Simon) die bloed drinkt selecteert zijn (gewillige) slachtoffers via een website sidebycide.com, waar mensen die het niet meer zien zitten elkaar treffen. In een suicide-pact haalt hij ze over om zijn methode te volgen door al het bloed uit hun lichaam af te tappen. Hij helpt de persoon in kwestie dan om het daarna bij zichzelf te doen. Dat laatste gebeurt natuurlijk nooit, want zodra het slachtoffer de pijp uit is, zet hij de fles aan de mond voor een teug bloed.

Dit is de basis. De film is lang. We zien Simon’s moeder, die Alzheimer heeft en opgesloten zit in een kamer met grote heliumballonnen aan zich vast. We zien Simon lesgeven als biologieleraar, hij maakt ongewild vrienden die zich met leven bemoeien, hij bezoekt freaky soirees waar hij helemaal niets te zoeken heeft. Er spreekt een tweestrijd uit, die pas later duidelijker wordt. Steeds meer gaat het verhaal met het idee aan de haal en wordt je moe van de pseudo psychobabble. Daarbij zijn enkele  dingen die niet helemaal lijken te kloppen, of waarvan de geloofwaardigheid op de proef wordt gesteld. Alles is in het voordeel van de film uit te leggen, omdat alles enorm vaag wordt gehouden, waarmee misschien wel het grootste bezwaar naar voren komt: het is zo ongelooflijk vlak allemaal.

Mijns inziens had deze film met een stevige herschrijving van het script in compactere vorm wel de indruk kunnen achter laten die ze nu zo jammerlijk aan zich voorbij laat gaan. Ik twijfel naar het einde toe nog over een laffe ‘zozo’ stem, maar als er iemand wat balletpassen gaat doen op een vriezer scheur ik toch maar anders in.  

Stemoordeel: slecht

Ps. Ik weet nu wel wie er in die stoel van de Imagine poster uit 2009 zat ;-).


dinsdag 24 april 2012

[REC]³ Génesis



De verrassingsfilm die geen verrassing meer was omdat de film ook al onderdeel is van de N.O.T. en dat zou niet zo aardig zijn richting de mensen die dan misschien een kaartje kopen voor een film die ze al hebben gezien.

In het begin van de film lijkt deze trouw te blijven aan de originele opzet met opnames van videocamera’s. En waar beter en meer mogelijkheden dan op een bruiloft! Daar wordt dan ook door diverse personen in alle vrolijkheid gefilmd. De inzegening van het huwelijk in de kerk, de grandioze receptie in de buitenlucht en het swingende feest in de avond. Zeer realistisch, zoals dat gaat met een vreselijk liedje van de bruidegom, steeds meer dronken wordende familie die niets zinnigs zeggen in de camera en een oom die zijn door een hond gebeten hand laat zien. Aha!

De vraag is dus niet of, maar wanneer het zombiespektakel van start gaat. Maar oompje, wat doet u nu? Bruid en bruidegom raken van elkaar gescheiden en die moeten natuurlijk herenigd worden. This time it’s all in the family. Nu kan het feest pas echt beginnen.

Na een flinke tijd schakelt de film via een slimmigheidje van het videogegeven over op een normale film, om alle zombie acties in volle glorie vast te leggen. Met de intensiteit van de zombies en het daarmee gepaard gaande geluid zit het weer snor. Daarbij is er dit keer ook wat humor toegevoegd.

Het is prijzenswaardig dat de makers iets nieuws proberen en niet blijven steken in een letterlijke herhaling. Zo briljant als het debuut zal het nooit meer worden, maar deze derde in de serie is weer beter dan de voorganger. Want een lekkere zombiefilm is het zeker. Met een flinke portie splatter, een aantal goede schrikmomenten, een knallend einde en een bruid met een kettingzaag is namelijk niets mis.

Hoewel ik deze film het liefste een beoordeling zou geven tussen goed en zeer goed, is dat niet mogelijk en scheur ik onderstaande in omdat ik me heerlijk heb vermaakt bij dit ouderwets lekkere horrorspektakel.

Stemoordeel: zeer goed

Eddie: The Sleepwalking Cannibal



Het begint met een groot cliché. Man rijdt in auto, let niet op en knalt tegen iets aan. Gaan we zo beginnen, denk ik bij mezelf. De film slaat direct terug, want het aangereden hert is niet dood en ligt stuiptrekkend op de weg. Tsja, wat te doen. De toon wordt goed gezet. Grap en gruwel.

De onoplettende man is Lars, een bekende Deense schilder die naar Canada is gekomen (slimme zet in deze Deens/Canadese samenwerking) om daar les te geven op een ‘art school’, maar vooral inspiratie op te doen omdat hij al jaren niets meer heeft kunnen schilderen. Lars wordt gezien als een goede promotie voor de school, die wel wat prestige (en geld) kan gebruiken. De school heeft zich ontfermt over Eddie, een ongevaarlijk ‘retard’, omdat zijn tante de beschermvrouw van de school is. Als de tante overlijdt, moet Eddie een nieuw onderkomen hebben om op die manier de nalatenschap (het gebouw) die aan Eddie kleeft behouden. Een plus een is twee en Lars neemt Eddie onder zijn hoede.

Dan gaan we naar de titel van de film. Lars komt er achter dat Eddie ’s nachts het huis verlaat en tijdens zijn slaapwandeling beesten verslindt. Maar niet alleen beesten, blijkt al snel. Lars merkt dat het aanzicht van de gruwelijke tableaus hem de inspiratie brengt waar hij op zat te wachten. De egoïstische Deen rekent zich al gauw rijk. Door Eddie gericht in te zetten, krijgt hij weer inspiratie die het ultieme schilderij moet opleveren. Dat hij met zijn werk geld genereert voor de school, waardoor zijn aanzien stijgt wat hem vrouwelijke aandacht oplevert, is mooi meegenomen. Het is natuurlijk wachten op het moment dat dit plannetje in duigen valt.

Eddie is een komische film, gelardeerd met bloederige taferelen en een simpele boodschap. Wie goed doet… Er zitten voldoende onverwachte wendingen in het verhaal om het interessant te houden, met een goede bijrol in de vorm van een wantrouwige sheriff (I’m always the last one to follow the Piper”) en een amusante terugkerende grap in de vorm van een radiopresentator die iets te bezield zijn liefde voor de gruwelijke verhalen achter klassieke muziek de ether in gooit.

Na de aandoenlijke zombie Harold nu de ontroerende kannibaal Eddie. Het moet niet veel gekker worden…

Stemoordeel: goed

Luister & Huiiver



Kriterion 2, de lezing Luister & Huiver van Franca Jonquiere. Hoewel het om 15:50 uur moet beginnen, komen medewerkers van het festival af en toe hun hoofd om de deur steken dat het nog eventjes duurt om wat technische zaken te regelen. Echt nog maar heel even. Het duurt uiteindelijk een half uur voordat alles onder controle is. Dat euvel bleek de stekker in de computer die iets harder aan moest worden geduwd. Het doet me denken aan een reclame van jaren terug, waarin een man zijn computer niet aan de praat krijgt en zijn bijdehante dochter opmerkt: “of je moet de stekker erin steken”…

Franca zie ik al jaren rondlopen op het festival en ze heeft al eens eerder woordelijk meegedaan, aan een panel in de Melkweg was dat toen. Dit keer krijgen we een wetenschappelijk inzicht in de manier hoe geluid in de film kan worden gebruikt voor diverse doeleinden. Op zich zijn het dingen die je allemaal wel (onbewust) weet, maar dit keer krijgen ze moeilijke namen en zie en hoor je aan de hand van vele filmfragmenten de diverse aanpakken in lichtende voorbeelden. Het is informatief en Franca spreekt gemakkelijk (ervaring) en weet waar ze het over heeft (kennis). Enige minpuntje is dat als er namen van personen worden aangehaald, die kennelijk expert zijn op dit gebied, er niet even wordt verteld wie die mensen zijn en waarom ze maatgevend zijn. Het mag de pret niet drukken en het onverwacht leukste moment is als Franca een fragment laat zien uit White Noise 2, waarvan ze indertijd zelf erg is geschrokken. Ik zit vrij achterin de zaal en zie op het schrikmoment iemand rechts van mij als een raket de lucht inschieten. Een effectief moment dus, zelfs voor een gewaarschuwd mens. Alhoewel alles ook nog eens persoonlijk is. Het werkt niet voor iedereen precies hetzelfde. Dat zal ook te maken hebben met hoeveel (genre)films je al hebt gezien, waar je allemaal rekening mee houdt (onbewust) in je hoofd als er bijvoorbeeld spanning wordt opgebouwd. Alle scenario’s gaan in milliseconden door je hoofd waardoor je als het ware voorbereid bent en dus minder, of zelfs niet meer echt schrikt, schat ik zo in. Maar ik ben geen wetenschapper.  

Dat muziek ook de plank mis kan slaan laat ik in mijn artikelen wel eens voorbij komen, zoals in twee films die op het festival te zien zijn, Crawl  en Intruders, waarin geluid dat de spanning moet verhogen tegen zichzelf gaat werken en ongelooflijk irritant wordt. Maar zoals gezegd, het is persoonlijk.

Iets dat mij altijd is bijgebleven als uniek voorbeeld van de koppeling van beeld en geluid is een scène uit C’est Arrivé Près De Chez Vous. In deze film volgt een camerateam een seriemoordenaar. Het team bestaat uit een geluidsman en een cameraman. Als ze op een gegeven moment de moordenaar helpen om iets te zoeken, splitsen ze zich op en zie je beelden die niet bij het geluid horen (hier te zien vanaf 0:32:00). Het werkt magisch disoriënterend. Een ingenieus staaltje film maken in een al even bijzondere film.

maandag 23 april 2012

Iron Sky



De geest is uit de fles. Het hek is van de dam. Het eerste gekkenhuis is een feit. Iron Sky staat op nummer twee in de ranglijst en kent een buzz van jewelste, waardoor de film naar de grote zaal is verplaatst en alle voorstellingen nu al zijn uitverkocht. De zaaltemperatuur is van alle opwinding enkele graden gestegen.

De nazi’s hebben na de oorlog hun (sieg) heil gezocht op ‘the dark side of the moon’, die met Deutsche Gründlichkeit is omgetoverd tot een militaire basis van waaruit men zich klaarmaakt voor een invasie van de aarde, die tenslotte uitmondt in een soort Star Nazi Wars, met de ‘Götterämmerung’ als ‘Death Star’. Ha! De film samengevat in één zin.

De schrijvers hebben hun uiterste best gedaan om een zo fout en onwaarschijnlijk mogelijk universum op te roepen, waarin alles kan en er dus niet hoeft worden stilgestaan bij de waarom vraag. Het maakt dus niet uit dat de nazi’s een achtergebleven technologische ontwikkeling kennen, maar wel met vliegende schotels naar de aarde reizen, om maar eens wat te noemen. Sit back, relax and laugh. In de prachtig vormgegeven wereld is het zeker in het begin lachen om de vele grappige vondsten, zoals de maanbasis in de vorm van een hakenkruis, de snelwegen er om heen, de opleiding van de ‘Jugend’, de domheid van de wereldleiders, etc. etc. Tel daar bij een portie über-acting en genre favoriet Udo Kier op en stuk kan het eigenlijk niet meer.

Nee, stuk gaat het niet, maar na verloop van tijd gaat de grootste lol er een beetje vanaf, zijn de leukste grappen verspeeld en moeten we het doen met nog enkele rake one-liners. Het mag de pret slechts een beetje drukken.

Het is wel erg jammer dat executive producer San Fu Maltha in 2004 niet heeft opgelet toen Richard Raaphorst met zijn Worst Case Scenario de nazi’s al een mooie nieuwe rol had toebedeeld. Die film is helaas nooit van de grond gekomen. Sindsdien is het gegeven niet echt nieuw meer, maar dat er nog mee gescoord kan worden is een feit. Dus hopelijk krijgt Richard met Army Of Frankenstein alsnog het succes dat hij wel verdiend heeft na al die jaren.  

Stemoordeel: goed

Dernière Séance



Het moet toch prachtig zijn om je eigen kleine bioscoop te hebben, vol donkere gangen, een projectiekamer met zo’n oude projector, één zaal met van die rode stoelen die eigenlijk aan vervanging toe zijn en voormalige wijnkelders onder dat alles, waar je slaapt en je al het promotiemateriaal en andere rommel bewaart. Films draaien die na aan je hart liggen. Een oude man die voor de zoveelste keer een kijkje komt nemen.

Het is alleen niet ‘eigen’. Sylvain hoort nog eens van de eigenaar dat de sluiting over drie dagen is. Iets dat hij naast zich neer legt. Dit is zijn domein. Dit is zijn altaar. De plek van adoratie. De plek waar hij de trofeeën van zijn slachtoffers naar toe brengt. Sylvain is een seriemoordenaar.

Dit is een artistieke horrorfilm. Een prachtige artistieke horrorfilm. Het meeste wordt gezegd met beelden. Het is traag, of eerder rustig, maar fascinerend door het spel van Pacal Cervo als de behulpzame, dienstbare maar ook gekwelde ziel die met zijn uitdrukkingsloze gezicht vaak lang in beeld is. Je wilt weten wat hem beweegt, waardoor hij zo is geworden. Dat komt na verloop van tijd, via herinneringen. Ondertussen gaat het moorden verder. Niet eens zo berekenend, soms uit woede, of zelfbescherming. De eerste moorden vinden buiten beeld plaats, maar komen des te harder en realistischer aan. Sylvain’s eenzaamheid klinkt door in zijn moorden, maar dat werkt twee kanten op. Voor het slachtoffer is het ook het ultieme moment van verlatenheid, als ze daar langs de weg wordt omgebracht, terwijl een auto passeert en diens koplampen haar stervende lichaam even doen oplichten. We zien het in perfecte kaders, prachtig belicht, met oog voor details. Het maakt grote indruk.

Sylvain lijkt weg te zijn gestapt uit een Italiaanse giallo en heeft wat elementen er uit meegenomen. Als hij de knopen van zijn vest van onder naar boven vast maakt, is dat omdat dit visueel mooier in het beeld past. Zeer gestileerd dus. En daar is helemaal niets mis mee, want het bewijst zijn nut.

Stemoordeel: goed

The Corridor



Regisseur Evan Kelly spreekt ons toe. Een videoboodschap speciaal voor Imagine. Dat hij het jammer vindt dat hij er niet bij kan zijn, dat je geduld moet hebben met de film - het is een ‘slow-burner’ - en als je zin hebt, laat dan weten wat je er van vindt via Facebook.

Voor een ‘slow-burner’ begint het direct goed, met Tyler Crawley die helemaal doorgedraaid is. Het huis ligt aan puin, moeder ligt dood op de grond en als zijn vrienden binnen komen gaat hij ze te lijf.

Ontslagen uit het ziekenhuis gaat Tyler naar een ‘cabin in the woods’ (altijd goed idee) waar hij met zijn vrienden een mannen weekend heeft in de sneeuw. Tyler heeft nog medicatie (ja duh!) en zijn vrienden zijn nog op hun ‘qui vive’. Ze kijken naar oude home video’s, maken wat muziek en delen persoonlijke zaken, waarbij het doordraaien van Tyler ter sprake komt. Er is natuurlijk drank en onderbroekenlol. Het tempo is ondertussen drastisch gedaald.

Tyler lijdt nog steeds aan hallucinaties, waar hij overigens geen geheim van maakt. Hij ziet dingen die er niet zijn. Of zijn ze er wel?

De film doet thematisch denken aan Chronicle, alleen de vondst, ‘the corridor’, brengt de mannen iets anders dan superkrachten. Er wordt helaas iets te veel geouwehoerd om echt spannend te worden. Als het konijn eenmaal uit de hoge hoed is gekomen, ga je een identificatie kader missen, waardoor je je niet meer betrokken voelt. Waar je in het begin nog wilt dat de film je interesseert, boeit het op een gegeven moment echt niet meer zo veel en wordt het zelfs wat vermoeiend.

Heel erg jammer, want het idee is nog niet zo slecht. 

Stemoordeel: slecht

Ps. Ik kreeg het gevoel dat er een connectie was tussen deze film en een andere film. Het was even graven, maar dat blijkt Dreamcatcher te zijn. Ook in de sneeuw. Ook te maken met psychische krachten. Ook een film die ik tijdens het AFFF gezien heb (op 16 april 2003 om precies te zijn). Ook een film die me niet veel deed. Als ik de poster voor deze film zie valt er meer op zijn plek dan ik had gedacht. Plagiaat? 

European Fantastic Shorts 2012-2



Hatch
Wat doe je als er een horror ei uit je komt en je hebt Alien niet gezien? Dan ga je naar de kroeg met dat ding. Grappig, spannend en er uit met een knal.


Souterrain
Een seriemoordenaar waart rond. Helaas zie je de clou al van zeer verre aankomen.


Voed Mij
Feeders. Ze bestaan echt. Een seksuele fetish. Hier in animatievorm met de boodschap dat het gras altijd groener is aan de overkant.  Sprekend, leuk en grappig einde. Een overzicht van ’s mans werk op www.diarreeteevee.nl.


Akerbeltz, las Brujas y el Inquisidor
Een prachtig vormgegeven kijk op de Baskische heksenprocessen van Logroño uit 1610, waarbij een heleboel mensen werden veroordeeld als heks en op de brandstapel eindigden. Na Hatch en Voed Mij het derde filmpje dat geen woorden nodig heeft omdat de beelden genoeg zeggen. Indrukwekkend, met stemmige muziek van Hedningarna.   


La Détente
Briljante animatie over de loopgravenoorlog. Hoe een droom een nachtmerrie wordt, die werkelijkheid blijkt. Subliem.


Grappig tijdreis idee, met een kronkel.


Tune For Two
Universele klanken kunnen je van de wijs brengen. Of toch niet? Gortdroog, grappig en verstommend tegelijk.


Le Lac Noir
Onbereikbare verlangens. Duister en fascinerend. Een gruwelijk sprookje zoals alleen die Fransen kunnen maken. Om koud van te worden.

Daarmee kwam een einde aan deel twee van de korte films. Beide edities waren dit jaar erg goed, zonder tegenvallers en dat is wel eens anders geweest.

zondag 22 april 2012

Harold's Going Stiff



De meest kloterige stoelen in zaal 2 zijn de acht voorste van het achterste gedeelte. Steeds weer zie ik mensen die denken dat ze een goed plekje in zicht hebben, gaan zitten, waarna ze diep in de stoel wegzakken, beginnen te twijfelen, om zich heen kijken waarna sommigen direct voor een andere plek kiezen, maar anderen er wat later achter komen dat het toch beter is om te verkassen om je niet de hele film te blijven ergeren aan dat achterhoofd voor je, dat als een grote zwarte heuvel het filmlandschap doorbreekt. Grappig.

Harold’s going stiff. Het lijkt een ouderdomsprobleem. De dokter dacht eerst aan arthritis, maar het blijkt een unieke nieuwe ziekte die ze ‘Onset Rigor Disease’ noemen, ook wel ‘O.R.D.’. Harold is de eerste waarbij de ziekte wordt geconstateerd en bij hem gaat het ook het meest langzaam. Er zijn drie stadia. Algemene stijfheid, gevolgd door mentale achteruitgang en uiteindelijk gevaarlijk gedrag. Harold vertrouwt de camera toe dat hij nogal vergeetachtig wordt en dat zijn ziekte hem beangstigt. Gelukkig krijgt hij hulp van lieve verpleegster Penny die hem – zoals dat verpleegsters betaamt –constant blijft toespreken in de ‘wij’vorm en positiviteit brengt: “we’ll get you running before you know it”. Maar het toekomstbeeld lijkt negatief, alle andere mannen die de ziekte na Harold hebben gekregen laten een versnelde vorm van achteruitgang zien en eindigen als zombies, waar de burgerwacht wel raad mee weet: onvrijwillige euthanasie!

Het is alsof je naar een documentaire over de zorg zit te kijken. Aan de ene kant erg grappig, met zombies zoals je ze nog nooit hebt gezien, die met stijve armen en benen door het Engelse platteland rennen en worden neer geknuppeld door drie knuppels uit de buurt. En de manier waarop alle betrokkenen hun zegje doen voor de camera is even herkenbaar als amusant. Aan de andere kant zie je de weg die Harold aflegt, die lieve oude man, die afwasmiddel in de koffie doet, die verrekt van de pijn, bang is voor wat hem te wachten staat. Hij is hulpbehoevend, onschuldig en ziek.

De gulle lach uit het begin maakt steeds meer plaats voor medeleven. Je gaat echt meevoelen met de oude Harold en zijn eenzame verpleegster. Fantastisch gespeeld ook. Een prachtig portret met originele insteek. Wie had ooit verwacht dat je zo zou meeleven met een zombie.

Stemoordeel: Goed

Lobos De Arga



Dit weekend heb ik twee gaten in mijn programma. Speciaal gepland op verzoek van iemand die de tijd wil hebben om even rustig te eten. No problem. Yes problem, want er worden andere plannen gemaakt en ik ben opeens teruggewezen op mezelf. Straks begint om 14:00 uur Beyond The Black Rainbow. Daar hoor ik alleen maar hele slechte zaken over, voornamelijk dat het niet te doen is en dat er heel veel mensen uit weg lopen. Na die film zou ik 2,5 uur vol moeten maken. De derde reden dat ik besluit om de film te skippen is dat ik nog vijf recensies moet schrijven voordat ik weer op pad ga. Ik kies voor wat rust, laat de film voor wat die is en heb wat meer tijd voor de recensies die je hier kunt vinden.

Het heeft nog een voordeel, ik kan thuis weer eens mee eten, al is het wat vroeg. Na het eten op de bus wachten die niet komt en als een gek dan met de auto een lift krijgen om het überhaupt nog te halen. Misschien heeft het te maken met het treinongeluk in Amsterdam dat die bus niet ging?

Zaal 2 weer. Zit ik verdomme weer bij de verkeerde film? Er begint namelijk een interview met Stan Lee, wat onderdeel uit zou kunnen maken van de documentaire die over hem te zien is. Er wordt gerommeld en gemord, mensen staan op om te vragen of het wel klopt allemaal, maar dat blijkt wel het geval. Op zich heel leuk hoor, dat interview, maar kondig dat even aan.

Weerwolven. Tegenwoordig komen ze meestal volledig uit de computer. In deze Spaanse film zijn ze nog gebaseerd op de vroege versies en lijken het gewoon mannen in behaarde pakken. Begin 1900 is er een scabreuze markiezin die ‘fucks with the wrong gypsy’ (letterlijk en figuurlijk) en daardoor een vloek krijgt uitgesproken over haar nageslacht. Een weerwolf zal haar dorp Arga voor eeuwig onveilig maken, tenzij…

Een dikke eeuw later keert achter(achter?)kleinzoon Tomas met zijn schattige - aan The Artist herinnerende - hondje Vito terug naar het dorp van zijn geboorte, waar hij het met een oude vriend en zijn ‘literair agent’ moet opnemen tegen de dorpelingen die de vloek willen opheffen en de weerwolven die uit de vloek zijn ontstaan.

Oude tijden herleven een beetje in deze horror komedie. Het is niet eng of spannend, daarvoor ligt de nadruk te veel op het absurde en ludieke. Soms is men goed op dreef en zijn de grappen echt geslaagd, maar net zo vaak is dit niet het geval, omdat de humor belegen is, of gewoon afwezig. Het gaat een beetje op en neer dus. Vandaar dat ik niet echt overtuigd ben, maar me wel aardig heb vermaakt. Een typisch geval van het stemkaartje in het midden scheuren.

Stemoordeel: zozo

zaterdag 21 april 2012

Scabbard Samurai (Saya-zamurai)



Scabbard betekent schede. De schede van de samurai is leeg. Hij mist zijn zwaard. Hij rent door de bossen, weg van alles en iedereen, op de vlucht. Zijn dochtertje rent met hem mee. “Als je niet wilt vechten als een samurai, sterf dan als een samurai”, roept ze hem telkens toe. Ze kent de code van de krijger en weet dat het een schande is om weg te lopen. Ze lapt hem elke keer op na mislukte aanvallen van gekke premiejagers, zoals de chiropractomoordenaar (!), die je met zijn getrainde vingers in een handomdraai om kan leggen.

De bebrilde Kanjuro wordt uiteindelijk gevangen genomen door de autoriteiten. Hij krijgt de zogenaamde 30 dagen opdracht, die inhoudt dat hij 30 dagen de tijd heeft om een in zichzelf gekeerde kleine prins (wiens moeder is overleden) aan het lachen te krijgen. Iets dat zijn twaalf voorgangers niet is gelukt. Als hem dat ook niet lukt binnen de gestelde tijd moet hij seppuku (traditionele zelfmoord) plegen, iets dat hem maar al te duidelijk wordt meegedeeld na elke poging die hij gaat ondernemen. Want dat gaat hij. In het begin verzint hij zelf de meest idiote dingen, terwijl zijn dochter toekijkt, hem van commentaar bedient en er op blijft hameren dat het oneervol is wat hij doet. Al snel krijgen zijn bewakers de smaak te pakken en bedenken evenzo malle grollen om het verhaal tot een goed einde te brengen.

Hoewel de grappen op zich enorm melig zijn, maken de uitvoering, de omstandigheden, de herhaling en bovenal de droogkomische vertolking het zeer amusant om naar te kijken. Net als in zijn vorige en zeer geslaagde film Symbol draait het om een uitdaging die wordt aangegaan, het doorzettingsvermogen daarin en de even originele als onzinnige vondsten en pogingen om te slagen. Pogingen die absoluut futiel lijken te zijn, maar daardoor niet minder onderhoudend zijn.

Er zijn op den duur wat wijze lesjes te leren, het dochtertje in haar prachtige kimono is een snoepje en ik sluit mij volledig aan bij het commentaar van één van de premiejagers die in het publiek de vele pogingen van Kanjuro staat aan te moedigen: “it’s refreshingly stupid”!

Stemoordeel: goed

Der Sandmann



Vandaag is mijn volste dag. Vijf films die ook nog eens nauwelijks tijd tussendoor geven, waardoor het bijna één doorlopende film wordt. Blijkt het jaarlijks terugkerend evenement van de grote zaalwisselingen ook weer te zijn begonnen. Een evenement dat even vervelend als begrijpelijk is, aangezien sommige films na hun beoordeling hoog in de scorelijst komen en zodoende meer publiek trekken dan verwacht, waardoor deze worden verplaatst naar de grote zaal om meer mensen te kunnen bedienen (en meer kaarten te kunnen verkopen natuurlijk). Na The Devide in zaal 1 volgt een Q&A met Steven Kostanski (geloof ik), die mee heeft gewerkt in de make-up afdeling en eigenlijk hier is om de films Father’s Day en Manborg te promoten. Erg leuk, maar mijn volgende film begint tien minuten geleden in zaal 2, dus rep ik mij daar naar toe, om te zien dat die zaal nu is gereserveerd voor Thijs van Domburg, de cabaretier. Zaal 3 dan maar? Daar vertelt Cor (vrijwilliger) me dat ik in zaal 1 moet zijn! Wat een grap, had ik gewoon kunnen blijven zitten. Misschien handig als men in die zaal even had verteld van de zaalwisseling. Dan hadden ze misschien èn meer publiek gehad bij de Q&A èn was er niet zo’n stress ontstaan.

In de rij voor zaal 1 dan maar weer. Als ik daar mijn plekkie weer heb ingenomen wordt er nog even gevraagd of er geen mensen in de zaal zitten voor Thijs. Ja dus. Niet goed gecontroleerd door de kaartjescontroleur dus.

Waarom heb ik Der Sandmann in mijn schema opgenomen? Omdat er dit jaar niet zo heel veel titels zijn waarvan ik zeker weet dat ik ze wil zien. Dan volgt er een keuze uit vraagtekens en vaagheden. Het verhaal van deze film sprak me in zoverre aan, dat het een origineel gegeven is. Gemaakt in Zwitserland nogal liefst. Heb ik ooit een Zwitserse film gezien? Ik zeg ‘gruetzi miteinand’ en merk al gauw dat ik een hele goede beslissing heb genomen.

De regisseur spreekt ons vooraf nog even toe in een kort webcam filmpje speciaal opgenomen op verzoek van en voor het festival. Hij beantwoordt twee vragen en wenst ons veel plezier.

Benno werkt in een postzegelwinkel. Sandra is uitbater van een kleine bar. Ze irriteren elkaar op hilarische wijze. Zij door hem uit zijn slaap te houden met haar éénvrouwsband. Hij door koffie te drinken in haar bar en haar op dodelijke wijze te beledigen. Toch hebben ze een connectie die te maken heeft met dromen. Dan begint Benno zand te lekken! Een dokter constateert geen afwijkingen en een psycholoog ziet er een interessante figuurlijke formulering in. “Ja maar ik lek echt zand!” Naast alle ongemakken van dien zorgt het ook voor mogelijkheden, die Benno maar al te graag uitprobeert. Maar het blijkt toch meer een vloek dan een zegen en de band met Sandra is betekenisvoller dan gedacht en moet voor uitkomst zorgen.  

Der Sandmann zorgt voor erg grappige situaties die bijzonder goed worden gedoseerd en fantasievol worden toegepast. Het is knap dat je met dit zeer originele, maar - op het eerste oog - beperkte thema zo komisch kan blijven. Zowel de praktische problemen die de grote hoeveelheden zand opleveren als het constant en zeer grof beledigen van Sandra zorgen voor dolkomische situaties. Voeg daar aan toe dat het ook nog eens een hele lieve film is.

Dromen blijft magisch. Het nastreven er van bewonderenswaardig.

Stemoordeel: zeer goed

The Divide



Regisseur Xavier Gens speelde zich enige jaren geleden in de kijker met Frontières. Hoewel de film minder goed was dan Martyrs, À L’intérieur of trendsetter Haute Tension, werd hij gezien als één van de vele nieuwe beloftes van de extreem harde Franse horror film, die toen korte tijd enkele hoogtijdagen kende. De nieuwe beloftes werden al gauw verleid door het land van mogelijkheden waardoor achtereenvolgens Pascal Laugier Jessica Biel kon dirigeren in The Tall Man, Alexandre Bustillo en Julien Maury de remake van Hellraiser zouden gaan maken die echter in ‘development hell’ is blijven steken en Alexandre Aja uiteindelijk bij Piranha uitkwam.

Xavier Gens kon de verlokking ook niet weerstaan en komt nu met The Devide waarin een nucleaire bom (in ieder geval) een stad in puin legt en een aantal bewoners van een flat binnendringen in het domein van de opzichter van het gebouw, die in de kelder goed blijkt voorbereid op dit soort noodgevallen. Een handvol mensen in een stresssituatie in een besloten ruimte. Dat gaat vast mis.

Waar het echter mis gaat is dat het allemaal zo ongelooflijk onwaarschijnlijk gaat. Op diverse fronten, zullen we maar zeggen. Zo lijkt eigenlijk niemand aangedaan door het feit dat er een atoombom op hun stad is gevallen. De eerste ergernis is dat er alleen bonen te eten zijn. Daarbij zijn er wel erg veel mannen die hun stoere stempel willen drukken, waardoor de meeste stompzinnige acties volgen uit een te hoog testosteron gehalte, of van Rosanne Arquette die in hysterische modus staat.

In eerste instantie gebeurt er niet eens zo veel. Dan volgt het schelden, spugen, dreigen, snijden en schieten. Zeg maar de slimme manier om zo’n situatie te overleven. Naar het einde toe wordt het een soort kermisattractie, een vrijbrief om los te gaan in extreem gedrag, waarvan je je afvraagt waar dat nu eigenlijk op gebaseerd is. De enige normale figuur is Eva en je kunt dan ook wel raden hoe de film zal eindigen. De manier waarop, de kans die gegrepen wordt is er trouwens eentje die niet eens helemaal klopt, maar ik zou te veel weggeven als ik dit benoem.

Kortom, dit is zo’n B-film die je vroeger op een regenachtige avond bij de videotheek uit de schappen trok, omdat je niets anders leuks zag, waarna je jezelf na het kijken er van afvroeg of je niet toch beter een boek had moeten pakken.

Stemoordeel: zozo

The Raid: Redemption (Serbuan Maut)



Deze film heeft nu al een reputatie opgebouwd tijdens de korte duur van het festival. Hij staat namelijk nummer één met de onwaarschijnlijk hoge score van 9.28. Kom maar op!

Tama Riyada is een onderwereld figuur die de scepter zwaait vanuit een grote flat vol met gespuis. Een speciaal team van de politie moet het gebouw innemen.

Afgezien van twee irritaties (iemand die de meest krakende en sterkst ruikende crackers op aarde heeft weten te vinden en die verorbert rechts van mij en iemand die zijn mobiel niet met rust kan laten waardoor er steeds weer een schermpje oplicht links van mij) heb ik maar twee woorden voor deze Indonesische film:

F!!CKING BRUUT

Selamat menyaksikan!

Stemoordeel: zeer goed

Let’s Go (Bao wei zhan dui zhi chu dong la! Peng you!)



Siu Sheung kent een met Batman vergelijkbaar trauma uit zijn verleden. Zijn vader wordt voor zijn ogen neergeschoten als hij nog een kleine jongen is. Alleen de uitwerking is anders. Batman trekt een vleermuispak aan om het kwaad te bestrijden. Siu Sheung was al jaren groot fan van een Transforner-achtige superheld maar zweert vanaf de fatale dag alleen nog maar op zijn eigen vuisten te vertrouwen. De superheld verdwijnt naar de achtergrond. Aardig onderlegd in de gevechtkunst helpt hij op een gegeven moment een jongen die een goede vriend wordt en ideeën heeft voor een superhelden groep: Earth Guard. “Too little good guy, too many bad guy. I have a dream…” zegt de fantast in gebrekkig Engels.

Siu krijgt een aanbod om te gaan werken voor de Matsumoto Company, in de beveiliging, om de grote baas te beschermen. Hij komt in contact met de dochter van de baas Annie, die wel van een verzetje houdt en binnen de kortste keren kind aan huis is bij Siu en zijn moeder, zoals een zeer ludieke scène laat zien. Zo gezellig als het daar is, zo slecht gaat het ondertussen bij het bedrijf waar enkele machtswellustige lijfwachten in opstand komen, met een zeer bloederig (messen-)gevecht tot gevolg. De verhoudingen zijn veranderd. Als ook Siu het slachtoffer wordt gaat het plan van zijn goede vriend toch nog vorm krijgen.

Let’s Go is niet alleen komisch, de gevechten zijn best in orde en af en toe nog redelijk grimmig, zoals het messengevecht laat zien. Hier en daar is het melodrama op een lekkere manier aangezet en een explosief einde zorgt voor het nodige spektakel. Maar nergens gaat het echt helemaal los. Dat hoeft ook niet. Dat zou het komische karakter van de film misschien zelfs te veel in de weg staan en juist dat maakt Let’s Go is goed in balans en een fijne kijkervaring.

Mocht de hoofdrolspeler je bekend voorkomen, dan kan dat kloppen. Hij speelde ook al in Revenge: A Love Story (ook te zien op het festival en een aanrader op totaal ander niveau) en Dream Home (zeker ook een aanrader, al moet je die zelf zien op te sporen).

Stemoordeel: goed

vrijdag 20 april 2012

Beast



Dit is een verhaal over de liefde. Over geluk, samen zijn, plannen maken, de toekomst, seksuele spanning, grenzen verkennen, een eenheid vormen, in balans met elkaar, de scheurtjes in die balans, twijfel, niet meer willen maar nog geen afscheid kunnen nemen, juist wel willen en daar ook alles voor over hebben, verliefd worden op een ander, pijn, verdriet, discussies, de waarheid, de leugen, vragen die er toe doen, antwoorden die je raken, obsessief gedrag, ‘every breath you take’, niet los willen laten, niet los kunnen laten.

In deze Deense film krijgt dit psychologische drama een ‘fantastisch’ tintje mee (anders zou het niet op dit festival draaien). Hij drinkt haar bloed en dit heeft zijn uitwerking. Zowel Bruno als Maxine gaan gebukt onder hun band. Niet alleen geestelijk, maar er treden ook lichamelijke ongemakken op, die steeds ernstiger worden.

Het maakt de film net even anders, hoewel het daar uiteindelijk dus niet om draait. Het gaat om dat prachtige en uiteindelijk pijnlijke proces dat hier in ongelooflijke mineur eindigt.

Klein minpuntje is de vertolking van Nicolas Bro, die Bruno wat mij betreft net iets te veel aanzet, hoewel het ook niet helpt dat ik de hele tijd Martin Koolhoven voor me zie (waar hij door die bril best op lijkt).

Stemoordeel: goed

Als ik ’s avonds vroeg thuis kom, pakken we de tweede serie van Forbrydelsen(The Killing) weer op waar we gebleven waren, zijnde aflevering twee. En wie loop ik daar tegen het omvangrijke lijf in de rol van Thomas Buch? Nicolas Bro.

European Fantastic Shorts 2012-1



Zoals altijd zitten de shorts in mijn programma. Zoals altijd introduceert Mark van den Tempel zijn vondsten, met de onfortuinlijke mededeling dat één van de films (No Face) niet te zien zal zijn, omdat ze het aangeleverde bestand niet kunnen openen, waarna hij overigens snel de benen neemt om de masterclass van Jim Cornish in zaal 1 bij te kunnen wonen. Hieronder een overzicht van de films en een korte impressie.


Fata Morgana
Een limonadeverkoper in de woestijn met dorst, maar één flesje drinken, klandizie en een zware keuze. Niets is zeker in dit komische filmpje .


La Victoria di Ursula
Roodkapje, een kerkhof, felle regen, een doodgraver. Tim Burton zou verliefd kijken naar dit gothic hoogstandje. Zowel in beeld als door de zeer aparte verrassing aan het einde.


Por que desaparecieron los dinosaurios?
Dit hele korte Spaanse filmpje is een gedicht, een ode aan de fantasie. Het is alleen jammer dat ik geen Spaans spreek, de vele ondertitels nodig heb om te begrijpen wat er gezegd wordt, waardoor ik toch een deel van het beeld aan me voorbij moet laten gaan. Een mooie boodschap, dat wel.


The Backwater Gospel
Een hoogtepunt. Deze aparte animatie (origineel, ietwat grof maar zeer sprekend)geeft een duistere visie op de slechtheid van de mens. Ieder voor zich en God voor ons allen? Wordt er tenminste ook nog wat gehakt deze editie.


Sudd
Regie: Erik Rosenlund. Laat dat nu de naam zijn van mijn beste vriend, die overigens niet de maker van deze film is. Het vechten tegen het onvermijdelijke. Gummen om niet uitgevlakt te worden. Bestaat het individu nog? Erg mooi gedaan.


Jump
In knallende stijl, snel en spetterend. De politie valt een drugshuis binnen. Hoe het afloopt kom ik niet te weten, want op het beslissende moment valt het beeld weg, dat pas terugkeert bij de aftiteling. Erg jammer. Gelukkig blijkt het filmpje gewoon op Vimeo beschikbaar te zijn.


The Yellow Ribbon
Soms kan kennis een nadeel zijn. Dit is namelijk een prachtige film, maar zodra ik zie waar het over gaat, komt een herinnering van lang geleden in mij op, waardoor ik de clou van het verhaal direct weet. De herinnering stamt uit de beginjaren tachtig. Mijn liefde voor horror vindt zijn weg naar het stripblad Macabre, ‘sinistere en lugubere gruwelstrips’, ‘een selectie uit het blad Creepy’,’bloed, zweet en tranen’, zo staat te lezen op het exemplaar dat ik er net even bij heb gepakt. In deze uitgave staat een verhaal genaamd Het Avontuur Van De Duitse Student, getekend door Jerry Grandenetti en bewerkt door Archie Goodwin. Hierin staat de clou van de film in een ander jasje. Maar Goodwin had dit verhaal dus ook niet verzonnen. (Ik begin me een beetje Leo Blokhuis te voelen ;-). Het originele verhaal stamt uit de 19e eeuw. The Adventure Of The German Student is geschreven door Washington Irving (1783-1859) en kun je hier lezen. Wees er wel van bewust dat als je dit doet, je de clou van de film ook weet. Een film die, zoals gezegd, heel mooi gemaakt is.
En dan zou het gedaan moeten zijn. De op siliconen borsten lijkende lampen in zaal 2 lichten weer lichtjes op, zoals ze na elke korte film steeds even doen, maar al snel wordt het weer donker en mogen we alsnog genieten van…


No Face
Ook weer een prachtig filmpje over identiteit, of het gebrek daaraan en de gevolgen daarvan. Triest en akelig tegelijk. Heeft de maker zich misschien laten inspireren door David Bowie (uit 1997!)?

Een vooral mooie verzameling shorts, zonder een enkel dieptepunt. 

Crawl



Sponsor Spits maakt je altijd weer even aan het schrikken met hun trailer. Niet vanwege het beeld, maar vanwege het keiharde geluid dat vanuit het niets opeens op je wordt losgelaten. Daarna volgt een reclamespot van een andere sponsor, Syfy, met de aanprijzing van hun vele series. Dan de film. Een auto rijdt het beeld in, stopt bij een benzinestation. We horen alleen filmmuziek. Een man stapt uit en gaat naar binnen. Je ziet de bel bij de voordeur in beweging komen, maar je hoort alleen maar de filmmuziek. Apart, denk ik nog. Maar zo apart blijkt deze film nou ook weer niet, want als de man van de auto gaat praten met de man van het benzinestation horen we niets van hun dialoog. Er is dus wat mis met het geluidsspoor. Dat wordt ook opgemerkt door de zaaldienst. Het licht gaat weer aan. Ondertussen is het beeld verdwenen en horen we alleen nog de filmmuziek. Er wordt ons begrip gevraagd door productieleider Kelly Willemse die zegt dat men met versterking aan de slag is gegaan om het euvel te verhelpen.

Een nieuwe poging volgt. We beginnen weer helemaal opnieuw, dus inclusief reclames en dan volgt de film zonder beeld met geluid! Een nieuwe ervaring. Opnieuw excuses (wat een amateurisme, hoor ik achter mij) en de boodschap wordt uitgesproken dat we de film graag helemaal vanaf het begin willen zien, zonder de reclames voegt iemand er nog snel aan toe. Kelly zal het doorgeven. Het licht gaat voor de derde keer uit en… ja hoor, daar zijn ze weer, de reclames! De sponsors mogen zich verheugen deze avond want de boodschap is er ondertussen wel ingeramd. Nu zijn de reclames zonder geluid, maar dat wordt snel gecorrigeerd en vol van verwachting wachten we op de deurbel van de benzinepomp. Hoera!

De Australische film gaat over een Kroatische huurmoordenaar die per toeval een jonge barmeid op zijn pad tegen komt, die thuis op de terugkomst van haar geliefde zit te wachten. Net als in Lovely Molly bewoont Marilyn het huis van haar overleden ouders, alwaar ze waxinelichtjes aansteekt om de sfeer te verhogen. Haar geliefde is op weg naar huis en ze verwacht eindelijk een aanzoek van hem. ‘Love is in the air’ zou je denken. 
Tot die Kroaat roet in het eten gooit. Ook nu gaat het weer van piep en kraak en wat hoor ik daar…

‘So far so good’, zou je opnieuw denken. Nou, niet dus. Probleem van de film is dat de scènes in het huis, waar alles om draait, spannend zouden moeten zijn en dat niet worden omdat alles extreem langzaam gaat. De handeling, de camerabeweging, het shot. Het opbouwen van spanning kan zijn effectiviteit ook verliezen. Als het te lang duurt is het als een elastiekje dat te ver uitgerekt wordt en daardoor niet terugveert, maar er slap bij gaat hangen. Dat gebeurt in deze film, die zijn naam eer aandoet. Staat er dan visueel gezien misschien nog iets tegenover? Ook daar mist de film een boeiende insteek en één van de weinige aparte shots is regelrecht gejat uit The Shining. Hoewel de kroegbaas aan de zijlijn - in niet echt ter zake doende scènes - nog voor enig vermaak zorgt sleept de film haar logge lijf tergend langzaam naar de finale, die allang geen emotionele reactie meer op kan rakelen. Ook al doet de irritant opdringerige score nog zo zijn best om de spanning die er niet is alsnog muzikaal door je strot te douwen.

Stemoordeel: slecht

donderdag 19 april 2012

Extraterrestre



Als je de site van Imagine bekijkt en je leest de recensies van de films, gaat het van juweeltje tot instant klassieker. Natuurlijk zal men er alles aan doen om het programma goed aan de man te brengen om zoveel mogelijk kaartjes te verkopen en dat is ze natuurlijk meer dan gegund. Voor een objectiever oordeel zoek ik het dan ook via andere bronnen op het internet, om zodoende tot een besluit te komen, van wat ik wel en wat ik niet wil zien. Soms is het ook wel genoeg om je gevoel te volgen.

Ondanks dat gevoel zit ik toch bij de openingsfilm van het festival. Waarom? Misschien omdat het de openingsfilm is en ik hoop dat ze die beslissing niet zomaar nemen. Dus zit ik naast vrijwilligster Flappie en zeg haar dat dit een film wordt met een ‘alien invasion’ zonder ‘alien invasion’. Vorig jaar had je ook al zo’n film en die was niet zo goed, antwoordt ze. Ik weet precies wat ze bedoelt en bereid me voor op een lange zit.

Die film vorig jaar was Fase 7, met een ander uitgangspunt (uitbraak van virus), maar bijna precies dezelfde invulling. Ik schreef daar o.a. dit over: “Het is niet eens duidelijk om wat voor virus het gaat en wat de gevolgen zijn. Het interesseert Coco en Pipi niet veel. Ze vervolgen hun leven, kibbelen een beetje, ergeren zich aan het feit dat een derde gloeilamp het begeeft en overleggen zo nu en dan wat met de buren, die ook maar wat verstrooit rondlopen. (…).Het normale leven in bijzondere omstandigheden die je eigenlijk niet ziet. Het idee kan in het begin nog redelijk verhullen hoe saai dit eigenlijk is (…). Maar dat duurt niet lang. Vijf stoelen naast mij ligt er al iemand te ronken en ik begin me te ergeren aan het oeverloze overleg en gekibbel, de ‘nietsigheid’ van dit alles dat zo traag als dikke stront voorbij glijdt. Tegen de tijd dat er eindelijk bloed vloeit, mag van mij de hele zouteloze bende zo snel mogelijk aan gort worden geschoten, zodat ik de zaal kan verlaten.”

Ik zou nu dezelfde recensie kunnen schrijven. Alleen dit keer is het geen virus, maar een vliegende schotel die boven Madrid hangt en is de vraag niet ben je besmet, maar ben je een alien. Neem daarbij in overweging dat er geen druppel bloed vloeit en je het idee krijgt dat je naar een klucht van John Lanting zit te kijken. Niets ten nadele van die man en als je er van houdt, be my guest.

Misschien had ik de aanprijzing van Imagine beter moeten lezen. “Vooral Carlos Areces (…) als buurman Ángel is van een buitenaardse grappigheid”. Helaas ben ik geen alien.

Stemoordeel: hopeloos