woensdag 23 januari 2013

Django Unchained



Een slaaf wordt verkocht aan een premiejager die hem zijn vrijheid geeft in ruil voor het jagen op premies, waarna ze uiteindelijk de vrouw van de slaaf gaan bevrijden uit handen van een gemene plantagehouder.

Even voorbij de helft van de film vraagt ex-slaaf Django (Jamie Foxx) aan plantagehouder Calvin Candie (Leonardo DiCaprio), die met veel omhaal van woorden een slaaf terechtwijst, wanneer hij nu eindelijk klaar is met spelen. Geen idee of Tarantino zichzelf hier bespot, maar het vat goed samen waar de man goed in is, eindeloos vermakelijk ouwehoeren. In zijn debuut Reservoir Dogs werd deze toen nog vernieuwende aanpak al direct onder onze neus geschoven in de openingsscène waarin een aantal zware jongens  in een restaurant zitten te keuvelen over Madonna en het geven van fooi. Onvergetelijk is de bijbelse speech van Jules Winnfield (Samuel L. Jackson) alsook het verhaal over een horloge van Captian Koons (Christopher Walken) in Pulp Fiction. In Christoph Waltz vond Tarantino een Oscar winnaar. Waltz wist op geheel eigen wijze Tarantino’s idioom naar zijn hand te zetten, zoals in de ook al weer beroemde beginscène van Inglourious Basterds.

Vernieuwend is het allang niet meer, maar kenmerkend des te meer. Dus ook zijn nieuwe film hangt van scènes aan elkaar waarin er veel en uitgebreid wordt gepraat, waarin Waltz zijn typische wijze voortzet en een geduchte vocale tegenstander treft in DiCaprio, die iets schmierender uit de hoek komt bij tijd en wijle. Toch heb ik het gevoel dat het trucje een beetje heeft afgedaan. Misschien ook omdat het niet altijd even scherp wordt toegepast, zoals in de op zich grappige scène met (het ontstaan van) de Ku Kux Klan die eigenlijk een stille dood sterft omdat er veel te lang op door wordt gegaan. Misschien ligt het er ook aan wie de woorden uitspreekt, want als oudgediende Samuel L. Jackson met Uncle Ben’s-achtig uiterlijk eenmaal zijn intrede doet, veegt hij eigenlijk met iedereen de vloer aan en moet ik voor het eerst echt lachen.

En natuurlijk kent de film mooie visuele vondsten, zoals de wiebelende kies op de huifkar, de neger die op sneeuwschoenen in een winters landschap op een sneeuwpop zijn schietkunst oefent en katoen dat met bloed wordt besmeurd. En natuurlijk komt er een reeks aan oude bekenden langs, van Tom Savini (met honden) tot Zoe Bell (achter zakdoek). En natuurlijk is de muzikale score weer een potpourri van Ennio Morricone tot 2Pac, van Requiem tot Five-Thousand-Dollar Nigga's and Gummy Mouth Bitches. En natuurlijk is er een bloedbad…

Het is 165 minuten Tarantino, die weer een vinkje achter een genre kan zetten, die nog altijd volle zalen trekt, maar die zijn hoogtepunt al jaren geleden heeft bereikt en zich in een onuitputtelijke wereld van filminvloeden toch beperkt tot het trucje waar hij goed in is. Eindeloos vermakelijk ouwehoeren. In welk genre dan ook. En hoe aardig dat ook is, jammer is het ook.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten