De komende dagen ga ik mijn bezoek aan Nederlandse films
opschroeven. Sinds Alles Is
Liefde lijkt de Nederlandse filmindustrie er steeds meer een traditie
van te maken om rond de feestdagen met een film te komen die in min of meer datzelfde
vaarwater zit. Dit jaar begon het vroeg met Smoorverliefd.
Een film met de diepgang van een Merci reclame (de tekst “bedankt dat jij er bent” zit
letterlijk in de film) en het moraal van een site als Second Love (waarin
vreemdgaan de gewoonste zaak van de wereld is en iedereen het wel erg
gemakkelijk met iedereen doet). Afgezaagd, tenenkrommend, uitermate
voorspelbaar, irritant theatraal, onnozel, oversimplistisch, ongeloofwaardig en
gewoon onleuk.
Mijn tweede poging is nu Soof
van Antoinette Beumer met o.a. Lies Visschedijk (Soof), Fedja van Huêt (Kasper)
en Dan Karaty (Jim). Soof is ‘married with kids’ en als haar catering kookkunsten
worden opgemerkt door een beroemd persoon (Dan Karaty in een Dan Karaty rol)
gaat het balletje rollen en wordt haar business zo succesvol dat haar man (die
zijn werk niet zo leuk vindt) een sabbatical neemt om de zaken thuis te gaan
regelen. Probleem is dat Soof haar werkzaamheden vanuit huis voorbereidt en dat
huis daardoor grotendeels opeist, moeders goed bedoeld maar continue over de vloer
komt, manlief nog niet zo handig is als huisman, Jim steeds meer aandacht voor
Soof krijgt en Kasper Bob (Chantal Janzen) tegen het bevallige lijf loopt. Een
lach en een traan liggen in het verschiet.
De film doet denken aan het huishouden van Jan Steen, een
prettige chaos die leuk is om naar te kijken, maar waar ik zelf in ieder geval
nooit in terecht zou willen komen. De lach en de traan zetten nooit echt door
en alle clichés van de problemen binnen een huwelijk komen weer voorbij, hoewel
de rommelige vorm het wel een apart karakter geeft. Die rommeligheid wordt nog
vergroot door een flink aantal gastrolletjes van bekende Nederlanders waarvan
sommige als zichzelf (Joop Braakhekke, Martin Koolhoven, Femke Halsema) en sommige
in een rol (Sanne Wallis de Vries) voorbij komen. Ook Sylvia Witteman (op wiens
columns de film is gebaseerd) loopt door het beeld. En natuurlijk moeten ze aan
het einde van de film allemaal even een paar danspasjes doen om de samenhang en
de leut nog verder te vergroten. Een knipoog naar andere films waar dit op
soortgelijke wijze is toegepast. Net als de filmposter
trouwens.
Dit is typisch zo’n film die je best een goed gevoel geeft (voornamelijk
door de leuke rol van Lies Visschedijk), maar waarvan je het verhaal naderhand
nauwelijks kunt navertellen. Op zich nog niet zo’n probleem als er dan wat
opvallende scènes in zitten die beklijven. Ook dat is helaas nauwelijks het
geval. Wat wel blijft hangen is de gedachte aan het gezellige rommeltje dat het
was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten