dinsdag 31 december 2013

The Act Of Killing


Voormalige beul Anwar Congo loopt naar een plek waar hij vroeger veel mensen (‘communisten’) ombracht. Hij laat op een wit binnenplaatsje de methode zien en gebruikt een vriend als voorbeeld. De man gaat op zijn knieën. Er zit een metalen koord vast aan de muur. Die doet Congo rond de nek van de man. Aan het uiteinde van het koord zit een stok, zodat je beter grip hebt. Congo zet zich schrap en trekt het koord strak. Zo wurgde hij ze. Dat gaf niet zo veel bloed. Om zijn zinnen te verzetten luisterde Congo veel naar muziek en ging hij dansen. Hij doet het voor, begint te dansen. Te dansen op de plek waar hij tientallen ‘communisten’ heeft afgemaakt.

Deze documentaire gaat over de leiders van doodseskaders in Indonesië rond 1965, die miljoenen mensen hebben vermoord, nadat het leger de macht had overgenomen. Deze beulen lopen nog altijd vrij rond, zijn nooit veroordeeld, zijn nog altijd onderdeel van onfrisse praktijken en enkele van hen wordt nu gevraagd door documentairemaker Joshua Oppenheimer om te vertellen over hun toenmalige daden die ze op filmische wijze uit te beelden, waarbij ze glamoureus Hollywood als grote voorbeeld nemen.

Wat je te zien krijgt is te bizar voor woorden en gaat mijn begrip in ieder geval totaal te boven. Het is zowel verbazing- als weerzinwekkend hoe deze criminelen zo openhartig, zonder scrupules, zelfs vol geestdrift over hun wandaden vertellen en deze vol overgave uitbeelden alsof het een interessant experiment was dat ze nog eens met plezier herhalen.

De documentaire is een opeenstapeling van totaal onwerkelijke situaties en gesprekken. Zoals de prachtige beginbeelden (zie poster) die een onderdeel vormen van het uitbeelden van hun visie. Het punt waarop men net bezig is uit te beelden hoe ze iemand zo effectief mogelijk wurgden en dan even stoppen omdat ze horen dat het gebed begint. De wijze waarop Congo zichzelf in zijn filmversie tot verlosser en held maakt door zelfs zijn slachtoffers dit te laten zeggen.

Het is enorm knap hoe Oppenheimer het zo objectief mogelijk vast legt, maar niet bang is om hier en daar een pittige vraag te stellen. Niet iedereen die aan de film heeft meegewerkt is daar overigens zo open in, want het aantal vermeldingen van ‘anonymous’ op de aftiteling is legio. Maar vrees komt niet op bij de hoofdrolspelers van deze film. Ze zullen beroemd worden hierdoor, denken ze! “Jakarta is niets. Londen!”


In het midden van deze ongelooflijke documentaire doet één van de beulen aan iets van introspectie en legt uit waarom hij geen slecht geweten heeft. “Iemand vermoorden is het ergste wat je maar kunt doen. Het komt er dus op aan om een manier te vinden om je niet schuldig te voelen. Je moet gewoon een goed excuus zoeken. Als ze mij bijvoorbeeld vragen of ik iemand wil vermoorden en ik krijg daarvoor een behoorlijke vergoeding dan zal ik dat natuurlijk doen. Als je het vanuit dat perspectief bekijkt, is het niet fout. Dat perspectief moeten we onszelf voorhouden. Dat het niet fout is”. 

donderdag 26 december 2013

Bro's Before Ho's


Nog een Nederlandse film die echter niets te maken heeft met de vorige twee die ik heb gerecenseerd, behalve dat het ook onder de noemer comedy valt. Het is de nieuwe film van het dynamische duo Steffen Haars en Flip van der Kuil die geschiedenis schreven met hun New Kids. Het recalcitrante zit er nog altijd in, maar er is dit keer gekozen voor iets dat lijkt op een verhaal om de grappen aan op te hangen. Het verhaal gaat over Max (Tim Haars) en zijn geadopteerde broer Jules (Daniël Arends) die op advies van hun vader in hun oren knopen dat ze nooit een vaste relatie met een vrouw moeten beginnen. Voor de twee is het een vrijbrief om te doen waar ze zin in hebben (zuipen, neuken, feesten, blowen) en vooral niet op te groeien zodat ze nog heel lang kunnen doen waar ze zin in hebben (zuipen, neuken, feesten, blowen). De gestoken spaak in het wiel is er in de vorm van Anna (Sylvia Hoeks), waar Jules toch iets van een langere relatie mee begint en waar Max verliefd op wordt.

Meer dan dit flinterdunne verhaaltje is ook niet nodig, want het gaat om de grappen die niet alleen in grote getalen op je af komen, maar meestal ook nog eens vrij geslaagd zijn. Let wel, dit is dus geen intellectuele humor, maar platte, plastische en vaak idiote humor die mits je daarvan houdt de spijker op de kop slaat. Extra punten zijn er voor de grappen op grappen. Zoals wanneer een klant in de videotheek van Max komt pinnen en hij zijn pas door de gleuf haalt, waarop Max zegt: “je moet hem onderin steken”, waarop de klant zegt “dat zei je moeder vanochtend ook”. Een flauwe grap met een baard die pas echt leuk wordt als Max daarna met een stalen kop tegen die klant zegt: “mijn moeder is dood”, waardoor er niet alleen een uiterst pijnlijke, maar voor de kijker zeer grappige situatie ontstaat, die ook nog op een necrofiel niveau betekenis kan gaan krijgen. Of het hele verhaal in de discotheek waar Max en Jules zielige verhalen ophangen om meisjes het bed in te krijgen. Ze focussen zich op duo’s, waarvan er altijd eentje wat lelijker is. Daar volgen nog hilarische voorbeelden bij van het hoe en wat. Dan komt op een gegeven moment zo’n dames duo in beeld dat dit keer bestaat uit een mooie blondine en een veel oudere dame die haar moeder wel zal zijn. Geen probleem voor de broers kennelijk, op zich al pikant natuurlijk, maar dan gaat er nog weer een schepje bovenop als die twee dames met elkaar gaan zoenen.

Tim Haars heeft een zeer goed gevoel voor timing en weet met zijn mimiek de scènes vaak extra kracht te geven. Aparte pluim ook voor Henry van Loon als René, die onder de plak zit bij zijn vriendin, maar graag hangt met de broers en alle stoere teksten probeert te zeggen maar door zijn geheel eigen nerdige manier als een totale sukkel overkomt en Huub Smits die zich helemaal uit kan leven als verstandelijk gehandicapte.


Niemand is veilig, alles en iedereen wordt in de zeik genomen. Maar het totaal over the top anarchistische van New Kids is losgelaten. Het maakt Bro’s Before Ho’s naar mijn mening echter een betere film.

Mannenharten


Na Soof dan nu Mannenharten. Regisseur Mark de Cloe greep mijn aandacht met zijn pakkende observaties in de verzameling korte films van Boy Meets Girl Stories waarvan hij er enkele maakte. In Mannenharten volgen we vijf totaal verschillende mannen die uiteindelijk hun hart volgen in de liefde (waar anders). Hoewel ze alleen hun bezoek aan de sportschool gemeen hebben, kruisen hun paden daarbuiten (ten goede of ten kwade) en komt elk van hen er na verloop van tijd achter wat nu echt zijn behoefte is en hoe hij dat in moet gaan vullen, en vooral met wie. Een keur aan bekende acteurs (Barry Atsma, Daan Schuurmans, Jeroen Spitzenberger, Teun Kuilboer) en actrices (Katja Herbers, Georgina Verbaan, Hadewych Minis, Sanne Vogel) vult het scherm.

De film heeft iets meer te bieden dan Soof op het gebied van verschillende verhaallijnen met scènes die hier en daar dan wel beklijven, maar het blijven dan weer te veel afzonderlijke en bijna op zichzelf staande sketches. Wat verder in negatieve zin op gaat vallen is dat ook hier weer de clichés voor het oprapen liggen en daarbij ook nog eens zeer plat blijven. Daarnaast is het algemene gevoel dat ik aan de film over houd er vooral een van flauwheid. Dan prefereer ik nog liever de rommelige charme van Soof.


Nog even een opmerking richting alle regisseurs die een film in Amsterdam opnemen. Hartstikke leuk natuurlijk, vooral voor diegenen die de stad goed kennen (zoals ik), maar zorg er dan voor dat je scènes hout snijden. Het begin van deze film is weer zo’n voorbeeld van hoe het niet moet. We zien Jeroen Spitzenberger met een enorme kerstboom op een fiets door Amsterdam rijden. Alleen de volgorde van beelden is totaal onlogisch.

Soof


De komende dagen ga ik mijn bezoek aan Nederlandse films opschroeven. Sinds Alles Is Liefde lijkt de Nederlandse filmindustrie er steeds meer een traditie van te maken om rond de feestdagen met een film te komen die in min of meer datzelfde vaarwater zit. Dit jaar begon het vroeg met Smoorverliefd. Een film met de diepgang van een Merci reclame (de tekst “bedankt dat jij er bent” zit letterlijk in de film) en het moraal van een site als Second Love (waarin vreemdgaan de gewoonste zaak van de wereld is en iedereen het wel erg gemakkelijk met iedereen doet). Afgezaagd, tenenkrommend, uitermate voorspelbaar, irritant theatraal, onnozel, oversimplistisch, ongeloofwaardig en gewoon onleuk.

Mijn tweede poging is nu Soof van Antoinette Beumer met o.a. Lies Visschedijk (Soof), Fedja van Huêt (Kasper) en Dan Karaty (Jim). Soof is ‘married with kids’ en als haar catering kookkunsten worden opgemerkt door een beroemd persoon (Dan Karaty in een Dan Karaty rol) gaat het balletje rollen en wordt haar business zo succesvol dat haar man (die zijn werk niet zo leuk vindt) een sabbatical neemt om de zaken thuis te gaan regelen. Probleem is dat Soof haar werkzaamheden vanuit huis voorbereidt en dat huis daardoor grotendeels opeist, moeders goed bedoeld maar continue over de vloer komt, manlief nog niet zo handig is als huisman, Jim steeds meer aandacht voor Soof krijgt en Kasper Bob (Chantal Janzen) tegen het bevallige lijf loopt. Een lach en een traan liggen in het verschiet.

De film doet denken aan het huishouden van Jan Steen, een prettige chaos die leuk is om naar te kijken, maar waar ik zelf in ieder geval nooit in terecht zou willen komen. De lach en de traan zetten nooit echt door en alle clichés van de problemen binnen een huwelijk komen weer voorbij, hoewel de rommelige vorm het wel een apart karakter geeft. Die rommeligheid wordt nog vergroot door een flink aantal gastrolletjes van bekende Nederlanders waarvan sommige als zichzelf (Joop Braakhekke, Martin Koolhoven, Femke Halsema) en sommige in een rol (Sanne Wallis de Vries) voorbij komen. Ook Sylvia Witteman (op wiens columns de film is gebaseerd) loopt door het beeld. En natuurlijk moeten ze aan het einde van de film allemaal even een paar danspasjes doen om de samenhang en de leut nog verder te vergroten. Een knipoog naar andere films waar dit op soortgelijke wijze is toegepast. Net als de filmposter trouwens.


Dit is typisch zo’n film die je best een goed gevoel geeft (voornamelijk door de leuke rol van Lies Visschedijk), maar waarvan je het verhaal naderhand nauwelijks kunt navertellen. Op zich nog niet zo’n probleem als er dan wat opvallende scènes in zitten die beklijven. Ook dat is helaas nauwelijks het geval. Wat wel blijft hangen is de gedachte aan het gezellige rommeltje dat het was.

Good Vibrations


Net als Répression van de Franse band Trust had ik Inflammable Material van Stiff Little Fingers - een punkband uit Belfast, Noord Ierland - op mijn boekenlijst gezet toen ik op de middelbare school zat. De muziek zit in de film Good Vibrations die gebaseerd is op het levensverhaal van Terri Hooley, die in het briljante beginstuk vertelt hoe hij als kleine jongen zijn oog verloor en van Terry with a ‘y’, Terri with an ‘i’ werd. We gaan ‘fast forward’ door de tijd, die steeds grimmiger wordt, naar 1970. De mensen hebben wel wat anders aan hun hoofd dan muziek en dansen. Het is de tijd van de IRA, de onneembare kloof tussen Katholieken en Protestanten en de vele bomaanslagen. Terri hangt geen geloof aan, heeft vrienden aan beide zijden, mengt zich niet in politiek, maar wil ook niet vluchten, hoewel dat de veiligste optie zou zijn. Terri is een romanticus, een positivo en begint met de hulp van zijn vriendin een platenzaak in Victoria Street (dat bekend stond als ‘bomb alley’) en wil vrede en hoop promoten. De zaak wordt ‘Good Vibrations’ gedoopt, maar de klanten laten wat op zich wachten, al staat er al snel zo’n exemplaar dat er niet meer is weg te slaan en bij het meubilair lijkt te horen.

Pas als Terri in aanraking komt met de plaatselijke ondergrondse punk scene (The Outcasts, Rudi) gaan zijn ogen en oren helemaal open: “these kids, they don’t give a shit”! Het wordt zijn missie om de wereld hun muziek te laten horen en al snel begint hij vanuit de platenzaak ook zijn eigen label en neemt hij bands mee op tournee in een aftandse bus, zonder dat iemand stilstaat bij godsdienstvoorkeur. Zijn enthousiasme werkt en het toppunt wordt bereikt als radiogigant John Peel de door Hooley uitgebrachte single Teenage Kicks van The Undertones maar liefst twee keer achter elkaar draait, iets dat hij nog nooit heeft gedaan. Het is echter niet allemaal rozengeur en manenschijn…

De film is een must voor mensen die warme gevoelens krijgen bij de gedachte aan een ouderwetse platenzaak en “the revolutionary power of the 7 inch single”. Er is een mooi evenwicht tussen de komische, positieve zijde en de trieste kant van het verhaal dat zich tegen de achtergrond van een zeer gewelddadige periode afspeelt. Bij Terri draait alles om de liefde voor de muziek en om die zonder enig winstoogpunt te verspreiden onder de mensheid. Dat die liefde op de eerste plaats komt heeft consequenties voor zijn vrouw/familie, zeker gezien het feit dat er geen cent aan verdiend wordt. Integriteit, idealen, harde realiteit, verantwoordelijkheid en de waarde van dingen.


Good Vibrations is een heerlijke film. De titel zegt het al. Het zal voor velen ook nostalgische gevoelens teweeg brengen, voor de tijden van weleer, die nooit meer terug zullen komen. De harde realiteit van de getallen zorgt er voor dat de vroegere steunpilaren van de muziekindustrie, de platenwinkels, gaan sluiten of via eBay worden aangeboden en dan geen kopers kunnen vinden. Gelukkig zijn er dan dit soort films waar we ons aan kunnen laven.

woensdag 18 december 2013

Lucas Hamming - Paradiso (bovenzaal) Amsterdam, 16 december 2013


Mijn laatste concert dit jaar. Een singer-songwriter. De jongen die mee deed aan het programma met de naam uit de vorige zin met ‘de beste’ er voor, maar dat niet werd. Dezelfde die ik bij mijn vorige concert (Tim Christensen) rond zag lopen en nu zijn eigen optreden gaat geven. Ook solo. Hij geeft aan dat hij een rotdag heeft gehad, dat hij best wel zenuwachtig was (voor de opkomst). Hij vertelt over een afspraak waarvoor hij zo vroeg op moest om toch te laat te komen, over Demira en dat hij nog steeds voor haar moet koken, over de Arctic Monkeys en het wachten op de verkeerde plek waardoor hij het door zijn held gesigneerde shirt uit handen van zijn broer kreeg. Het zijn onbedoeld gemiste kansen van dit warhoofd dat naar eigen zeggen aan ADHD lijdt, waardoor hij tijdens het vertellen van alle verhalen last heeft van zoveel gedachten die alle kanten uitgaan, waardoor het allemaal wat stuntelig, hakkelig en vol pauzes uit zijn mond komt. Het geeft allemaal niets. Want als deze 20-jarige jongen gaat zingen en spelen raakt hij zielen.


Green Eyed Man was het eerste nummer dat Lucas Hamming liet horen tijdens het bekende tv-programma en het was alsof de geest van Jeff Buckley in hem was neergedaald. Zijn stem is heel eigen, maar de manier van zingen, de klank van zijn gitaar, de compositie van het nummer, zelfs zijn uitstraling, het ademde Jeff. Nu moet je natuurlijk van Jeff Buckley afblijven, want daar is er maar één van en dat is de muzikale afgod waarvoor we thuis nog net geen altaar hebben. En hoewel ook Lucas hem ziet als zijn held, weet hij het gevoel op uitermate authentieke manier te verwoorden, zonder  een simpele kloon te worden. Kortom, mijn interesse was gewekt en mijn aanwezigheid hier geen opvallende gebeurtenis.


Vanaf de eerste noten is het raak en word ik gegrepen en meegenomen, om een dik uur later, zeer onder de indruk, Paradiso weer te verlaten. Een reeks van nummers kwam voorbij. Soms gelinkt aan één van zijn verhalen, zoals Falling Apart (hij vertelt over twee meisjes die hij ontmoette deze avond tijdens zijn diner in een restaurant en aan wie hij vroeg om langs te komen, waarna hij in de maling wordt genomen door zijn vrienden in het publiek die doen alsof ze er echt zijn) en Leather Jackets Rock ‘n’ Roll (over zijn idool Alex Turner op wie hij wil lijken, maar zijn krullen zitten in de weg); nummers bekend van het tv-programma, zoals Secretly Faking My Death; zijn single Green Eyed Man dat voor de gelegenheid zo mooi over gaat in het delicate Morning Song (waarbij hij weer in de maling wordt genomen maar nu wel de grap – snurkgeluid uit publiek - doorheeft en ook moet lachen), Scratching The SurfaceCharlotte (voor zijn moeder) en een aantal nummers dat ik nog niet eerder heb gehoord. Ter afsluiting haalt hij Flemming Viguurs het podium op. Een jongen die een nummer van hem heeft gecovered. Een eer voor Lucas, die nu zelf een voorbeeld is. Ze spelen samen Free Of Mind.



Lucas Hamming. Wat een talent. En het is nog niet eens tot volle wasdom gekomen. Zo zou hij nog iets meer dynamiek kunnen toepassen, songs kunnen perfectioneren. Hij moet veel gaan componeren en optreden, zodat we hopelijk zeer binnenkort van een volwaardig album kunnen gaan genieten.

A Field In England


Totaal verrast werd ik door Kill List, Ben Wheatley’s tweede film en mijn introductie tot zijn verontrustende universum. De film sloot ik meteen in mijn hart en ik hield mijn ogen open voor toekomstige producties. Zoals Sightseers, dat wat mij betreft wat minder geslaagd was, maar dat ligt voornamelijk aan mij en het feit dat ik een komische film niet zo snel komisch vind. Ook droeg hij zijn zeer geslaagde steentje bij aan de ABC’s Of Death met zijn segment Unearthed, waarin een vampier wordt gedood en we alles zien vanuit het gezichtspunt van deze bloed drinker.

Wheatley zit ondertussen niet stil en is niet gebonden aan genre of format. Dat laat hij zien in zijn laatste film A Field In England dat zich afspeelt in de 17e eeuw in – je raadt het al – een veld in Engeland. Een man met zwarte cape genaamd Whitehead wordt achtervolgt ten tijde van (waarschijnlijk) de burgeroorlog die er toentertijd woedde. De achtervolger heeft het nakijken en Whitehead komt in contact met uiteindelijk vier andere mannen, een contact “merely formed by the alchemy of circumstance”. Het geheim ligt bij de man met de cape, die thuis is in de wereld van astrologie. “Prediction, prophecy, divination”. Het geheim behelst iets met een schat en een locatie. Iets dat ontfutselt moet het worden, volgens een ander. De manier waarop dit gebeurt krijgt een onverklaarbare, mystieke en welhaast occulte invulling, die de mannen onder invloed van hallucinogene paddenstoelen doormaken, en de kijker ook zonder dit geestverruimende middel evenzogoed laat trippen.

Tijdens het kijken van de film heb je het misschien niet eens zo door, maar achteraf, bij het opmaken van de balans is het duidelijk dat deze film boordevol ideeën zit. Zowel inhoudelijk als visueel. Daarbij geeft Wheatley daar wederom zijn enorm eigenzinnige invulling aan. Om te beginnen met het script, dan hij samen met Amy Jump schreef. De conversaties zitten vol met mooie vondsten. Dat gaat van mooie one-liners als “what this party lacks is the civilising influence of women”, tot een kleine clash tussen standen, als een simpele soldaat de hoogdravende woorden van Whitehead niet begrijpt en zegt: “you’re a wise sort, ain’t ya?”

Dan valt er visueel heel wat te beleven. De film is geheel in zwart/wit, doorspekt met stiltes, staat stil bij de schoonheid van de natuur, kent indrukwekkende close-ups en zo nu en dan afwijkende kadrering, maakt gebruik van verstilde tableaux vivants en heftige stroboscopische effecten (waarvoor de kijker aan het begin van de film wordt gewaarschuwd).   

Als laatste valt onmiddellijk Ben Wheatleys oog voor het alledaagse op. Een trademark. De mannen houden af en toe zeer alledaagse conversaties, zoals waar kom jij vandaan en wat doe je voor werk, ze koken een potje eten, grappen en grollen en poepen in dat veld in Engeland. Het is echter de grote verdienste van de regisseur om met alledaagse beelden een zo vervreemdend effect te creëren, terwijl het bovennatuurlijke er zo alledaags uit kan zien.


Negatieve kant van dit verhaal is dat de film op mij wat gekunsteld over komt en dat ik de afzonderlijke elementen enorm kan waarderen, maar het geheel maakt toch minder indruk en je wordt niet echt meegenomen in het verhaal of met de personages. Het is echter wel een film waar je van alles in kunt lezen en er daardoor heerlijk en eindeloos na afloop over kunt ouwehoeren. 

woensdag 11 december 2013

Amateur Porn Star Killer Trilogy


Eens in de zoveel tijd zoek ik de grenzen van film op. Vaak is dat binnen het horror genre. Dat kan een ongelooflijke film opleveren als Martyrs, veel gorigheid vol ‘vomit gore’ in een film als Slaughtered Vomit Dolls, of schokkende perversiteiten in A Serbian Film om maar wat te noemen. Dit keer een trilogie die de zogenaamde ‘snuff’ film onder de loep neemt.


Amateur Porn Star Killer

De video-opnames zijn amateuristisch, krakkemikkig, veelal in zwart/wit, schokkerig, donker en grotendeels in ‘realtime’. Het zijn opnames geschoten door Brandon (Shane Ryan, tevens regisseur, schrijver), die een meisje van dertien oppikt langs de weg, haar meeneemt naar een hotel en na eindeloos praten handtastelijk wordt en het meisje uiteindelijk vermoord. Ondertussen stopt de camera nooit en filmt hij alles van begin tot eind. Af en toe zie je beeld in of over beeld opnames van een blonde dame waar seks mee wordt bedreven, zijn er opzichtige teksten pontificaal in beeld die laten zien wat je (soms wat slecht) kan horen en er is tevens een korte geschiedenisles over ‘snuff’ in tekstpanelen. Aan het einde van de film leren we dat Brandon meerdere van deze films heeft gemaakt en dat hij zijn videocassettes verwisselde met die van films uit videotheken, waardoor e.e.a. aan het licht kwam. Hij wordt gezocht in meerdere staten.

Snuff. Een sadistische ondervorm van necrofilie waarbij iemand seksueel genot beleeft aan het verkrachten en vermoorden van een ander persoon. Bij een zogenaamde snuff-film wordt dit dus op film vastgelegd, eventueel uit commercieel oogpunt. Onder die definitie is er nog nooit enig bewijs geleverd dat dit echt zou bestaan. De film geeft dit ook zelf in woord aan, hoewel ‘zogenaamd’ het tegendeel wordt bewezen met wat er wordt getoond. Maar het gaat dan natuurlijk om nep-snuff,  dat in dit geval zweeft tussen ‘sexploitation’ en ‘artsploitation’. In het zeer interessante boek Killing For Culture van David Kerekes en David Slater wordt er een apart hoofdstuk gewijd aan dit onderwerp, waarin een mooie uitspraak wordt gedaan inzake deze ‘urban legend’: “Snuff is the ultimate debase, a monster that must exist because it cannot be proven not to exist”. In de wereld van de horror film wordt er dan ook dankbaar gebruik van gemaakt met films als August Underground en de Guinea Pig serie tot gevolg. Door 8MM kwam Shane Ryan op het idee om zijn film te maken. Om van het korte ‘snuff’-stukje dat daarin voorkomt een volledige film te maken, om te laten zien hoe het mis kan gaan met een onschuldig meisje dat graag in een film wil spelen, maar dit uiteindelijk met de dood moet bekopen.

Dat is op zich wel gelukt, want we krijgen letterlijk en in ‘realtime’ het hele proces te zien. Je ziet hoe het Brandon lukt door met zijn knappe voorkomen en zalvende praatjes vrij gemakkelijk een meisje op te pikken (wat doet denken aan Ted Bundy). Zelfs als hij het meisje alleen in een hotelkamer heeft, is zijn manier van aanpak geslepen en doet het meisje uit zichzelf meer dan ze misschien eigenlijk zou willen, aan haar gezicht en houding te zien, wat op zich al heel naar is om naar te kijken. Pas aan het einde gaat het echt mis. Dan de negatieve kanten. Het is tientallen minuten lang praten, praten over niets belangrijks, ‘making conversation’, wat giechelen door het meisje, ongemakkelijke stiltes. De ‘realtime’ is wat dat betreft enorm saai, er is nauwelijks spanningsopbouw of iets anders dat de interesse op peil houdt. Artistiek gezien is er ook niet veel om over naar huis te schrijven. De toegepaste trucjes heb ik in het begin reeds beschreven, zijn niet bepaald origineel en proberen op ‘artistieke wijze’ een boodschap duidelijk te maken. Het laatste aandachtspunt is het feit dat het voor een ‘snuff-film’ weinig expliciet is. Als er dan eindelijk wat gebeurt is dat zeer onduidelijk of speelt het zich buiten beeld af. Toch lijkt dit een bewuste keuze als je de twee vervolgen hebt bekeken. De mate van ontsporing gaat zowel voor Brandon als voor de kijker toenemen.



Amateur Porn Star Killer 2

Deel 2 volgt het zelfde stramien als deel 1. Jagen op prooi, prooi op zo’n manier benaderen dat ze niet door heeft dat ze een prooi is, inpalmen, meenemen, misbruiken en afmaken. Het doet denken aan de korte filmpjes van S&Man, alleen gaat de objectivering van de vrouw hier nog wat verder, want ze hebben geen naam, maar worden ‘victim #9’of ‘victim #12’ genoemd. De grote lijn wordt  onderbroken door filmpjes uit het verleden, waarin we andere slachtoffers zien en er duidelijke vormen van escalatie in het gedrag van Brandon naar voren komen. Voor de kijker uit dit zich ook in explicietere pornografische beelden. Misschien ook in lijn met het slachtoffer, dat een stuk minder bleu is dan die uit het eerste deel. Ook is te zien dat het seksuele gedrag van Brandon zich (deels) ontleent aan wat in porno gemeengoed is geworden, zoals het met de vlakke hand slaan op de kont van de vrouw. De scheidingslijn tussen wat vrouwen uitbeelden in dat soort films en zelf lekker vinden is hier vrij vaag en als Brandon iets ruiger te keer gaat dan het meisje leuk blijkt te vinden gaat ze er vandoor. Maar hij weet haar te overtuigen terug te komen omdat hij ook niet wist dat ze wel van klappen maar niet van spugen houdt, waarmee hij alsnog haar doodvonnis kan tekenen.

Deel 2 is dus een stuk heftiger dan deel 1, komt eerder ter zake, kent minder conversatie, meer bloot. Daarnaast is regisseur Shane Ryan uit zijn dak gegaan met allerlei filmische fröbelarij: kleurenfilters, fastforward, intercuts, flashbacks, zwart/wit, grofkorrelig, vervorming, hoog contrast… Maar alle visuele trucs, mate van explicietheid en het vrij schokkende einde ten spijt blijft het hele gebeuren vrij saai, omdat er nauwelijks iets gebeurt en vlakker is dan verwacht omdat je bij niemand emotionele aansluiting vindt.

De muzikale score is trouwens best aardig.



Amateur Porn Star Killer 3

De film begint eigenlijk met het heftigste segment van alle drie de delen. Brandon is alweer een stap verder in zijn ‘ontwikkeling’ als serieverkrachter/moordenaar. Waar de slachtoffers tot nu toe eerst tot op zeker punt gewillig meegingen en -deden, komt dit slachtoffer direct uit de kofferbak, wordt mishandelt en misbruikt en op brute wijze vermoord. Direct hardcore en expliciet. Het geweld is dus alweer toegenomen. Dan krijgen we via korte flashbacks te zien hoe de knappe en sociaal vaardige Brandon wat andere meisjes oppikt. Dat gaat van goedgelovige types tot meiden die wel in zijn voor een potje seks. Geen van hen rekent echter op een dodelijke afloop. De ontwikkeling van Brandon’s verharding is evident. Daarna vervalt de film terug in de bekende modus van het oppikken van een meisje, lift geven, gebruiken, misbruiken en vermoorden. De ellenlange conversaties dienen om ons te overtuigen van de slimme werkwijze van Brandon, maar blijven saai om naar te kijken, omdat dit gehele proces weer in ‘realtime’ gaat en weinig inhoud heeft. Dit deel - dat overigens weer sobertjes in zwart/wit is gedraaid zonder verdere artistieke poespas – heeft dus verder niets meer of anders te bieden dan wat we in de vorige delen al gezien hebben.



Al met al moet gezegd worden dat de conversaties, de opbouw, de aanpak, de seks en de sfeer zeer realistisch overkomen. Als er dan een snuff tape zou opduiken, zou deze er in de basis (dus zonder alle artistieke tierlantijnen) best zo uit kunnen zien. Alleen de moorden gaan wel erg makkelijk en snel. Omdat er verder inhoudelijk of visueel ongeveer niets valt te beleven is het voornamelijk saaiheid troef. Zelden heeft saaiheid echter zo’n smerig en verdorven karakter gehad.