Het is boys weekend! Zeven mannen laten hun vrouwelijke
wederhelften op niet al te fijnzinnige manier achter om met z’n allen in een ‘cabin
in the woods’ te gaan zitten in een dorp dat verlaten lijkt op wat
vrouwspersonen na. Laten die vrouwspersonen nu losgeslagen virus-dragende, er
als zombies uitziende mannenverslinders te zijn. En dan heb ik het over de
letterlijke betekenis van dat verslindende woord. Het lijkt alsof de groep mannen
afgestraft gaat worden voor de manier waarop ze met vrouwen omgaan (‘to be in
the doghouse’ betekent dat iemand boos op je is), maar dan wel met een knipoog.
Doghouse (2009) is
een film van Jake West die eerder van zich liet spreken met Evil Aliens. De mannen (met o.a. Danny
Dyer, Stephen Graham en Neil Maskell) zijn heerlijke stereotypes die in het
begin van de film op bekende wijze (actie, freeze frame en naam er bij) worden
geïntroduceerd. De zombietypetjes zijn erg leuk en zien er goed uit. De zeer rondborstige
huisvrouw met krulspelden die wel zin heeft in een vingertje of wat, de bruid,
de kapster met twee scharen in de aanslag à la Edward Scissorhands, maar dan niet zo lief, de oma met haar
looprek, de tandarts die haar boor op inventieve manier wil inzetten… Maar het
blijkt toch weer moeilijk om een echt goede combinatie te vinden van gore &
grap, want op beide vlakken is het wat te lichtvoetig ingevuld. Hoewel er op
dat komische vlak wel wat valt te lachen is het wat kolderiek af en toe. De vu-meter
van de gore-factor blijft op twee streepjes steken en lange tijd lijkt het er
op dat alle zeven mannen het einde van de film gaan halen. Gelukkig komt er
toch nog een ommezwaai en gaat de ‘bodycount’ niet alleen aan de zijde van de
vrouwen omhoog. Dat er nog een idee achter het virus steekt is verder van
totaal ondergeschikt belang.
Een aardige film voor een ongein avondje met je vrienden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten