Big Bad Wolves
begint met een subliem intro. In slow-motion zien we drie kinderen die
verstoppertje spelen. Aftellen, verstoppen, zoeken, verdwijnen. Want waar is
dat ene kind gebleven?
De zoektocht naar het kind levert al gauw een gruwelijke
realiteit op, waarna een vasthoudende politieman, de wraakzuchtige vader en een
verdachte de rest van de film zullen bepalen. ‘Three Men and a Basement’.
Roodkapje is niet meer. De wolf heeft het gedaan, maar de
jagers hebben hem te pakken. Zelfs grootvader helpt een handje mee. Maar hebben
ze de juiste wolf? Om daar achter te komen worden gruwelijke methodes
toegepast, zoals het sprookjes betaamt.
De (spaarzame) momenten van geweld zijn heftig. De absurde
komische insteek slaat echter volkomen de plank mis. Het doet enorm afbreuk aan
een zeer zwaar onderwerp (zoals dat eerder zeer goed werd behandeld in Prisoners)
dat nu niet serieus genomen lijkt te worden. De combinatie in deze klopt gewoon
niet, is niet geloofwaardig, veelal flauw en gewoon ook niet leuk. De ernst van
de situatie wordt telkens ondermijnt. Een telefoon gaat meermaals op het moment
dat er een nagel uit moet worden getrokken, of je hoort een Buddy Holly liedje
als er als intermezzo een cake met slaapmiddel wordt gebakken. Tarantino
schijnt het de beste
film van 2013 te hebben gevonden, hoewel diezelfde film niet wordt genoemd
in zijn
eindlijst. Het kan niet tippen aan wat die man in films als Reservoir Dogs en Pulp Fiction heeft laten zien.
Erg jammer allemaal, want ik was erg te spreken over Kalevet
(Rabies), de vorige film van het
regisseursduo Aharon Keshales en Navot Papushado en ik vermoed dat we zeker nog
betere dingen van ze zullen zien in de toekomst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten