zondag 27 januari 2013

Frankenstein's Army



Daar sta ik dan. Met mijn schoenen in het zand, rillend van de kou, ook al heb ik legerachtige kleding over mijn eigen kleding heen gekregen. Door een stuk visnet dat half voor mijn ogen hangt zie ik dat ik omringd ben door zombies. Ze staan met hun rug naar de zee en kijken allemaal in de richting van regisseur Richard Raaphorst die, pietje precies als hij is, een zoveelste shot van onze mars richting de camera wil. De enige keer dat we even echt niet verder kunnen, is als één van de zombies, die zichzelf liggend over de grond moet voortbewegen en zijn uitgangspunt in een plas met ijskoud water heeft, in een deken moet worden gewikkeld omdat hij onderkoeld dreigt te raken. We staan te ver uit elkaar om met elkaar te communiceren, daarbij moet je je focussen op de aanwijzingen die de regie assistent naar ons roept. Het geeft een vreemd gevoel van isolement, zeker met dat visnet dat door de regen nog wat verder is gezakt. Je moet er wat voor over hebben. Als vrijwilliger krijg je alleen een t-shirt als aandenken. Maar met eeuwige roem in het vooruitzicht sleep ik mezelf in zombiemodus weer richting de camera, die de trailer van Worst Case Scenario (Woensdag Gehaktdag) vast legt. Ik ben een Gorehound Guerilla. Het is 5 oktober 2003. Locatie is Strand Slufter, Maasvlakte, Rotterdam.

Dat de film uiteindelijk nooit van de grond is gekomen - en die eeuwige roem nog even op zich laat wachten - komt door een gebrek aan geldschieters. Dat is heel erg jammer, want het idee voor de film (Nazi zombies) was wel degelijk vruchtbaar, zeker gezien het ‘succes’ dat bijvoorbeeld de Noorse film Dead Snow in 2009 had.

Raaphorst is een doorzetter. De laatste mail die ik als Gorehound Guerilla ontving is van 16 januari 2008! Er wordt nog steeds hoopvol gesproken over een zakelijke stap die is gezet die de daadwerkelijke productie in de loop van 2008 zeer waarschijnlijk moet maken. Worst Case Scenario is het dus toch niet geworden, maar na veel omzwervingen en eindeloos vasthouden aan zijn visie heeft Raaphorst het voor elkaar en is het geografische cirkeltje rond. Het is 26 januari 2013. Locatie is Pathé Schouwburgplein, Rotterdam. Frankenstein’s Army beleeft zijn wereldpremière op het IFFR.

Natuurlijk is de regisseur aanwezig. Hij bedankt iedereen die de film mede mogelijk heeft gemaakt, zoals een aantal acteurs die hier aanwezig zijn. Hij besluit zijn nervositeit te onderstrepen door te zeggen: “I hope this film will scare you the same as you scare me”.

Een Russische filmstudent legt met zijn camera in opdracht van Stalin de laatste dagen van W.O. II aan het front vast. Hij volgt een groepje van zes soldaten, die wat laatste Duitsers onschadelijk maken als ze de opdracht van hogerhand krijgen om naar een nabijgelegen dorp te gaan om enkele kameraden te ontzetten. Op weg er naar toe krijgen we al enkele voorproefjes van wat ons te wachten staat in dat dorp, waar het geheel niet pluis is. De (Engels met zwaar accent sprekende) Russen komen terecht in een soort fabriek, alwaar een gekke professor bezig is met het maken van een bizar leger van schepsels, die niet alleen uit de dood zijn herrezen, maar ook nog zijn omgebouwd tot halve robots. Zombots vs. Russians.

Het moge duidelijk zijn waar het in deze film om gaat: de creaturen. Die zijn bizar en uiterst fantasievol. Het valt me op dat er goed is voortborduurt op de ideeën die Raaphorst dus al in 2003 tot leven wilde wekken. De Duitse zombiesoldaten zijn voorzien van zaagarmen, sikkelhanden, drilboorneuzen en immense scharen. Het doet denken aan een rariteitenkabinet, de freakshow waarvoor je in de 19e en begin 20e eeuw wat geld neerlegde om als dit circus in het dorp kwam, de vrouw met de baard te zien, een Siamese tweeling of ‘The Elephant Man’. Zo voelt het eigenlijk tijdens deze film ook, want op andere vlakken valt er niet zo veel te beleven. Van een verhaal is nauwelijks sprake, op een verrassing hoef je niet te wachten, de humor beperkt zich tot enkele momenten, de mate van ‘gore’ is voor een ‘gorehound’ niet om van wakker te liggen en de schepsels zelf zijn minder eng dan verwacht. De bewondering voor hun fantasievolle ontwerp staat afgrijzen in de weg. Raaphorst zegt in de Q&A die na de film volgt, dat hij zijn schepsels zag als een soort van levensgrote ‘action figures’. Het doet denken aan de action figures die uit naam van Clive Barker onder de titel ‘Tortured Souls’ in 2001 op de markt kwamen.

Naarmate de film vordert zie ik meer links met gelijkgestemde geïnspireerde vormgevers, kunstenaars. Zoals Ashley Wood, die in zijn comics Zombies vs. Robots ook al aan het werk was met o.a. de Zombot . Of richting Japan, waar men in Tokyo Gore Police ook al zo’n vreemd schepsel op stelten had lopen. Daarbij vraag ik me af of er directe odes in de film zitten, zoals wanneer de Russen bij het dorp stuiten op een Duits vehikel dat qua beeld erg doet denken aan Giger’s pilotenstoel in Alien en valt de enige vrouwelijke creatie een beetje uit de toon met haar Star Wars staart.

Raaphorst merkt nog op dat de film meer is gebaseerd op intuïtie dan op logisch nadenken. Voor het visuele aspect is dat goed gelukt, maar het is niet voldoende om een goede film te maken. Dan heb je toch wat meer nodig, zoals de keuze voor extremiteit – over the top splatter, gore -, of een goed verhaal, of interessante karakters, of….

Het is gemakkelijk praten voor iemand die van achter zijn laptop wat letters op papier zet. Ik vind het jammer dat de film me niet méér overtuigt. Ik heb jaren meegeleefd vanaf de zijlijn. Ik heb niet voor niets 100km afgelegd om in Rotjeknor deze wereldpremière mee te maken. Het neemt niet weg dat ik diepe bewondering heb voor de maker, die zich ondanks alle tegenslag niet van zijn stuk liet brengen en in fucking Tsjechië zijn droom verwezenlijkte. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten