woensdag 1 mei 2013

Berberian Sound Studio



De jaren ’70. Gilderoy doet geluidsnabewerking voor films. Dat betekent projectors met ratelend celluloid, vu-meters, uitgeschreven geluidsoverzichten en bandrecorders. Hij is gevraagd om naar Italië te komen om het geluid te doen voor een productie genaamd The Equestrian Vortex, een Italiaanse film over hekserij waarin een flink aantal horrorscènes in zitten. Gilderoy geeft aan dat hij niet zo thuis is in dit genre. “This is not a horror film. This is a Santini film about the human condition”, aldus regisseur Santini zelf. Gilderoy gaat aan de slag, met een groot arsenaal aan fruit en groenten om de juiste geluidseffecten te creëren en met stemactrices in donkere muffige cabines die de meest afgrijselijke schreeuwen uit hun longen persen voor optimaal effect. Dit terwijl iedereen om hem heen in een vreemde taal spreekt, hij tegen een muur van onbegrip (of is het onwilligheid?) aanloopt als hij zijn vliegticket wil declareren en er door één van de stemactrices wordt gesuggereerd dat er meer achter de keuze van de producer voor Gilderoy zit. De ambachtsman krijgt het steeds moeilijker. De druk van de producent en de extreem akelige geluiden van de gewelddadige film die hij telkens weer via zijn koptelefoon moet horen zorgen er voor dat hij steeds vermoeider wordt, er eigenlijk mee op wil houden, waarna werkelijk en fantasie in elkaar over beginnen te lopen.

De keuze voor de jaren ’70 en Italië geeft meteen het gevoel alsof je achter de schermen zit van de opnames van een (giallo-)film van Dario Argento. Daarbij komt de ambacht van geluidsnabewerking goed naar voren en wat een hels karwei dat moet zijn geweest toen er nog geen computers waren. De zeer beklemmende sfeer wordt optimaal gecreëerd door het feit dat de Engelsman Gilderoy geen Italiaans spreekt, hij in een kleine studio werkt, veelal met een koptelefoon op werkt en de enige stemactrice waar hij nog enigszins contact mee heeft door een glazen wand van hem gescheiden wordt. Er worden kunstgrepen toegepast die verder weinig meer dan het toevoegen van onheilspellende vraagtekens om het lijf hebben, zoals de filmoperateur waarvan je slechts de zwarte handschoenen in beeld krijgt als hij de film start en het feit dat de waarschuwing van één van de stemactrices verder geen invulling krijgt. Maar boven al draait deze film van Peter Strickland om geluid. Van de film in de film zie je behalve de trailer geen seconde. Je hoort alleen de dialogen en geluidseffecten, van de bezwerende teksten die worden uitgesproken tot de ijselijke schreeuwen die Gilderoy (en jij als toeschouwer) telkens weer hoort, en die zijn beeldend genoeg om er een angstaanjagende horrorfilm van in je hoofd te maken. Want wat is eigenlijk enger? Een griezelfilm zonder geluid, of griezelige geluiden zonder beeld?

De film is een aparte trip waarin niet alleen Gilderoy, maar ook de kijker langzaam de grip verliest. Dit maakt het tot een wat vreemde, originele, uiterst sfeervolle maar uiteindelijk wat onbevredigende ervaring. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten