zaterdag 27 oktober 2012

Eefje de Visser - Griffioen Amstelveen, 26 oktober 2012



Het is 1983. Het schoolfeest is nog niet zo lang bezig en ik heb ‘Stiekem gedanst’ van Toontje Lager al twee keer voorbij horen komen. Ze zit daar, in een hoekje van het schoolcafé, onopvallend te kletsen met een vriendin. Gestoken in een glittervestje, zwarte pofbroek met hoogwater en gympen er onder. Ze heet Eefje. Ze staat op, kijkt even om zich heen en stapt daadkrachtig het podium op.

De theatertour van Eefje de Visser brengt haar vanavond naar Amstelveen, waarna de komende maanden nog vele theaters door het land gevuld zullen worden met haar muzikale klanken en de in elkaar geknutselde achtergronden die toch wat knullig overkomen. Ze komt op in een glittervestje, zwarte pofbroek met hoogwater en gympen er onder. Ze pakt een gitaar en speelt met haar band drie (nieuwe) liedjes die elkaar opvolgen zonder pauze, in een kabbelend ritme als een fijne kennismaking.

Pas na die drie liedjes is er ruimte om te klappen. Ze ‘verspreekt’ ons toe, dat ze in Almere is, wat ze niet is, waardoor ze in de war raakt en niet meer weet wat ze wilde zeggen. Zeg maar niets, raak ons met je muziek. Dat doet ze, feilloos. Bekende nummers van haar debuut De Koek zijn helemaal ontdaan van hun kleding en in iets nieuws gestoken. Meestal schaars, in basale vorm, intiem, puur en subtiel. In Het Gras krijgt een mineurstemming toebedeelt die indruk achter laat. Genoeg wordt door een stuwend ritme voortgedreven. Verdriet lijkt nog langzamer te gaan dan het origineel, waardoor de tekst en het gevoel nog zwaarder gaan wegen.

Hoe mooi. Hoe mooi zitten we er hier naar te luisteren, op klapstoeltjes, in een niet uitverkochte, maar goed gevulde zaal, met uitstekend geluid dat zonder oordoppen tot ons kan komen, zonder pratende mensen, rammelende koffiekopjes of vallende hardplastic bekers, want consumpties zijn niet toegestaan in de zaal.
Er zit een nadeel aan de opgelegde stilte. Een pauze, van een minuut of twintig, waardoor we uit de flow van het optreden raken en iedereen toch nog naar de bar rent om de inwendige mens te versterken. Wordt die niet al genoeg versterkt met haar klanken en woorden, die ons tot nu toe zo goed wisten te voeden?
Terug in de zaal pakt Eefje ons solo opnieuw bij de strot, met een onbekend nieuw pareltje, dat zo doordacht in elkaar steekt en niets nodig heeft dan haar stem en gitaar. Er volgen nog bekende nummers in herkenbare (Hartslag) en onherkenbare (De Koek) versies. Aan die laatste wordt de geprezen versie van Call Me vastgeplakt, waar het echter een adempauze tussen de nummers verdiende.

Dan eist het verleden haar weer op, als ik het misplaatste laatste nummer hoor, dat eigenlijk in dat schoolcafé thuis hoort, gespeeld door dat schoolbandje dat alle voetjes van de vloer krijgt als ze Blondie’s Hanging On The Telephone op volle kracht het zaaltje instuurt en zelfs die dolle lerares even mee pogoed.

Als ze klaar is, schraap ik al mijn moed bij elkaar en stap ik op haar af, in dat schoolcafé, dwars door de dansende menigte naar de andere kant van het zaaltje en zeg haar dat ze het niet nodig heeft, die bordkartonnen achtergrond en die wilde cover. Dat haar ze haar muziek, háár muziek in alle broosheid kan tonen en juist daarmee het publiek intens kan laten genieten. De woorden komen er hakkelend uit, maar ik zie aan haar ogen dat ze begrijpt wat ik bedoel.

woensdag 24 oktober 2012

Killer Joe



Fijn om Gina Gershon weer eens in actie te zien. Dat haar eerste shot een close up van haar volle bush is, plaveit de weg naar een clichévolle schets van het white trash milieu waar ze onderdeel van uit maakt. Dit is Texas, met hicks, rednecks, trailer parks, coke, caddillacs, beer, bbq, strippers, girls named Arlene and some good old fashioned country ass whooping. We hebben een vader, stiefmoeder, zoon Chris en dochter Dottie. Chris zit in de nesten, heeft geld nodig en verzint een oplossing waarvan ieder een beetje zinnig mens met een niet eens al te hoog IQ al direct van weg zou rennen. Zo niet deze familie. Joe Cooper, een politieman met een ‘business on the side’, wordt ingeschakeld om de echte moeder te vermoorden, zodat de rest het verzekeringsgeld op kan strijken. Als Joe aan Chris duidelijk maakt dat het geen spelletje is “this is serious business you’re fucking with here boy!” en het probleem van vooruitbetaling wordt opgelost, kan het gedoemde scenario vorm krijgen.  

Naast Gershon als de stiefmoeder treffen we Thomas Hayden Church aan als de vader en Emile Hirsch als zijn zoon. Het acteerwerk van vooral de twee laatsten is niet altijd even goed gedoseerd, maar misschien moet dat gerangschikt worden onder het kopje ‘comedy’, een label dat IMDb aan de film hangt. Niet dat ik dit er in zie overigens. Killer Joe wordt gespeeld door Matthew McConaughey. Als ik aan één acteur een hekel heb is hij het wel. Ideaal voor deze onsympathieke rol, want de hekel die je aan hem moet gaan krijgen is er bij voorbaat. Hij vervult de rol met verve. Ondanks zijn gecontroleerde, bedachtzame en beheerste voordoen kan het de kijker niet ontgaan dat hij een lopend kruitvat is, een vulkaan die op springen staat.

De film loopt iets te veel te koop met z’n sleaziness en het doorzichtige verhaal en de oerdomme familie willen maar niet boeien. Als Killer Joe dan na bijna anderhalf uur zijn kookpunt bereikt en zijn extreem gewelddadige karakter tentoonspreidt, leidt dit tot een uitermate potsierlijk einde dat het laatste sprankje hoop op iets briljants definitief de grond in boort.

Dan haal ik toch vele malen liever de dvd van Red Rock West of Blood Simple weer uit de kast.

maandag 22 oktober 2012

Resident Evil: Retribution



Nadat (project) Alice ons via een computerscherm even op de hoogte brengt van wat er in de afgelopen vier films zoal is gebeurd en we daarna even bij de neus worden genomen in een droom scène, is Alice terug waar ze begon, bij de Umbrella Corporation. Als gevangene duurt het niet lang voordat ze zich via strakke bewegingen in een nog strakker sm-pakje een weg naar de vrijheid gaat knokken met de hulp van een mysterieuze Oosterse dame die dit keer het rode jurkje aan heeft.

De weg naar de vrijheid gaat via diverse simulaties die het naargeestige bedrijf heeft ontwikkelt om te zien wat de uitbraak van het virus zoal met mens en dier doet. Na de initiële zombies, krijgen we gemuteerde zombies, reuzen met bijlen, een nazi doodshoofdeskader in lederhosen en een gigantisch hersenhoofdmonster op vier poten. In antwoord daarop krijgen we dus na de initiële trap en slatechnieken die nog altijd vol overtuiging worden uitgevoerd door Alice (Milla Jovovich) een niet aflatende kogelregen door haar en haar bad-ass trawanten, die de originele betekenis weer terug geven aan de term ‘bullet time’.

Dat neemt niet weg dat het leentjebuur spelen bij Dawn Of The Dead (remake), Aliens en ook wel degelijk The Matrix het gevoel geeft dat de ideeën armoede nu echt heeft toegeslagen. Daarnaast keert de film terug naar de basisomgeving van de game, maar doet dat eigenlijk op een zo slechte CGI potpourri manier, dat het oninteressante non-verhaal zelfs geen visueel genot kan geven. Dat Alice & Co aan het einde al weer klaar staan voor het volgende hoofdstuk geeft de kijker de indruk dat hij een slechte vervolg comic aan het lezen is, waar geen einde aan schijnt te komen. Het wordt tijd om dit abonnement stop te zetten, want ook al weet ik niet hoe het af zal lopen, interesseren doet het me allang niet meer. 

End Of Watch



Grimmig, realistisch en hard. Maar ook aangrijpend, gevoelig en ondubbelzinnig. Het zijn woorden waar je een recensie dan meestal mee eindigt, maar ik geef ze vast mee om er daarna wat dieper op in te gaan.

Een buddy-cop-movie. Twee straat agenten die in het minder leuke deel van Los Angeles hun plicht doen door de voorgeschreven regels na te leven en degenen die dat niet doen op te pakken. Dit zijn niet alleen twee collega’s, maar ook vrienden, die voor elkaar door het vuur gaan. Onrustig gefilmde beelden (deels door camera’s die ze zelf dragen, of die in hun auto zit), vaak in spervuur achter elkaar gezet doen misschien wat zenuwachtig aan, maar dragen wel bij aan de beangstigende werkelijkheid die de agenten elke dag weer tegemoet treden en weten in veel gevallen de adrenaline tot een kookpunt te brengen. Hun dagelijkse patrouilles laten de drie voornaamste ingrediënten van de illegale voedselketen zien, zoals ze dat zelf noemen, namelijk drugs, geld en wapens. Met meestal geweld in welke vorm dan ook tot gevolg. Dit woeste wilde westen wordt afgewisseld met beelden van de dienders in hun privé situatie, waarin de Mexicaanse Mike Zavala (Michael Peña) al jaren gelukkig is getrouwd met de vrouw van zijn dromen en een fijn gezin heeft en zijn collega Brian Taylor (Jake Gyllenhaal) de eerste voorzichtige stappen zet richting een nieuwe liefde die niet alleen mooi, maar ook intelligent is. Het geeft ruimte om op adem te komen, maar laat natuurlijk ook zien wat de gevolgen zijn deze idylle als de tijdbom tot ontploffing zal komen.

Die tijdbom wordt duidelijk als de agenten (bij toeval) op zijaders van een groot Mexicaans kartel stuiten en als een ‘pain in the ass’ worden gezien door de criminelen die acties gaan ondernemen om hun handel te beschermen.

David Ayer is de schrijver en regisseur van deze boeiende actiefilm. Je zou hem specialist kunnen noemen op het gebied van politie versus criminelen in Los Angeles, want zijn vier voorgaande scripts gingen daar ook al over, met het intense Training Day als hoogtepunt. Dit keer pakt hij het iets anders aan. Behalve de filmstijl, die je nog dichter op de huid van de personages moet brengen, heeft hij er voor gekozen om de yin en yang in deze film zwart en wit te houden. Mike en Brian zijn goed, de criminelen zijn slecht. Er is eigenlijk geen grijs gebied. Dit heeft voor- en nadelen. Het is op zich wel eens fijn om te zien dat er ook nog (echt) goede agenten zijn, met wie je dan ook helemaal mee kunt leven. Aan de andere kant was dat grijze gebied in bijvoorbeeld Training Day juist zo interessant, omdat het die film een extra laag gaf, waarbij je zelf ook dieper in je geweten moest gaan graven. Door het goede spel, de zenuwslopende acties en de toenemende mate van grimmigheid, heb je echter pas na de film tijd om over dit soort zaken na te denken en ik kan niet zeggen dat ik die grijze laag nu erg heb gemist. 

donderdag 18 oktober 2012

Captifs



Drie Franse artsen (zonder grenzen) doen hun werk in een hospitaal in Kosovo, voormalig Joegoslavië. Hun werk daar zit er bijna op. De volgende dag vertrekken ze met de auto naar huis. Dit betekent rijden door een gebied waar de impact van oorlog nog steeds voel- en zichtbaar is. Ze stuiten op een wegversperring van het leger en kiezen er voor een andere weg te nemen i.p.v. te wachten tot de normale route veilig is. Een foute beslissing natuurlijk, want ze raken verdwaald en worden op een afgelegen bosweg ontvoerd door een groep gemaskerde mannen.

De drie worden opgesloten, verzorgd, krijgen te eten en vermoeden dat het misschien om losgeld te doen is. De werkelijkheid wordt al snel duidelijk en is een stuk gruwelijker.

Ondanks het feit dat deze film slechts 79 minuten duurt, krijg je het gevoel dat het een lange zit gaat worden, simpelweg omdat er nauwelijks vaart in zit, waardoor het soms zelfs wat saai wordt. Dit heeft ook te maken dat je weinig binding voelt met de drie Fransen, wat toch een voorwaarde is om een film als deze te laten slagen. Zonder opsmuk of al te veel verrassingen, maar met ongepolijst realisme en een snufje psychologie weet de film na verloop van tijd de aandacht toch nog naar zich toe te trekken en doet het appèl op oergevoelens zijn werk. Ren voor je leven!

maandag 15 oktober 2012

Alleen Maar Nette Mensen



Voor de hoofdfilm zie ik de trailer van Cloud Atlas, een groots opgezet spektakel met een boodschap die misschien niet helemaal duidelijk overkomt, maar het zal in de film ongetwijfeld helder worden. Door de maker van Lola Rennt en de makers van The Matrix Trilogy. Tom Tykwer en de gebroeders Wachowski. Of nee, dat is waar ook, Larry is Lana geworden! Ik ben benieuwd hoe dit is aangepast op IMDb. Met de zoekterm Larry Wachowski krijg je Lana Wachowski in beeld, met in kleinere letters zijn vorige naam er onder. Ook de foto’s zijn ge-update. Het is toch een vreemde gewaarwording, maar ik hoop dat het hem gelukkig heeft gemaakt dat hij een haar is geworden.

Alleen Maar Nette Mensen is de film naar het boek van Robert Vuijsje. De titel komt van een uitspraak van de moeder van hoofdpersoon David, die hij wat onbeholpen herhaalt als men vraagt waar hij vandaan komt: “Oud Zuid, daar wonen alleen maar nette mensen”. David is Joods, zoon van rijke welgemanierde ouders, heeft een zevenjarige relatie met een net blond meisje en begeeft zich in een upper class omgeving, waarin al zijn vrienden al vanaf hun geboorte weten wat ze zullen/moeten gaan worden in de toekomst. David is anders. Hij voelt het kriebelen en het zijn zwarte vrouwen met grote borsten en konten die de kriebels teweeg brengen. Hij gaat erg naïef op zijn nieuwe doel af zonder na te denken over mogelijke gevolgen.

Het leuke aan de film is dat vele (voor)oordelen tussen diverse bevolkingsgroepen aan bod komen. Niemand wordt gespaard. David zelf is dus Joods, maar iedereen denkt dat hij een Marokkaan is, door zijn getinte uiterlijk, zwart haar en kleding keuze. Hij krijgt al snel door dat de negroïde vrouwen waar hij op valt ook weer onder te verdelen zijn. Zo heb je Surinamers die dan weer bonje hebben met Antillianen... Maar ondertussen krijgen ook Ghanezen, Javanen en Turken er van langs. Plat en fout, maar erg aanstekelijk omdat de toon uitermate licht wordt gehouden.

David gaat achter de temperamentvolle Rowanda aan (die haar naam op haar twee gouden voortanden heeft staan), duikt al snel tussen haar grote borsten (de scène met een trillende pokkie er tussen is hilarisch) en ontdekt al gauw een geheel andere wereld, waarin hij zich vol laat lopen met indrukken en adviezen. Dat de adviezen niet allemaal goed uitpakken blijkt als Rowanda hem de deur wijst omdat hij te veel een speculaas (blanke die slechte gewoontes van zwarte heeft overgenomen) is geworden. Dan laat de film ons ook een wat minder plezierige kant van het leven zien, zoals seks in ruil voor goederen en ongewenste zwangerschappen. Lang wordt er niet bij stil gestaan, want dit is toch vooral een komedie waarin de opzichtige boodschap vooral in grappen wordt verpakt. En dat pakt eigenlijk heel goed uit. De goede vertolkingen van o.a. Imanuelle Grives (die voor deze rol maar liefst 15 kilo aan kwam), Jeroen Krabbé en Annet Malherbe maken het af.

Je zou dus op heel wat slakken zout kunnen gaan leggen, maar dan mis je de humor. Ik zeg: schudden met die billen!

vrijdag 12 oktober 2012

Bellicher: CEL (en ik dus niet)



Na de redelijk spannende en in ieder geval onderhoudende tv-serie Bellicher, mocht Daan Schuurman nog eens aantreden in zijn (titel)rol in een filmversie. Peter de Baan, die al eens een aflevering van de serie had gedaan, nam de regie in handen. Productiemaatschappij is Pupkin film, die ook al zo goed aan de weg timmert met de serie Van God Los. Deze serie had dan weer één van de mooiste leader muziekjes gemaakt door Paleis van Boem, die Bellicher: CEL ook weer van zeer fraaie muziek voorziet.

Het verhaal dan. Na een korte schets van Michael Bellicher’s privéleven (gescheiden, ex gaat met hun kinderen en nieuwe man voorgoed naar Amerika) komt hij al gauw terecht in een vreemdsoortig web, waarin hij wordt opgepakt door de politie, die hem beticht van een zeer ernstig delict, dat hij zeker niet heeft gepleegd. Het lijkt wel of iemand met zijn identiteit aan de haal is gegaan, waarna de eerst nog verwonderde, maar al gauw verbeten Bellicher op zoek gaat naar de dader(s). Het web blijkt groter en meer omvattend dan verwacht.

Schuurmans rent constant voor zijn leven, zowel criminelen als de AIVD kruisen zijn pad, hij pikt onderweg twee handige hulpjes op en probeert ondertussen ook nog een goede vader te zijn. Over multitasken gesproken. Met Daan zit het wel goed. Zijn reacties zijn over het algemeen natuurlijk en menselijk. Hij vecht om te overleven, maar is geen actieheld en laat het letterlijke vechten aan zijn handige hulpje over. Precies iemand waar we ons mee kunnen vereenzelvigen dus. De hulpjes overtuigen minder, omdat zowel Richard (gered door Michael na een aanslag) als Guusje (advocate) geen eigen verhaal of diepgang hebben, maar puur in dienst staan van Bellicher en zijn acties. Het zelfde geldt voor alle kwaaie en minder kwaaie pieren van wie de drijfveren vaak in het midden worden gelaten. Doordat het verhaal te dicht aan de hoofdpersoon blijft kleven, komt de uiteindelijke nationale dreiging ook niet echt over.

Het verhaal zit in grote lijnen wel goed in elkaar, het zijn de kleinere dingen waar het af en toe mis gaat. Zoals wanneer Michael en Richard in een auto zitten en hun achtervolgers zo goed als kwijt zijn, als Richard roept dat ze op moeten splitsen, waarna Michael de auto verlaat, en al rennend alsnog boeven achter zich aan krijgt. Wat volgt is een aardige scène op een Hollandse locatie (tomatenkwekerij), maar die had beter ingeluid kunnen worden. Ook vervelend is de veel te makkelijke manier waarop Richard, Guusje en Michael elkaar steeds weer vinden en hoe Bellicher in hemelsnaam precies weet vanaf welke plek de boeven willen ontsnappen. Het zijn zaken die de vaart van de film goed doen, maar de geloofwaardigheid zeker niet. Andere grote doorn in het oog is een cruciale scène, waarin Bellicher thuis via een spiegel naar iemand kijkt en zo blijft kijken als er iets verschrikkelijks gebeurt. Visueel misschien een leuk plaatje, maar redelijk belachelijk qua realiteit.

Als speelfilm blijft Bellicher: CEL toch een beetje in de polderklei steken. De toevallige ellende die de hoofdpersoon overkomt dient een groter belang, dat door gebrek aan tijd niet goed uit de verf komt. De vier delen van de tv-serie gaven daar beter de ruimte voor.


(en ik dus niet)

In het voorjaar van 2012 zag ik een oproep op het internet dat Pupkin op zoek was naar figuranten voor de speelfilm Bellicher II: CEL (wat toen nog de officiële titel was). Ik heb mij aangemeld, foto ingestuurd en kreeg te horen dat er zeker wat voor me in het verschiet lag. Na wat heen en weer gemail (en gebel) kreeg ik te horen dat ik op zondag 10 juni bij een kerk in de Prinses Irenestraat te Amsterdam moest zijn. Ik kreeg een persoonlijke brief met daarin informatie over de locatie, kleding, catering, quitclaim (was bijgesloten) en de scène die zou worden opgenomen. Over de scène stond het volgende: “Zondag gaan we de hele middag draaien in een controlekamer tijdens de Herdenkingsdienst van Wolbert Allaart (Marc Klein Essink). Jullie (2) zijn AIVD mannen die de monitoren in de gaten houden. Er is een belangrijke politicus overleden. Kerk is zwaar bewaakt en streng gecontroleerd. Niemand komt zonder ID binnen. Tijdens de herdenkingsdienst gebeuren er heel veel acties achter elkaar. Het wordt heel spannend… einde film. Op de set worden de scènes doorgenomen en krijgen jullie aanwijzingen van de opnameleider. Luister goed naar hem, zodat de opnames snel en goed gaan!”

Het leek me altijd al leuk om eens een dagje op de set van een speelfilm rond te lopen en al helemaal om daarin een piep klein rolletje in te spelen, ergens op de achtergrond. Nu heb ik ooit eerder meegedaan aan opnames voor een trailer en ik was me bewust van het feit dat het voornamelijk wachten, wachten en nog eens wachten is; en dat je maar moet afwachten of je überhaupt ooit in beeld komt, c.q. blijft. Maar met deze brief in handen leek het werkelijkheid te gaan worden. Het zou daarnaast een leuk verhaal voor mijn blog op kunnen leveren. Het liep toch even anders…

Ik werd een dag van tevoren gebeld door degene die zich met de figuranten bezig hield. Helaas ging de shoot niet door die bewuste zondag, maar niet getreurd, het zou op een andere dag plaats gaan vinden. Ook daar kreeg ik bericht over. Alweer een zondag, zelfde plaats en tijd. De zondagochtend van de opnames word ik gebeld. De opnames in Den Haag lopen uit en de shoot van die middag zullen ze niet gaan halen. Excuses. Je hoort van ons.

Niet dus. Ik heb de aangewezen persoon in de loop van de week nog twee keer gemaild, om te vragen of het nog door zou gaan en op welke dag, maar mijn mails konden niet rekenen op een antwoord.

Ik weet genoeg van het filmproces om te weten dat sommige dingen niet volgens schema gaan. Dat stoort me ook niet. Wat ik niet netjes vind is dat ik helemaal niets meer hoorde en dat er niet werd gereageerd op mijn mails.

Jammer maar helaas dus, al heb ik er alsnog een klein verhaaltje uitgeperst, over net niet die ene man in dat zwarte pak van de AIVD.  

dinsdag 9 oktober 2012

Lawless



Drie eigengereide broers die in de jaren dertig in Amerika illegaal drank stoken en verhandelen houden zich staande tegen een gestoorde agent uit Chicago die eist dat ze een deel van hun winst afstaan. Aangezien ze dat niet doen volgt er een keiharde en bloederige strijd.

Some violence on the left, some ultra violence on the right. De jongen die vroeger nog geen varken kon afmaken, schiet aan het einde van de film dan toch nog iemand door het hoofd. Yeehaw!

Het script is van de hand van Nick Drake. Een beroemde muzikant die op basis van dit script beter in de muziek had kunnen blijven wat mij betreft (al was ik daar ook al geen fan van hem). De karakters uit de film worden nergens meer dan typetjes en het verhaal, dat op ware gebeurtenissen is gebaseerd is flinterdun en toont dat niet van alle ware gebeurtenissen een film gemaakt hoeft te worden. De enige die het scherm naar zich toe trekt is Gary Oldman, maar zijn rol is ver onderbelicht en zijn tijd op het scherm bijna verwaarloosbaar.

Het feit dat geen van de eendimensionale karakters ook maar een greintje empathie op weten te wekken doet de film dan ook weinig goeds.

Wat blijft er dan nog over? Some violence on the left, some ultra violence on the right…


En zo eindigt dit zevende PAC festival, met twee hoogtepunten en drie toch wat tegenvallende films. Die top 5? Amour – Jagten – The Perks Of Being A Wallflower – Trouble With The Curve – Lawless.

Trouble With The Curve



Voor het eerst tijdens het PAC festival is er een verrassingsfilm. Nu heb ik eigenlijk geen goede ervaringen met verrassingsfilms, omdat ze meestal tegen vallen. Dat is helaas nu ook weer het geval.

We hebben de grumpy old baseball scout Gus (Clint Eastwood), koppig als wat moet hij niets van computers en statistieken weten. Hij zoekt naar talenten voor de Atlanta Braves door naar wedstrijden te gaan en zijn kennis van het spel te gebruiken. Het heeft in de loop der jaren al menig klinkende naam voortgebracht.

Dan is er zijn dochter Mickey (Amy Adams), waar hij nauwelijks contact mee heeft, die advocaat is bij een grote firma en op het punt staat een zaak te winnen waarmee ze een partnership in de firma tussen oude mannen krijgt. Ze is net zo koppig als haar ouwe.

Verder heb je een andere scout Johnny (Justin Timberlake), een veelbelovend talent, ooit ontdekt door grumpy, echter niet goed ingezet door zijn team waardoor hij blessures kreeg, niet meer kon spelen en nu zelf maar scout is geworden.

Het contract van de al bijna bejaarde Gus loopt ten einde, hij begint last te krijgen van staar, zijn baas vertrouwt het allemaal niet en stuurt een andere medewerker achter hem aan om in het geniep een tweede mening te vormen als grumpy er op uit gaat om zijn oordeel te vellen over een veelbelovende honkballer, waar de Braves eigenlijk al hun zinnen op hebben gezet. Gus’ beste vriend Pete vraagt Mickey om met Gus mee te gaan om een oogje in het zeil te houden. Tijdens het scouten komt ook Johnny in the picture.
Zal Gus het juiste oordeel vellen en weer op goede voet komen met zijn dochter? Zal Mickey beseffen waar het om draait in het leven en weer op goede voet komen met haar vader? Is Johnny de ‘love interest’ waar Mickey niet op had zitten wachten? Zal het arrogante boontje dat alleen op statistieken vertrouwt om zijn loontje komen? Is de paus katholiek?

Trouble With The Curve is zo ongelooflijk voorspelbaar, dat echt alles afhangt van de acteerprestaties en onderlinge chemie. Het acteren is van redelijk niveau en het spel tussen vader en dochter en tussen dochter en jonge scout kan er mee door. Maar dat is niet goed genoeg. Zeker Clint Eastwood herhaalt zichzelf in dezelfde soort rollen en speelt het dan ook met twee vingers in zijn neus. Justin Timberlake speelt het braafste jongetje uit de klas, een rol waar verder niet veel uitdaging in zit. Amy Adams’ rol is dan nog het meest bevredigend, ook omdat zij de enige is die tussen drie vuren zit en als enige echt persoonlijke groei doormaakt.

Hollywood op zijn zoetst, zou je kunnen zeggen. Eind goed, al goed. Wat mij betreft iets tè ongevaarlijk vermaak. 

Jagten



Lucas was leraar op een school die is gesloten. Nu werkt hij in de kinderopvang, waar hij een gewaardeerd collega is. Hij heeft een fijne vriendenkring, worstelt een beetje met zijn scheiding en leert een spontane vrouw kennen waarmee hij een relatie begint. Als het kleine dochtertje van zijn beste vriend op het kinderdagverblijf een opmerking maakt die seksueel getint is en Lucas in een verdacht daglicht stelt is het een kwestie van dagen voordat Lucas leven finaal verwoest raakt.

De kijker weet (bijna zeker) dat de beschuldigingen vals zijn. Je ziet hoe de omstandigheden waarin het kind tot die bepaalde uitspraak komt. Er volgt een gesprek met het kind (zonder de ouders!) dat uiterst suggestief is, waarna het de kraan open zet voor vooroordelen, snelle en ongefundeerde conclusies en agressief gedrag jegens Lucas. “Er is geen reden tot paniek”, meldt de voorbarige directrice aan de nietsvermoedende ouders tijdens een bijeenkomst. “We volgen de gemeentelijke procedure”.

Het wordt een vonnis zonder rechtspraak, een heksenjacht met een brandmerk tot gevolg, waar je nooit meer los van komt.

Zeer aannemelijk wordt neergezet hoe de bange mens reageert, zonder te beseffen wat de gevolgen zijn. Die gevolgen zien we ook in de film en die zijn niet gering. Niet alleen voor Lucas, maar ook voor zijn zoon bijvoorbeeld en zelfs voor de bange mensen zelf. Lucas probeert zich niet van zijn stuk te laten brengen, gaat de confrontatie aan, simpelweg omdat hij weet dat hij onschuldig is, een gevecht dat nauwelijks te winnen valt, omdat bijna iedereen hem laat vallen. Mads Mikkelsen toont zijn overtuigende kwaliteiten als acteur, gevangen in een neerwaartse spiraal, vechtend tegen onrecht.  

Een intense (geacteerde) film die laat zien dat we soms goed willen doen, terwijl dit fout kan zijn, dat we aan de oppervlakte beleefde mensen zijn, maar dat het beest heel gemakkelijk naar die oppervlakte kan komen als het mis gaat en we dan de vinger heel graag wijzen naar een ander.

Je zou jezelf nog af moeten vragen of je de acties tegen Lucas wel goed zou keuren als hij het wèl zou hebben gedaan…

The Perks Of Being A Wallflower



De jongen loopt naar buiten, de sneeuw in. Hij blijft staan. Ik denk bij mezelf, nee, niet gaan liggen en dan een sneeuwengel maken….

Deze boekverfilming is de ontdekkingsreis van een muurbloempje, de outcast die opgenomen wordt in een groep van gelijkgestemden en via hen in aanraking komt met het echte leven, zowel de vrolijke als treurige kant.

De film barst uit zijn voegen van de clichés. Dit is geen film voor mij. Dit is een film voor jongeren die niet weten wie David Bowie is, die alles voor het eerst ontdekken en denken, of het gevoel hebben dat ze de eersten zijn. De film benadrukt het zelf ook nog even in de laatste woorden van de voice-over. Dat neemt niet weg dat de film me wel degelijk had kunnen pakken, zoals bijvoorbeeld Donnie Darko dat wel optimaal deed. In The Perks Of Being A Wallflower komt het gewoon niet over. In de cliché verpakking zitten al die universele gevoelens die me nergens weten te raken. Misschien heeft het te maken met de vertolkingen. Emma Watson maakt geen indruk en Logan Lerman (de muurbloem) mist subtiliteit. Van de drie hoofdpersonen is het spel van Ezra Miller (uitermate creepy in We Need To Talk About Kevin) het enige dat me nog weet te raken, terwijl ook zijn karakter een uitvergrote platitude is. Hij scoort dan voornamelijk in de grappen sectie. De echte pijn, de ‘teenage angst’ is wat mij betreft nergens voelbaar en het ‘grote’ geheim dat aan het einde boven water komt heeft niet echt (meer) een doel in de film, waarna er ook net zo gemakkelijk weer overheen wordt gestapt.

Na afloop krijgt de film een luider applaus dan Amour. Misschien omdat het wat vreemd was om voor die vorige film te klappen? Ongepast zelfs, omdat men te vol zat met verdriet? Ik mag het hopen.

Amour

 

Het zevende PAC festival al weer en eindelijk is mijn dochter zestien geworden en mag ze mee! Een flinke inwijding, met vijf films op één dag. Ze zal het niet alleen glorieus doorstaan, we hebben ook uiteindelijk dezelfde top vijf…


Het begint irritant. De film is begonnen en de hele zaal is muisstil, op iemand direct achter mij na die om 10:30 uur een flinke zak chips op zeer luidruchtige wijze zit te verorberen. Gelukkig stopt het opeens even abrupt als het was begonnen.

De trailer van Amour komt heel anders over dan de film. Ik had (weer) een film verwacht vol haat en nijd met een cynische titel die de lading dus niet zou dekken. Geen idee waarom Haneke de mensen op het verkeerde been zet. Aangezien ik een groot fan ben, heb ik zijn hele oeuvre gezien, maar een film zoals deze zat er nog niet eerder bij.

Het gaat over een oud stel waarvan de vrouw een herseninfarct krijgt. Ze is daarna half verlamd, aangewezen op een rolstoel en de hulp van haar man. Dat is het. Daar gaat de film over. Wat het voor dit echtpaar inhoudt. Van zeer alledaagse en basale handelingen (het naar de wc gaan) tot alles wat er in het hoofd afspeelt. Het wordt ongelooflijk fijnzinnig in beeld gebracht. Al vanaf de eerste non-verbale beelden, waarin we alleen maar het stel bij een klassiek concert zien en daarna samen in de tram zien zitten, wordt hun liefdevolle relatie in slechts enkele secure penseelstreken perfect neergezet. Het gaat verder, als ze een eitje voor hem kookt, hij tegen een leeg zoutvaatje aanloopt, zegt dat het leeg is, maar wel zelf op staat om het bij te vullen. In Amour lijkt weinig te gebeuren, maar er gebeurt zo veel voor wie verder kijkt.

De aftakeling van de vrouw zet verder in. De lange vaak statische shots zijn van een tragische schoonheid, als stille getuige van welk leed zich hier afspeelt, maar ook wat een liefde zich tentoonspreidt. Bijna de gehele film vormt zich een minuscule laagje traanvocht over mijn oog, dat komt en gaat, als een minimale versie van eb en vloed, die geen van beiden door willen zetten. Tot tranen toe geroerd zou je kunnen zeggen. Aan het einde biggelen er dan toch nog een paar over mijn wangen.

Als de film voorbij is moet ik echt even bijkomen, omdat ik nog vol ontroering zit. Twee mensen naast mij omhelzen elkaar heel lang, zoeken en vinden troost bij elkaar. Deze absurd mooie film laat de ultieme daad van liefde zien. Het is in die zin een geheel andere film dan we gewend zijn van Haneke. Het bevestigt echter dat hij een meester van de cinema is. Zowel de film zelf als de vertolkingen zijn van ongekende klasse. Het is (misschien wel) de mooiste film van dit jaar.

Als de lichten in zaal weer aan zijn en de meeste mensen even de benen gaan strekken, wat cafeïne inslaan, een luchtje happen of juist wat rook inhaleren hoor ik achter mij een man zeggen dat hij er echt niet tegen kon en heel zachtjes tegen de dame naast hem had gezegd dat ze wel heel luidruchtig zat te eten. Bless him!

Ps. Als ik deze recensie aan mijn vrouw voorlees, krijg ik opnieuw een brok in de keel en wellen er tranen in mijn ogen. Het laat zien hoeveel indruk de film heeft achter gelaten.

zaterdag 6 oktober 2012

Megan Is Missing



“On January 14, 2007, 14 year old Megan Stewart disappeared. Three weeks later, her best friend Amy Herman also vanished. This film was assembled using cell phone transmissions, computer files, home videos and public news reports”.

Met deze statement begint deze ‘based on actual events’ film. Wat er gaat gebeuren is dus geen verrassing. De weg er naar toe moet indruk zien te maken.

Megan en Amy zijn BFF. Megan is het populaire meisje, dat drink, blowt en seks heeft. Haar ouders zijn gescheiden, conversaties met haar moeder (die ze ‘bitch’ noemt) gaan op schreeuw niveau, ze gebruikt constant woorden die op ‘uck’eindigen en blijkt ook nog misbruikt te zijn. Amy is haar tegenpool. De gevoelige maagd, die niets van bovenstaande doet. Haar vader klopt netjes op haar deur voordat hij binnen komt, noemt haar ‘princess’ en geeft haar een knuffel. Megan is hot, Amy is cute. Toch is hun vriendschap onvoorwaardelijk en steunen ze elkaar door dik en dun. Ze voelen zich ook allebei losers, op hun eigen manier, en vinden steun bij elkaar.

Op een gegeven moment komt Megan in contact met ene Josh, a.k.a. ‘surferdude’, zoals hij zich op het web presenteert. Zijn webcam is stuk, dus in de conversaties met Megan ziet hij haar wel en zij hem niet. Megan had via een vriendin wel een foto van hem gezien. Een coole blonde boy. Na verschillende conversaties via het web spreken ze af elkaar te ontmoeten. Vanaf die afspraak wordt Megan vermist. Drie weken later wacht Amy hetzelfde lot.

De gesprekken via mobieltjes, webcam (veelal split screen) en video geven een inzicht in het dagelijkse leven van de meisjes. Misschien wat ongenuanceerd af en toe, maar toch. De vorm staat en de inhoud is veruit het sterkst in de gesprekken die Megan met Josh heeft. Op zeer vernuftige wijze weet Josh precies de juiste dingen te zeggen waardoor Megan hem gaat vertrouwen. Waar het een beetje mis gaat is bij het einde van de film. Hierin zien we wat er is gebeurd met de twee meisjes. Op de een of andere manier komt de gruwelijkheid van wat je ziet niet optimaal binnen op het moment dat je het ziet. Misschien ligt het aan de aandacht die wordt gevestigd op een detail (bloed op hand), wat overbodig is en goedkoop. Of dat het toch wat makkelijker is om te acteren dat je een alledaags jong meisje bent dan een meisje in doodsangst. Misschien duurt het laatste aaneengesloten shot te lang en doet het afbreuk aan de impact die het zou moeten hebben. Het zou ook kunnen dat de overgang tussen het laatste deel en wat er aan vooraf ging te groot is, waardoor je op afstand blijft.

Waar de film echter wel goed in slaagt is dat het verhaal door blijft spoken in je hoofd. De gebeurtenissen kristalliseren zich uit tot de kern, die regelrecht afschuwelijk is. Je hoopt dat juist hierdoor de boodschap die inherent is aan de film wel over gaat komen en een waarschuwing is voor zowel ouders als kinderen. De gevaren van de sociale media, de sensitiviteit in combinatie met naïviteit van sommige jongeren; aandacht, toezicht en verantwoordelijkheid van ouders.

Het ligt voor de hand, maar er wordt maar al te vaak niet bij stil gestaan…

woensdag 3 oktober 2012

Silent House



Een remake van La Casa Muda die dan weer gebaseerd was op echte gebeurtenissen. Voor diegenen die het origineel niet hebben gezien toch even de opsomming. Vader en dochter zijn bezig in het prachtig gesitueerde maar afgelegen huis waar ze vroeger in hebben gewoond. Opruimen, inpakken, opknappen en verkopen is het plan. In dit donkere (geen elektriciteit) en benauwde (dichtgetimmerde ramen en deuren om ongewenst gajus buiten te houden) huis met veel te veel kamers hoort Sarah tijdens haar bezigheden geklop op de deur, terwijl er niemand staat en geschuifel op de eerste etage, die ze dan samen met haar vader maar eens gaat uitchecken. Ach, je kent het wel, de geruststellende opmerking van vaders dat oude huizen geluid maken als het loos alarm lijkt. Als er even later echter een veel luidere bonk te horen is en vaderlief niet reageert begint Sarah zich niet alleen ongerust te maken, maar de spanning die zich al gauw omzet in angst raast door haar lijf als blijkt dat er iemand anders in het huis is.

De film is (zogenaamd) in één take geschoten en (hoegenaamd) in ‘real time’. Elisabeth Olsen, die ook al indruk maakte in Martha Marcy May Marlene, weet met haar breekbare onschuld een palet van emoties op zeer overtuigende wijze over te brengen. De camera volgt haar op de huid. De minimale plot is iets doordachter dan dat van het origineel. Het camerawerk is intens en speels tegelijk, de muziek goed gedoseerd. De film wil je in een angstgreep houden, maar dit lukt niet goed, omdat er te weinig gebeurt en het gevaar (een kraker? een hobo with a shotgun?) zich eigenlijk nauwelijks bedreigend opstelt. Silent House gaat zich steeds meer voortslepen als de gimmick uitgewerkt is en zich zelfs tegen de film gaat keren: toch niet weer die hele trap af in ‘real time’? De angst die we dan eventueel voelen wordt overgebracht door Olsen. Een klus waar ze aardig in slaagt en waar de film het dan ook van moet hebben. De clou aan het iets te barokke einde, zet uiteindelijk de zaken in een ander, doch een beetje uitgekauwd daglicht.

De film op zich is zozo. Voegt het iets toe aan het origineel? Niet echt. Heb ik genoten van het spel van Olsen? You bet!

Les 7 Jours Du Talion (7 Days)



Onlangs stuitte ik op een YouTube kanaal van een jongen uit Australië die zijn liefde voor (genre)film kenbaar maakt via mondelinge recensies, opgenomen met een webcam. Zijn top tien van ‘most disturbing films’ was een andere lijst dan van de meeste anderen die vergelijkbare lijstjes op het videokanaal zetten. Waar de meesten August Underground, ReGOREgitated Sacrifice, Niku Daruma, Guinea Pig, Philosophy Of A Knife en meer van dat soort zaken oprakelen kwam de man ‘down under’ met films als Martyrs, Snowtown, Angst, Tony en Kidnapped (Secuestrados). Films die op een heel ander en wat mij (en hem) betreft, veel dieper (psychologisch) niveau zeer verontrustend zijn. Het bleek dat hij al een lange lijst van videopresentaties op YouTube had staan en ik ben meteen met een inhaalslag bezig van kijken naar zijn adviezen en geadviseerde films. De Canadese film Les 7 Jours Du Talion is er zo eentje.

Je moet denk ik zelf kinderen hebben om het gevoel te kennen dat je kunt krijgen als je (jonge) kind niet op tijd thuis is. Ik zelf maakte me al snel zorgen, misschien omdat ik een pessimist ben. Je hinkt constant op twee gedachten. De ene zorgt voor plausibele excuses waarom het te laat is, de andere voor afschuwelijke taferelen van wat er gebeurd kan zijn. Gelukkig was het de enkele keer dat het me overkwam altijd het eerste. Zo niet voor de vader en moeder van Jasmine Hamel, het achtjarige meisje dat naar school loopt, maar daar nooit aan komt. Door vele omstandigheden (de basis voor toekomstige schuldgevoelens) komen de ouders er pas laat achter, waarna de zoektocht begint. Bruno (vader) gaat met de politie in de buurt zoeken terwijl Sylvie (moeder) thuis zit te wachten bij de telefoon, zachtjes heen en weer wiegend op een stoel. In een afgrijselijke scène wordt het kind gevonden. Ze is verkracht en vermoord. De aanblik van haar ontzielde lichaam is verwoestend.

We zien de dagen die volgen. De ouders die lijden, in een stilte die meer dan genoeg zegt. Een gedurfde zet van de filmmaker, om dit verdriet niet uitbundig te tonen. Maar het werkt en heeft zelfs zijn reden, voor later in de film. De moordenaar wordt al gauw opgepakt en Bruno begint met een weldoordacht plan om deze man de straf te geven die hij volgens hem verdient.

Wat volgt zijn de zeven dagen van vergelding. Bruno ontvoert de moordenaar en begint hem te martelen. Pijn en vernedering. Het geweld is hard, koel, efficiënt uitgevoerd (Bruno is arts) en meedogenloos, waardoor moeilijk te verteren als kijker. Je voelt compassie voor de vader, maar niet voor zijn daden. De politie probeert hem ondertussen te vinden, met een rechercheur die zelf ook een last uit het verleden bij zich draagt. “Waarom zouden we moeite doen om een kinderverkrachter (Lemaire) te redden”?, vraagt een collega van hem. “Het is niet Lemaire die ik wil redden”, antwoordt hij.

Het gaat in deze film niet om de zeven dagen van martelen. Daar zie je niet eens zo veel van, al is wat je ziet meer dan genoeg. Het gaat om de (schuld)gevoelens, gedachten, de vragen die ontstaan, het zoeken naar antwoorden, goedkeuring, begrip, bevestiging… Het gaat om het proces van verandering waar Bruno door heen gaat en de kijker met hem.

De loodzware teloorgang is even koud makend als hartverscheurend. Dit is zo’n film die nog ver na de geluidloze aftiteling na blijft galmen.

dinsdag 2 oktober 2012

The Awakening



Londen, 1921. “Mrs. Emerson, are you prepared”? Dat is ze, als ze plaats neemt in een séance die een andere wending krijgt dan verwacht. De uitkomst is niet voor iedereen even plezant.  

Florence Cathcart onderzoekt geestverschijningen. Ze kan die altijd afdoen als onzin, omdat geesten niet bestaan en ze door haar intellect en scherpzinnigheid alle trucjes die worden toegepast om te doen geloven dat ze wel bestaan al kent. Ze wordt gevraagd door een leraar om een verschijning te onderzoeken. Jaren geleden is er op zijn school een kind vermoord en die schijnt nu rond te spoken, met alweer een dood kind tot gevolg. Florence accepteert de uitnodiging en begeeft zich naar het  waanzinnig grote landgoed met dito landhuis dat dienst doet als kostschool. Ze brengt haar apparaten in stelling om de (nep)geest op het spoor te komen. De jacht kan beginnen.  

Een ouderwets spookverhaal ontvouwt zich. “It is the living you must watch out for, not the dead”, vertrouwt de klusjesman Florence toe. Het is een advies (dat ik al eerder heb gehoord) dat ze niet nodig heeft, want haar ratio zegeviert al snel als deze vrouwelijke Sherlock Holmes enkele geheimen weet te onthullen die veel verklaren. Haar eigen geheim/obsessie en het feit dat niet àlles is verklaard geeft ruimte aan bovennatuurlijke verschijnselen. Of zijn het waanbeelden?

Als de dienstmeid met een jongetje een potje aan het kaarten is, zegt ze tegen hem: “it takes time, that’s why it’s called patience”. Het is een moment waarop de film zelfreflectie toont en de kijker het gras voor de voeten wegmaait. Geduld moeten we hebben. Maar dat wordt aardig op de proef gesteld, voornamelijk omdat er niet veel gebeurt, en wat er wel gebeurt niet echt zinderend is en vrij clichématig (rode bal die de trap afrolt vanuit het niets!). Daarnaast zijn er weinig schrikmomenten maar is er ook geen sluimerende spanning, simpelweg omdat de ‘geest’ niet echt kwaadwillend lijkt.

Het genieten moet dan komen van het spel van Rebecca Hall als Florence, die me voor het eerst opviel in Vicky Cristina Barcelona en de laatste tijd goed aan de weg timmert, met haar rol in de serie Parade’s End en Lay The Favorite (vanaf 15 november in de bioscoop). Daarnaast is er na lang, lang wachten de grote uitsmijter die alles laat samen komen en verklaart. Het maakt wat goed, maar lang niet alles en niet genoeg om er een echt goede film van te maken.

maandag 1 oktober 2012

Savages



Dat er door de Mexicaanse drugkartels niet op een hoofd meer of minder wordt gekeken werd mij duidelijk door een afschuwelijke video die ik op het internet tegen kwam, waarin twee mensen worden onthoofd, waarvan eentje met een kettingzaag. Oliver Stone gebruikt het gegeven als inleiding van zijn laatste film Savages, maar dan natuurlijk wat filmischer, met de juiste belichting, een groezelig decor en angstaanjagende maskers. Het geeft meteen het dubbele aan dat deze film met zich meedraagt. De keiharde werkelijkheid in een glitterjasje. Dit uit zich in nog meer zaken. Zoals dat het eigenlijk niet gaat om die drugswereld, maar om een liefdesrelatie die tegen alles is bestand. Dat een stoere en een slimme Amerikaan zo’n kartel wel even om de tuin leiden. Dat het geweld soms grappig is. Dat het hoofd van het kartel wordt gespeeld door de heerlijk voluptueuze Salma Hayek (die overigens samen met Benicio del Toro de show steelt).

Kortom, dit is gewoon een ‘coole’ film, waar je je niet druk hoeft te maken over welke boodschap over de drugswereld dan ook, want die zit er niet in. Laten nu juist de films met een boodschap de films zijn die we zullen herinneren van meneer Stone.

Foxes - Paradiso (bovenzaal) Amterdam, 28 september 2012



Waar vind je nog een half uur live vertier voor maar zes euro? Nou hier, in Paradiso, bij Foxes die het laatste optreden van haar tour doet. Louisa Rose Allen is slechts 22 jaar, debuteerde vorig jaar met haar single Youth en bracht dit jaar een EP genaamd Warrior uit. Verser dan dit tref je het bijna niet.

Eerst word je getroffen door haar stem. Die staat als een huis, krachtig, met een vleugje dramatiek. Dan ga je letten op de muziek, die elektronische klanken met stevige beats combineert. Dan volgen de songs, die melodieus en catchy zijn (White Coats), maar ingevuld worden met geluid dat minder hitlijst gevoelig is. Af en toe blijft er een wat scherper randje zitten, zoals in het b-kantje van de single, waar de donkere klanken en beats mijn interesse wat extra aanwakkeren. Genoeg in ieder geval om haar eens live te gaan bekijken.

Kwart over tien betreedt Louisa met twee evenzo jonge jongens (synth en drums) het podium in het misschien halfvolle zaaltje. Ik zie hun setlist liggen. Zeven nummers liggen in het verschiet. Vier er van zijn verkrijgbaar, drie dus niet. Geheel in het zwart gekleed neemt ze plaats achter haar met kleine lichtjes versierde microfoon. De voetjes gehuld in stoere zwarte laarzen staan keurig naast elkaar, zoals bijna het gehele concert het geval zal zijn. Ze kent slechts drie poses, waarbij ze haar armen naar voren of opzij uitstrekt om iets onzichtbaars te grijpen. Haar zang overtuigt. Het drama wordt hier een daar nog iets aangezet. De fijnere elektronische geluiden gaan een beetje verloren in overrompelende bas(drum) geluiden. Een kleine groep meiden voorin kan de opgewonden gilletjes niet voor zich houden, wat het gezicht van de frontvrouw een paar keer doet openbreken uit concentratie met een glimlach. Je voelt de spanning van deze drie jonge mensen om het goed te doen. Het gaat ook best goed, hoewel niet alle nummers even interessant zijn (zoals Night Owls). Pas bij het laatste nummer Youth is de ergste spanning voorbij, gaat de zware leren jas uit, komt de microfoon van de standaard en gaat ze wat meer los. Na een half uur is het voorbij, maar ze komt nog even de zaal in om zich over te geven aan de ‘group hug’ met de giechelende springmeisjes, waarvan ze er zelf eigenlijk ook nog eentje is.

Het zit er dik in dat deze kleine dame met de juiste instelling en misschien wat hulp (voorprogramma bij Imogen Heap of Florence And The Machine of gastvocalen bij een hippe DJ-track) al snel vollere zalen gaat trekken. 

V/H/S



Als je enkele jaren geleden tijdens Koninginnedag op het Gelderlandplein rondstruinde, zag je ze nog volop liggen. Videobanden. Maar aangezien er heel veel Japanners staan, waren dit videobanden met Japanse afbeeldingen en teksten. Geen koopvideo’s, zoals ik er uit op leek te maken, maar zelf opgenomen dingen. Het leek me leuk om eens wat van die tapes te kopen en dan te bekijken. Benieuwd wat er op staat. Maar omdat ik wist dat mijn fantasie al snel met me aan de haal gaat, en er vast geen schokkende zaken op te vinden zouden zijn, maar ik eerder zou stuiten op drie seizoenen Pokémon in het Japans heb ik dat nooit gedaan.

V/H/S is een film, een anthology, over een man die een verzameling vhs-tapes heeft, waarop vreemde gebeurtenissen vast zijn gelegd. Toevalligerwijze, door amateurs, met meestal dodelijke afloop. Found footage dus, met vaak bovennatuurlijke inslag, in verschillende vormen. We krijgen er vijf voor onze kiezen. 
Dat betekent je vijf keer door het meestal vrij saaie begin heen werken, waarbij je het gevoel krijgt onvrijwillig iemands vakantiefilms te moeten bekijken. Er gebeurt te weinig om het boeiend te houden, hoewel de schokkende eindes wel hard aan kunnen komen. Schokkende eindes die vaak erg grafisch zijn. De film kent zeker zijn momenten en originele vondsten, zoals in het eerste filmpje met de camerabril, drie dronken vrienden en een vreemde vrouw met grote ogen waarbij je zelfs in dronken toestand kan zien dat ze genoeg engheid uitstraalt om te weten dat je haar niet mee zou moeten nemen voor een potje wellustig tijdverdrijf op een hotelkamer. De beelden van het stel in het derde verhaal, die op rondreis door Amerika zijn, komen akelig dichtbij, als ik terug denk aan de trip die ik zelf heb gemaakt. Bryce Canyon, Grand Canyon, motelkamers. Mijn eigen video-opnames zouden er zo tussen passen… Alleen de afloop is geheel anders. Verder nog een verhaal over geesten, een meisje met een jeugdtrauma dat terug gaat naar de plek van ellende en een Halloween feest met de leus ‘waar is het feestje, nou hier niet’!

Naast het probleem van de saaie intro’s, kennen de hoofdrolspelers nauwelijks een identiteit en leiden de bloederige sporen naar ontknopingen die verder geen context kennen, waardoor je met een leeg gevoel achter blijft.

Het minst geslaagd is echter de poging om de verhalen (tapes) aan elkaar te lijmen d.m.v. het overkoepelende verhaal van een groepje herrieschoppers dat een kraak zet om een videoband te stelen die geld waard is. Het roept alleen maar vragen op waarna er wel erg gemakkelijk een einde uit de hoge hoed komt.