maandag 24 juni 2013

Man Of Steel


Hoe maak je een film over de sterkste, onverslaanbaarste superheld ooit interessant? Door hem een achtergrondverhaal te geven, een persoonlijkheid en een tegenstander met vergelijkbare krachten, moet regisseur Zack Snyder gedacht hebben. Drie goede punten, waarvan er zeker twee hun waarde in de film bewijzen.

Man Of Steel begint met het achtergrondverhaal, op de thuisplaneet van de held die dan nog geboren moet worden. Vader Jor-El en moeder Lara Lor-Van krijgen op natuurlijke wijze een kindje. Een wijze die al decennia lang is verboden, omdat kinderen worden gekweekt met een specifieke taak, die ze vervolgens hun hele leven uitvoeren. In het kind zien de ouders de enige hoop voor de planeet Krypton, wier bronnen jarenlang intensief zijn gebruikt waardoor de planeet is gedoemd tot de ondergang. Tegenstander van het regime is generaal Zod, die de macht wil grijpen en op zijn manier de toekomst van de planeet veilig wil stellen. De baby wordt de ruimte in geschoten en komt terecht op aarde, waar hij wordt gevonden door een stel dat hem opvoed.

Persoonlijkheid dan. De baby is Kal-El, maar weet niet beter dan dat hij Clark Kent is en over bijzondere krachten beschikt. Normen en waarden worden hem bijgebracht door zijn liefhebbende ouders die hem pas later vertellen hoe de vork in de steel zit, waarna hij zich niet alleen een outcast voelt, maar een weeskind van een andere planeet. Hoe het voelt om eigenlijk nergens thuis te horen weet Henry Cavill redelijk goed weer te geven. Door zijn opvoeding en natuurlijke gevoel van rechtvaardigheid weet hij lange tijd problemen te ontlopen (hoewel dit nog een zeer groot offer van hem zal vragen) en zijn identiteit geheim te houden.

Tot de tegenstander met vergelijkbare krachten ten tonele verschijnt en Clark Kent dwingt zich kenbaar te maken om de mensheid te sparen, wat hem uiteindelijk tot Superman bombardeert, die het in een knallende finale uitvecht met Zod en consorten. Niet zozeer de tegenstander is een minpuntje, als wel de eindeloze gevechten waarbij de twee door van alles (wolkenkrabbers) en nog wat (asfalt) beuken, zonder dat hier een soort van grens aan wordt gesteld. Ze kunnen immers bijna alles. Dus het special effects team heeft overuren gedraaid om de gevechten in perfectie te kunnen tonen, wat zeker is gelukt, maar waarvan je na verloop van tijd een beetje murw van bent gebeukt. Dat neemt niet weg dat naast die drie pijlers waarop de film is gebouwd, het contrast tussen Krypton en Aarde goed werkt en de almachtige kracht van Zod en zijn kompanen in de vorm van hun Terravorming van de planeet aarde huiveringwekkend over komt.


Waar Marvel de laatste jaren vrij goed scoort met hun superhelden op het witte doek, wist DC pas echt een vinger in de pap te krijgen met Christopher Nolan’s Batman reeks. Het is dan ook niet zo gek dat deze man als producer van Man Of Steel is aangewezen, wat overigens niets weg neemt van de klus die Zack Snyder dit keer zeer aardig heeft geklaard. 

The Poughkeepsie Tapes


In deze aflevering van Reportage maken we kennis met de gruwelijke zaak van de tot nu toe nog onbekend gebleven seriemoordenaar, berucht geworden door de vondst van de zogenaamde Poughkeepsie Tapes. Meer dan 2400 uur aan videomateriaal werd gevonden in een huis in Poughkeepsie in de staat New York. Door middel van journaalbeelden, 911 gesprekken en interviews met de huiseigenaar, de FBI, een profiler, een forensisch patholoog en ouders van vermiste kinderen zijn we getuige van een nauwgezette reconstructie die de gruwelijke daden van de moordenaar aan het daglicht brengen. Mijn naam is Pepijn Bierenbroodspot, dit is Reportage!

Zo is de opzet van deze film en dat zit eigenlijk best goed in elkaar. Je ‘mist’ alleen de stem van Pepijn.
Wat door onduidelijke redenen begint met een moord in opwelling, krijgt een lange reeks van vervolgen. De man moord, ontvoert, martelt, verminkt en verkracht (post mortem) met zorgvuldig voorbedachte rade. Hij speelt een spel met de politie die hij op sporen zet waarvan hij wil dat ze worden gevonden. Doordat hij zich zeer zorgvuldig ontdoet van de lijken en schakelt tussen verschillende modi operandi is hij zeer moeilijk te pakken. Via pratende hoofden is het onderzoek te volgen en de tapes zelf laten met een videocamera gefilmde beelden van slechte kwaliteit zien hoe de moordenaar te werk gaat. Deze op zich afschuwelijke tapes zijn echter minder grafisch dan je zou verwachten. Het belangrijkste element is de psychologische druk, die de moordenaar in combinatie met de fysieke martelingen, uitoefent op één van de slachtoffers die hij laat leven en die zijn slaaf moet worden.


De kracht van de film is meteen ook zijn zwakte, want door deze vorm word je nooit echt helemaal het verhaal ingetrokken. Het theatrale karakter van de moordenaar werkt daarbij ook niet echt in het voordeel van de film, want het leidt een beetje af. Al met al toch knap gedaan en zeker de moeite waard om eens te bekijken. 

Stitches


Een asociale clown treedt op bij vervelende kinderen waarbij de leukste truc is dat hij door het lot (dat je overduidelijk al eerder in close-up met de verkeerde kant naar boven in een open gelaten vaatwasser uit zag steken) om het leven komt. De jarige is dan ook nog eens getuige van een clowneske ritueel op het kerkhof dat hèm voor altijd tekent en de dode clown weer tot leven moet wekken. Dat laatste gebeurt dan met enige vertraging, als de kleine jongen een wat grotere jongen is geworden en na jaren zonder feestje toch wordt overgehaald om een denderende party te geven in zijn eigen huis. Ja, dat huis waar die clown zoveel jaar geleden zo onfortuinlijk aan zijn eind kwam wordt het toneel van wraak, uitgevoerd door de herrezen versie, die grappig en goor probeert te zijn, maar in het eerste geval faalt en het tweede geval slechts twee memorabele momenten weet te creëren.


Deze film werd vertoont in de ‘Night Of Terror’ van het Imagine Film Festival in april van dit jaar en scoorde daar hoge ogen. De film paste niet in mijn programma (slechts één reguliere vertoning) en het toen links laten liggen had ik nu ook weer moeten doen. Humor en horror is een zeer moeilijke combinatie, die voor mij hier ook weer niet werkt. Het oh zo simpele gegeven van een gek die op een feestje iedereen afslacht is daarbij ook niet meer dan dat. Geen verrassingen, interessante plots of ontwikkelde karakters. Het wachten is dan dus alleen nog op de slachtingen die dus op twee na ook niet echt memorabel of leuk zijn. Het cijfer 8,08 dat de film op het festival kreeg staat dan ook in schril contrast met de 5,6 die op IMDb wordt toegekend. Poepflauw werd ik van Stitches en een voldoende kan ik het zeker niet geven. 

donderdag 13 juni 2013

The Iceman


Het op ware gebeurtenissen gebaseerde verhaal van deze film is er eentje die tot de verbeelding spreekt. Een huurmoordenaar die meer dan honderd mensen heeft omgelegd. De meeste in opdracht van een of andere gangster. Maar als je op zijn tenen stond kon je ook maar beter een enkeltje Oezbekistan boeken. Deze ijskoude killer (die later met een handlanger lichamen op ijs bewaarde om het tijdstip van overlijden te maskeren) leidde een dubbelleven. Thuis was hij een toegewijd familieman, zijn vrouw en kinderen waren de enigen die echt telden voor hem en zij wisten niets van zijn gruwelijke beroep.

Michael Shannon is de ideale acteur om deze tweespaltige persoonlijkheid te vertolken. Dat doet hij met verve. Net als het weerzien fijn is met wat oude vertrouwde gezichten, zoals Ray Liotta en Winona Ryder. Opvallend is de rol van Chris Evans, die zich - bijna onherkenbaar - van een geheel andere kant laat zien.

Een spannend gegeven en een handjevol goede acteurs. En toch wil het niet zinderen in deze vertelling. Dat heeft te maken met het feit dat de meeste kaarten al direct op tafel liggen en er verder weinig ontwikkeling is in de karakters of het verhaal. De ijskoude killer is daarbij zo ijskoud, dat zelfs als het mis gaat, hij daar nauwelijks van onder de indruk lijkt te zijn. Het vergroot de afstand tot de kijker. Een beter inzicht in de geschiedenis waardoor de man zo is geworden had die afstand nog kunnen verkleinen, maar daar wordt nauwelijks aandacht aan besteed. Het einde van de film, de manier waarop hij gepakt wordt, komt enorm uit de lucht vallen, waardoor je wat dit betreft met wat vraagtekens blijft zitten. 

Al met al te veel haken en ogen die een veel betere film in de weg zitten.   

vrijdag 7 juni 2013

Before Midnight


Het is 27 juni 1996 en voor ons ligt een boek waar we iets in kunnen schrijven. Dat doen we, om te zeggen dat we er van genoten hebben en diep onder de indruk zijn en met een groot gevoel van melancholie huiswaarts keren. Aanleiding van deze reactie is de film die we net gezien hebben in Desmet op de Plantage Middenlaan in Amsterdam. De film, Before Sunrise, gaat over Jesse (Ethan Hawke) en Celine (Julie Delpy) die elkaar in de trein ontmoeten en besluiten hun afzonderlijke reizen te onderbreken en samen uit te stappen in Wenen, waar ze een hele dag met elkaar doorbrengen, elkaar leren kennen en langzaam aan verliefd worden. Door omstandigheden blijft het bij die ene dag.

Zo’n negen jaar later zien we het vervolg, Before Sunset, dat zich ook daadwerkelijk negen jaar later in de tijd afspeelt. Jesse is getrouwd, heeft een zoontje en is in Parijs voor de promotie van zijn boek, dat gaat over die ontmoeting negen jaar geleden. Celine zoekt hem op en dit keer banjeren ze door Parijs, elkaar herontdekkend, filosoferend over hoe het er voor staat in hun leven, wat er mis is gegaan en dat ze nog altijd veel voor elkaar voelen. De angst dat deze film minder zou zijn was gelukkig ongegrond, want ondertussen zijn Jesse en Celine in een andere fase van hun leven beland, die net zo interessant is.

Nu is er dan een derde deel in deze reeks, Before Midnight, weer een jaar of negen verder, waarin Jessie en Celine getrouwd zijn, een snoezige tweeling (meisjes) hebben en hun vakantie doorbrengen in Griekenland op uitnodiging van een schrijver die zijn fantastische huis openstelt voor vrienden om van gedachten te wisselen.

Na een rit en discussie in de auto, waar we ons in no time weer vertrouwd voelen met het stel, volgt een episode in het huis van de oude schrijver, waar ook nog twee andere stellen zijn, waaronder een jong paartje, dat mooi laat zien hoe de prille liefde uit de eerste film in deze tijd toch heel anders werkt. Contact houd je immers via Skype. “Modern romance”, merkt Celine op. Op het prachtige landgoed en aan tafel is het genieten van alle mensen, hun ideeën, verhalen, grappen en interactie. Jessie en Celine hebben een hotelovernachting aangeboden gekregen, zodat ze deze laatste avond echt even helemaal voor zichzelf hebben, zonder de kinderen. Er volgt een lange wandeling naar het hotel, waarin de twee gedachten uitwisselen en er zich van bewust zijn dat ze dit niet meer zo vaak doen, omdat ze er de tijd niet voor hebben. Ze zijn ouder, minder onbevangen, voorzichtiger geworden, door de grotere verantwoordelijkheid die ze dragen. Maar het is vooral de bagage van de tijd die zwaar kan wegen als je ouder wordt, waarvan de consequenties van genomen beslissingen jaren kunnen blijven broeien. In het hotel komen de frustraties dan toch naar boven.

Bij verliefdheid (Before Sunrise) zit er nog niets in de weg en is alles alleen maar mooi. Als je een tweede kans (Before Sunset) krijgt grijp je die aan, met de idylle van wat het zoveel  jaar geleden was en nu weer kan zijn in gedachten. Na bijna tien jaar huwelijk en de veertig gepasseerd hou je van elkaar zoals je bent, met alle voors en tegens. Die tegens kunnen echter de kop op (blijven) steken bij irritaties en ruzies. Oude koeien kunnen nog steeds van invloed zijn op het dagelijks leven en de opgekropte frustraties er over kunnen vinniger naar buiten komen dan de bedoeling is. Zoals ook bij Jessie en Celine blijkt, waar ook veel herkenbare Mars versus Venus zaken naar voren komen.

Met een script geschreven door Hawke, Delpy en regisseur Linklater wordt het allemaal uiterst geloofwaardig, realistisch en intelligent verwerkt in deze film, de derde episode in het leven van een stel dat ik volledig in mijn hart heb gesloten. Wederom kijken we anderhalf uur lang naar pratende hoofden en verveelt het geen moment. Het weerzien van Jesse en Celine is als het weerzien van twee hele fijne vrienden, waarbij de verstreken tijd geen rol speelt en je je volledig in kunt leven in hun situatie, die meermaals als spiegel dient voor jezelf. Maar altijd met de gedachte in het achterhoofd dat dit speciale stel nooit uit elkaar mag gaan, om te dienen als voorbeeld hoe de liefde, ondanks alle ups en downs, alles kan overwinnen.


En nu weer negen jaar wachten…

donderdag 6 juni 2013

Only God Forgives


Een voorpremière voor de houders van een ‘unlimited card’, waarbij een hapje en drankje in het vooruitzicht wordt gesteld. Dit laatste is een leuke bijkomstigheid, maar het gaat mij om de nieuwe film van Nicolas Winding Refn, waarvoor ik nog even geduld moet hebben, want de zaal 2 van Tuschinski wordt geprepareerd en we kunnen pas tegen negen uur naar boven. Voor de ingang van de zaal staan flesjes drinken en zakken chips (een nieuw te promoten variant) klaar. De zaal is uitverkocht, maar er zijn gaten door mensen die het af hebben laten weten. Voor de film begint komen er nog twee medewerkers van Pathé met wat goodies (shirt, dvd en huurtegoed) die worden verloot onder de aanwezigen. Er zit ook nog een iPad in het vat, maar daar krijgt één van ons persoonlijk bericht van.

Vanaf het begin heb ik de Deense regisseur Refn gevolgd. Van Pusher tot Drive. Eén ding wordt al snel duidelijk: zijn fascinatie voor geweld. Only God Forgives is na het bejubelde Drive eigenlijk de volgende gedurfde stap voor Refn. Ook dit keer speelt Ryan Gosling de hoofdrol. Alleen is er weinig inleving mogelijk bij zijn karakter, wat overigens geldt voor alle hoofrolspelers. Waar in Drive een in wezen goede kerel zich door omstandigheden laat verleiden door verkeerde keuzes en het gebruik van geweld om anderen te helpen (!) hebben we in Only God Forgives te maken met alleen maar slechte figuren, die variëren van verwerpelijk tot abject. Onschuldigen zijn gereduceerd tot voetnoten.

Billy, de broer van Julian (Gosling), wordt vermoord in Bangkok. Moeders ( Kristin Scott Thomas zoals je haar nog nooit hebt gezien!) komt naar Thailand om het lijk mee terug te nemen naar Amerika, maar niet voordat ze haar uiterste best doet de moordenaars op te sporen en af te laten maken. Alleen blijkt de zichzelf boven de wet geplaatste politieman die er mee te maken heeft de gemeenste sadist van iedereen. Met de filmtitel in gedachten is er alleen plek voor wraak en komen we in een geweldsspiraal die uiterst stijlvol in beeld wordt gebracht. Doordat je geen sympathie hebt voor wie dan ook, behoudt het geweld al zijn sadistische puurheid en kun je er niet ‘verlekkerd’ naar kijken. Ik vermoed dat dit het doel was van de regisseur. Dat betekent nog niet dat de film geslaagd is, want dat is deze verre van. De karakters hebben hun eigenaardigheden die plausibel kunnen zijn, maar (onbedoeld?) lachwekkend over komen. Zoals de karaoke optredens van de politieman en de af en toe ridicule uitspraken van de moeder. Daarbij kent Refn in zijn gestileerde werkelijkheid eigenlijk weinig diepgang, terwijl het tegendeel wordt gesuggereerd. Iets waar ook de - soort van – mysterieuze visioenen van Julian onder lijden. Veel tijd in de film wordt besteed aan cool en emotieloos kijken (door Gosling) echter zonder dat je onderhuids veel voelt broeien. Nog iets dat over de gehele linie de kop op steekt: de afwezigheid van emotie. De coolheid vlakt alles uit, zowel bij seks als geweld. Ook opvallend is dat bewegingen uiterst langzaam worden uitgevoerd, waarbij  spanningsopbouw met saaiheid wordt verward. En dan zijn er nog scènes die vast hun betekenis hebben, maar moeilijk te plaatsen zijn.

Gedurende de film verlaten zo’n man of 25 de zaal voortijdig. Dat zegt ook wel iets. Op het eerste gevoel vind ik dit een intrigerend maar mislukt experiment. Ik krijg de film niet zo snel uit mijn hoofd en een film die tot nadenken stemt heeft sowieso een streepje voor. Interviews met Refn die ik heb gelezen en gezien zijn weinig verhelderend. Ook daar krijg ik trouwens de indruk dat hij diepzinnig over wil komen, maar dat nu niet direct is. Pretentieus? Of mis ik gewoon iets?


Hoe dan ook, zoals Woody Allen in zijn laatste films diverse Europese steden als heerlijke toeristische trekpleister weet neer te zetten, zo slaagt Refn er in Bangkok op het lijstje van steden te zetten waar je nog niet dood gevonden wilt worden. Ha!

woensdag 5 juni 2013

The Breeders - Paradiso Amsterdam, 3 juni 2013


“It was twenty years ago today…” Dit door de The Beatles magisch geworden getal wordt wel vaker aangegrepen om iets heugelijks te vieren. Hier en nu zijn dat The Breeders die fêteren dat in 1993 hun meest succesvolle album Last Splash op de markt kwam. Op 21 oktober van dat jaar speelden ze ook al in deze poptempel en daar mocht ik toen getuige van zijn. Nu dan de zoveelste reünie voor deze band met de originele samenstelling ten tijde van dat album, zijnde Kim & Kelley Deal, Jim Macpherson en  Josephine Wiggs. Een reünie met betalende gasten: wij dus. Nu heb ik het over het algemeen niet zo op reünies en laat ik die - zowel van scholen als van weer herenigde bands - meestal links liggen. Bij The Breeders moest ik echter denken aan het laatste concert dat ik van ze heb gezien in de Melkweg op 21 april 2008. De glorieuze dagen had de band toen ook al lang achter zich liggen, maar ik ben blij dat ik toen ben gegaan, want in de snikhete zaal was het een feestje van jewelste. Vol verwachting klopt mijn hart dus…

We zijn er vroeg bij voor een mooi plaatsje op het balkon. Als het Nederlandse voorprogramma Corduroy begint is de zaal nog vrij leeg. De drie mannen maken in de basale opstelling van gitaar, bas en drums ‘rauwe ongedwongen compromisloze no-nonsense indie-rock’, aldus hun eigen website. Dat ze Pixies en Kyuss als voorbeelden hebben, hoor je in de muziek door. Zeker niet onaardig en het terug in de tijd gevoel dat hun muziek oproept is voor deze avond in ieder geval niet verkeerd. Het enthousiasme dat zanger gitarist Johan Reukers meermaals in woorden vat is dat van een kind dat voor het eerst naar de grote speeltuin mag. Heel leuk voor je John, dat je in Paradiso spelen mag, maar om er zo op te hameren komt wat kinderlijk over.


Mooi op tijd stiefelen Kelley, Kim, Josephine, Jim en violiste Carrie Bradley de bühne op om Last Splash integraal te gaan spelen. Het is een gimmick van de laatste paar jaar om albums in zijn geheel te spelen. Dat kan leuk zijn, als het gehele album top is, maar naarmate deze set vordert word ik me er weer van bewust dat dit album toch wel wat dalen kent, of in ieder geval nummers bevat die nu niet bepaald tijdens een concert tot hun recht komen. De onsamenhangendheid van het album doet dit concert geen goed en de band mist - op de heerlijk energieke drummer na - ook een bepaalde pit en fruitigheid die met favoriete nummers als Cannonball, Divine Hammer en No Aloha een zaal vol dansende mensen had moeten opleveren, wat dus helaas niet gebeurt. Maar ach, ik zit hier ook op mijn krent op het balkon en de mensen beneden mij zijn over het algemeen ook niet meer de jongste, dus dat heeft er misschien ook wel mee te maken. Toch merk ik dat sommige zaken die vroeger misschien charmant waren, zoals het feit dat de meiden niet de beste muzikanten zijn, nu een beetje tegen de band gaan werken. Kelley kan nog altijd geen snaar aanslaan zonder te kijken waar ze haar vingers moet zetten, waardoor ze bijna het gehele concert over haar instrument is gebogen en geen contact met het publiek kan maken. De band is verder nog steeds heel statisch op het toneel. De meiden verzetten ongeveer geen voet, Josephine is daarbij haar ijzige Engelse zelf en alleen Carrie Bradley, die naast viool ook toetsen en tamboerijn bespeelt, weet op zeer innemende en aparte wijze wat dansbewegingen uit haar mouw te schudden. Verder schiet het niet erg op tussen de nummers door en is het lang wachten op de volgende song, wat de vaart sowieso wel uit de set haalt. Ondertussen maakt Kim grapjes die alleen zei begrijpt, hebben enkele bezoekers de prachtige VPRO documentaire over de band nog even bekeken en gooien twee bollen wol op het podium die Kelley liefderijk langs haar gezicht aait en wisselen Josephine en Jim van instrument tijdens Roi, omdat dit ook zo tijdens de opnames van het album geschiedde. Wel leuk is het moment waarop de band met Flipside wil beginnen, Jim de maat begint te slaan, maar het toetsenbord van Carrie niet werkt. Jim tikt lekker door, het publiek klapt vrolijk mee, een roadie checkt de stekkers en haalt een nieuw koord en dan kan het nummer alsnog worden gespeeld.




Als het album is gespeeld neemt de band een korte pauze om terug te keren met wat andere liedjes, “because Last Splash only lasts for about 30 minutes” zegt Kim. Verrassend genoeg komt de set heel even goed tot leven met de Guided By Voices cover Shocker In Gloomtown en het door Josephine geschreven liefdeslied (“for no one in particular” zegt ze) Head To Toe, waarna de storm weer gaat liggen als rustiger vaarwater wordt opgezocht met o.a. The Beatles cover Happiness Is A Warm Gun en Oh!. Er volgt nog een tweede toegift in midtempo, met Iris en Don’t Call Home om de boel definitief mee af te sluiten.


De geplande reünie liep wat stroef, kan ik concluderen. De warme gevoelens die je voor oude vrienden van lang geleden hebt slaan op een gegeven moment wel om als je hun gebreken weer herkent. Die minder leuke kanten nam je vroeger misschien iets makkelijker voor lief dan tegenwoordig.

zondag 2 juni 2013

The Hangover Part III


13 juni 2009, The Hangover: “Dit is gewoon één van de meest komische films die ik ooit heb gezien. Ik heb pijn in mijn kaken van het lachen.”

29 mei 2011, The Hangover Part II: “Minder pijn in mijn kaken dan de vorige keer, maar een avond top amusement niettemin. Het schijnt dat er sprake is van een derde, afsluitend deel, dat het dan toch over een andere boeg gaat gooien. Zullen we zeggen, over twee jaar weer in zaal 11 van Pathé de Munt?”

1 juni 2013. Het werd niet de Munt maar Tuschinski. Wel weer bijna precies 2 jaar later en weer met mijn zelfde vrienden. En ja, de makers hebben het over een andere boeg gegooid, en nee, dat is geen slimme keuze geweest. Dit is een film geworden waaruit bijna alle over the top gekte is verdwenen. Waarin onze vrienden voor een karretje worden gespannen in een verhaal waar Chow de hoofdrol lijkt te spelen. En Chow is serieus. Serieus! Vol goede moed en nog meer hoop slepen we ons door de film heen in afwachting van wat ons onbedaarlijk aan het lachen moet maken. Het worden slechts sporadische prikken van naalden in een hooiberg van slappe strootjes. Weg is de magie, verdwenen de overtreffende trap, verloren de sprankeling. Zelfs de titel van de film is zijn betekenis kwijt geraakt…

…of wacht. Als de mensen alweer druk hun mobieltjes aan het checken zijn en zich naar de uitgang spoedden omdat de aftiteling is begonnen wacht ons nog een verrassing. Van een minuut of wat. Waarin alle gekte zit gepropt die we hebben moeten ontberen de afgelopen anderhalf uur. Zo bekend en zo heerlijk hilarisch. Zo had de film gewoon moeten beginnen. Kan mij het schelen dat het voor de derde keer voort zou borduren op wat we al kennen. Daar kom ik namelijk voor!


Weet je wat? We gaan doen of dit deel niet heeft bestaan. Dat het einde inderdaad het begin is van een nieuw deel dat ze alsnog gaan maken. Al was het maar om toe te geven dat ze fout zaten. Dan zit ik over twee jaar weer klaar, in welke zaal dan ook. Klaar om vermaakt te worden volgens de absurde regels van het spel dat ze zelf hebben bedacht en zonder daar ook maar iets van af te wijken!