Op een Iers eiland leeft een kleine zeer gelovige boerengemeenschap
die wordt opgeschrikt door een psycho babysitter genaamd Dorothy Mills. De
delicate psychiater Jane (Carice van Houten) uit de grote stad gaat (naar eigen
zeggen) op zoek naar de waarheid van wat er nu precies is gebeurd tijdens het
incident met Dorothy en de baby waar ze op moest passen. Dorothy ziet er uit
alsof ze is weggelopen uit de Village Of
The Damned, is zeer bang en zegt zich niets te herinneren van het voorval. Al
gauw blijkt dat ze een meervoudige persoonlijkheidsstoornis heeft die zijn
oorsprong kent in een akelig verleden. Maar dat is nog lang niet alles. De
stoornis kent een heel aparte invulling, Jane worstelt met een trauma en het
dorp heeft natuurlijk zijn geheimen.
Het grootste probleem van deze film is dat er teveel hooi op
de vork wordt genomen en er te weinig goed wordt uitgewerkt. Plattelandshorror
(met tegenstelling fijnzinnige stadspsychiater en simpele boerenvolk),
rape-revenge, meervoudige persoonlijkheidsstoornis, verschijningen, bezetenheid,
massapsychose… Carice roeit ondertussen niet alleen met de riemen maar ook met accent
dat ze heeft, houdt dit keer niet alleen haar kleding aan, maar draagt de hele
tijd (te pas en te onpas) een regenjas en moet zinnen uiten als “some evil shit
is going on”. De aanpak van het geval Dorothy is totaal onprofessioneel en Jenn
Murray doet haar uiterste best om alle persoonlijkheden die in Dorothy huizen
goed te vertolken, maar komt daarin toch wel tekort. Zowel het script als het acteerwerk
is dus weinig subtiel. En hoewel er genoeg aan de hand is, voel je van geen enkele
kant dreiging of onbehagen, noch voel je sympathie voor wie dan ook. Dorothy Mills is door dit alles helaas een
bloody boring ratatouille geworden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten