zaterdag 26 juli 2014

Doghouse


Het is boys weekend! Zeven mannen laten hun vrouwelijke wederhelften op niet al te fijnzinnige manier achter om met z’n allen in een ‘cabin in the woods’ te gaan zitten in een dorp dat verlaten lijkt op wat vrouwspersonen na. Laten die vrouwspersonen nu losgeslagen virus-dragende, er als zombies uitziende mannenverslinders te zijn. En dan heb ik het over de letterlijke betekenis van dat verslindende woord. Het lijkt alsof de groep mannen afgestraft gaat worden voor de manier waarop ze met vrouwen omgaan (‘to be in the doghouse’ betekent dat iemand boos op je is), maar dan wel met een knipoog.

Doghouse (2009) is een film van Jake West die eerder van zich liet spreken met Evil Aliens. De mannen (met o.a. Danny Dyer, Stephen Graham en Neil Maskell) zijn heerlijke stereotypes die in het begin van de film op bekende wijze (actie, freeze frame en naam er bij) worden geïntroduceerd. De zombietypetjes zijn erg leuk en zien er goed uit. De zeer rondborstige huisvrouw met krulspelden die wel zin heeft in een vingertje of wat, de bruid, de kapster met twee scharen in de aanslag à la Edward Scissorhands, maar dan niet zo lief, de oma met haar looprek, de tandarts die haar boor op inventieve manier wil inzetten… Maar het blijkt toch weer moeilijk om een echt goede combinatie te vinden van gore & grap, want op beide vlakken is het wat te lichtvoetig ingevuld. Hoewel er op dat komische vlak wel wat valt te lachen is het wat kolderiek af en toe. De vu-meter van de gore-factor blijft op twee streepjes steken en lange tijd lijkt het er op dat alle zeven mannen het einde van de film gaan halen. Gelukkig komt er toch nog een ommezwaai en gaat de ‘bodycount’ niet alleen aan de zijde van de vrouwen omhoog. Dat er nog een idee achter het virus steekt is verder van totaal ondergeschikt belang.


Een aardige film voor een ongein avondje met je vrienden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten