maandag 26 september 2011

The Duke Spirit - Paradiso Amsterdam - 23 september 2011




Het is altijd even leuk om in de grote zaal te kijken en te zien welke band er speelt en hoe de stemming is, voordat je je weg vervolgt naar het werkelijke doel, het minder bekende bandje in de bovenzaal. Als ik de klapdeur open doe en het balkon betreed, voel ik dat de temperatuur enkele graden hoger is, ruik ik een mengsel van zweet en bier, hoor ik de vrolijke muzikale klanken van Rowwen Hèze en zie ik de dansende menigte beneden terwijl menig biertje de lucht in gaat in plaats van in de mond. Kortom, Rowwen Hèze = feest. Ik heb ze zelf ooit in deze tempel gezien, niet omdat ik nu echt fan ben van de muziek, maar omdat ik dat feest een keer wilde meemaken. Dan helpen die biertjes wel, die ik zelf dus niet nuttig. Ik voelde me daarom meer toeschouwer, dan onderdeel van.

Snel door naar het kleine, nog vrijwel lege zaaltje, waar een gedegen soundcheck plaats vindt. “Check, check, one, two, one, two, check, one, two, three…” De man van de merchandise is nog bezig met uitpakken. Ik wacht rustig af tot hij klaar is om te vragen naar de nieuwe cd Bruiser die net uit is, maar die ik dus nog niet zie staan en waarvan ik merk dat hij dit ook door heeft. Even wat heen en weer lopen en een doos met de nieuwe aanwinst gaat open. Een tientje. Mooie prijs. Ik schaf meteen de Kusama EP en de limited white vinyl 7” Surrender aan, die alleen op tour te verkrijgen zijn. De nieuwe cd heb ik slechts één keer gehoord en viel niet tegen. Ik neem een plek in links vooraan en zie de setlist liggen. Het is een uitgeprinte versie met als titel: The Duke Spirit – Scala. Dat is dus de setlist van hun optreden in de Scala te Londen, waar ze twee dagen geleden waren. De lijst is echter met zwarte stift aangepast voor deze avond. Twee nummers zijn doorgekrast en komen te vervallen. Twee nummers zijn van plek gewisseld. Er staan drie toegiften, waarvan ze er uiteindelijk maar twee zullen doen.

Wat opvalt is de grote hoeveelheid songs van de nieuwe cd. Acht van de dertien. Waar hoor je dat nog, dat een band er genoeg vertrouwen in heeft om dit te doen? Of zijn ze gewoon eigenwijs, wat heel goed zou kunnen. In een uur wordt al het materiaal in ieder geval overtuigend en met de juiste ‘spirit’ gebracht. In 2005 en 2008 heb ik ze ook al eens live gezien en beide keren voelde ik een mate van afstand, een onzichtbare muur tussen de band en het publiek, waardoor interactie onmogelijk bleek. Nu is dit een stuk beter. Er wordt nog altijd niet veel gepraat, de nummers volgen elkaar in snel tempo op, maar de vibe is beduidend beter (misschien mede dankzij wat zeer enthousiaste fans uit het thuisland) en frontvrouw Liela Moss laat niet alleen zien dat ze elke mogelijke rockpose feilloos onder de knie heeft (met als fotografisch hoogtepunt de pose waarin ze haar twee woodblocks als duivelshoornen tegen haar hoofd houdt), belangrijker is dat ze niet gespeelde emoties toont. Ze bedankt niet voor niets het publiek voor het feit dat men dit keer in grote getale is gekomen.

Muzikaal gezien zit het ook wel snor. Hoewel het nieuwe werk nog niet in mijn systeem zit, hoor ik nu al wat nieuwe parels, zoals het meeslepende Bodies en het prachtige Northbound. Misschien is de band wat meer de pop kant op gegaan, maar dat is niet meteen een slechte zaak.

Twee toegiften dus, het heftig rockende Fades The Sun en Red Weather. Dan is het gedaan. Dat mag de volgende keer best wat langer duren.

X



21 september 2011


Het begint met twee kanten van wat hetzelfde verhaal gaat worden. De high class escort lady en de low life street hooker. De eerste scène grijpt meteen de aandacht. Zonder te veel prijs te geven gaat het om de uitvoering van een opdracht door dure escort lady Holly. Iets dat ik nog niet eerder zo in een film heb gezien. Origineel, prikkelend en uitdagend. Aan de andere kant van dezelfde munt leeft de zeventienjarige Shay van de magere centen die ze verdient met het veel te goedkoop gerief bieden aan dikke viezerikken. Is die kopzijde een doelbewuste keuze? Is die muntzijde ontstaan door omstandigheden?

Wat een zeer interessante kijk op het leven van twee prostituees leek te worden, krijgt een thriller element toegevoegd om de boel wat spanning en vaart te geven. Bij toeval komen de twee vrouwen samen om een klus te doen, waarbij ze getuigen zijn van een misdrijf. De dader in kwestie zet alles op alles om zijn sporen te wissen en gaat achter de voor hun leven vluchtende en vechtende dames aan.

De ommezwaai, waar ik aan moet wennen, gaat toch wel ten koste van de beleving. Die gaat namelijk van heftig authentiek docudrama, naar spannend achtervolgingsrecept, waarbij de achtergrond van de meiden er minder toe gaat doen. Gelukkig zijn er diverse verrassende wendingen en heb je eigenlijk geen idee hoe het af zal lopen. Minder fijn is dat - om het spannend te houden -  niet alle keuzes even logisch zijn. Het lijkt er op dat de Australische regisseur er te veel genoegen in schept rond te blijven hangen in de ranzige rode lampen buurt, van waaruit een (reeds voorgenomen) ontsnapping redelijk simpel en doeltreffend gemaakt zou kunnen worden.

De hippe (en soms brute) actie wordt afgewisseld met momenten van introspectie, waarna alles toch ietwat abrupt tot een einde komt. Een heel stuk beter dan zijn vorige film Acolytes, maar de volgende keer toch nog iets langer aan dat script werken.

Jane Eyre



17 september 2011


De zoveelste verfilming van het beroemde boek van Charlotte Brontë. Toets het voor de gein maar eens in op IMDb en je krijgt maar liefst twintig ‘ exact matches’. Dit keer met het bekende gezicht van Michael Fassbender als Mr. Rochester en het wat minder bekende gezicht van Mia Wasikowska als Jane Eyre. Hoewel het minder bekende gezicht me wel heel bekend voor komt. Het is namelijk een heel apart gezicht, dat je niet zo snel vergeet. Haar meest in de kijker spelende rol was die van Alice, in Tim Burton’s versie van Alice In Wonderland, maar ik heb haar voor het eerst gezien in een zeer aardige korte film genaamd I Love Sarah Jane. Een film van een geheel ander kaliber, maar neem gerust even een kwartiertje de tijd om deze film te bekijken, dan zie ik je zo terug…

Jane Eyre dan. Een pittig weeskind, harteloos opgevoed door haar tante die haar al snel dumpt op een kostschool van het soort waar je zelfs in de zomervakantie niet thuis komt en waar fysieke en psychische mishandeling de orde van de dag zijn en een middel om de leerlingen te vormen in gedienstige en vakbekwame personen.

Een aanstelling op Thornfield volgt. Mr. Rochester is de beschermeling van een Frans meisje waarvoor Jane Eyre de gouvernante wordt. Rochester zelf is een nors, gedesillusioneerd man, maar hij staat open voor de uitwisseling van gedachten die hij met Jane kan hebben. Jane smacht ondertussen naar meer, naar ontdekking, ontplooiing, wat echter is niet weggelegd voor vrouwen, iets waar ze zich terdege bewust van is en zich eigenlijk ook bij neer legt. Het zal geen verrassing zijn dat Mr. Rochester zich meer en meer gaat hechten aan Jane, die daardoor perspectieven krijgt die ze niet voor mogelijk had gehouden. Maar natuurlijk is er ook die adder onder het gras…

Deze verfilming is redelijk trouw aan het boek (zegt mijn vrouw, die er meer van weet dan ik). Kaal en basaal. Maar vooral erg donker. In het landhuis waar de duisternis het schaarse kaarslicht omringt. Op het landgoed omgeven door akelige bossen met mistige modderpaden. Enige vorm van romantiek is hier ver te bespeuren. De film zou zijn warmte moeten verkrijgen uit de karakters, maar daar blijft ze in gebreke. Jane heeft haar verlangens ver weg gestopt. Het lijdzame schikken in het lot is natuurlijk geen uitzonderlijk iets in die tijd. Maar de soberheid waarmee dit wordt gedaan, in kleding, gezichtsuitdrukking en het uiten van gevoelens voelt beklemmend. De karige momenten van geluk worden afgedaan als een voetnoot. Ik mis variatie. Ik mis bezieling. Het voelt allemaal zwaar en donker, zoals de met regen doordrenkte mantel van Jane uit het openingsshot. Zelfs het ‘happy end’ ontbeert het gevoel van geluk. Het maakt de film niet per se slecht, eerder wat onaantrekkelijk.

Dinoshark



16 september 2011


Leer ik het dan nooit.  Sharktopus was een billboard dat me met koeienletters waarschuwde voor dit soort films. Op naar Piranhaconda zei ik nog, voor de gein. Of voor die avond dat mijn mentale gestel was afgezwakt tot slechts enkele werkende hersencellen die de lol er nog wel van in zouden kunnen zien. De checklist is zo af te vinken:

  • B-list actor(s)
  • Slechte, hele slechte CGI
  • Exotische locatie
  • Gemuteerd zeemonster
  • Bikini – Babes – Boobs (not naked, by the way)
  • Wetenschapper
  • Geen verhaal

Dinoshark is de humorloze variant van diens opvolger Sharktopus en misschien is het juist deze serieuze toon die de film ‘not even mildly amusing’  maakt. 

La Meute



16 september 2011


Op vakantie in de Vendée wil ik het ritme van enkele keren per week een aantal kilometers joggen vasthouden en vertrek ik vanaf onze gite over afgelegen landweggetjes waar je alleen bloeddorstige honden (die altijd loslopen) tegen komt. Voorbij een huis, maïsvelden, een wei vol koeien met gevaarlijk uitziende s/m-neusringen, een boerderij… Vanaf de boerderij verandert het geasfalteerde weggetje in een onverharde weg vol kiezels. Dat loopt wat minder, maar ik ken de buurt niet en ik neem geen risico , want verdwalen heb ik geen zin in, dus loop ik naar een bepaald punt en dan dezelfde weg terug. Met het oog op de tijd zoek ik een goede plek om te keren. Even verderop staat een auto geparkeerd achter een stuk bos. Vreemd. Misschien van een boer of zo. Er is in geen velden of wegen iemand te bekennen. Ik besluit even vóór de auto te stoppen, daar waar een paaltje in de berm staat. Het paaltje blijkt een markeerpunt voor een gedenkplek. Op het paaltje staat een bord met een foto en een heel verhaal. Ik begin te lezen. “La croix de Sophie Diboisne”. Op de foto staat een pilaar met een kruisbeeld er op. Als ik achter het bord het bos in kijk, zie ik daar geheel verscholen de sokkel nog staan, maar het kruis is er niet meer. Ik lees verder. “Les Jolly et Callot, fermiers de la famille Diboisne, avaient la réputation de faire disparaître les gens qui venaient coucher chez eux”. Het zijn dus boeren van de familie Diboisne, die de reputatie hadden dat ze mensen die bij hen kwamen slapen lieten verdwijnen. Het verhaal gaat verder dat Sophie op de plek waar die boeren hun misdrijven begingen dit kruis heeft geplaatst. Daar sta ik dan, in mijn renkloffie, opeens toch wat minder  ontspannen dan een minuut hiervoor. Te veel films gezien zoals Bosque De Sombras, Calvaire, Sheitan en Frontières, waarin de lokale bevolking toch minder gastvrij blijkt dan gedacht. Het doet me denken aan een andere vakantie in alweer Frankrijk, toen we op zoek waren naar een kasteel dat maar niet kwam en de wegen ons ondertussen steeds dieper door verlaten bossen voerden. In een bocht die we naderden stonden tientallen mannen met jachtgeweren. Een seconde flits het door mijn hoofd, dit is het einde. We moeten vaart minderen en de mannen schuifelen langzaam uit elkaar om plaats te maken voor onze auto, die stapvoets door de massa heen gaat. Een benauwd moment, dat alleen maar benauwd is door mijn op hol geslagen fantasie. Terug in het moment wordt het tijd om terug naar het vakantiehuisje te joggen, wat ik dan ook doe. De volgende dag rijd ik met de auto even terug naar deze aparte plek om wat foto’s te nemen. Goeie plek voor een griezelfilm…

Er zijn van die namen die me naar een film trekken. Philippe Nahon is er zo eentje. Mede dankzij zijn onvergetelijke prestatie in Seul Contre Tous, zijn angstaanjagende spel in Haute Tension en in iets mindere mate, maar zeker niet onbelangrijk zijn rol in Calvaire, zijn de drie opgesomde films niet voor niets favorieten van me. In La Meute speelt dan ook nog eens Emilie Dequenne mee, die ook al in het geheugen staat gegrift door de prachtfilm Rosetta.

Dat die namen vervolgens niet garant hoeven te staan voor een goede film, besef ik me terdege.
De stoere chick Charlotte rijdt in haar oude stationwagon richting de zon. Onderweg pikt ze een lifter op, die nu eens niet tussen haar dijen probeert te komen. Als ze onderweg een afgelegen restaurant aandoen, komt de lifter niet terug van zijn wc-bezoek en Charlotte gaat op onderzoek uit.

Geweld zit in de lucht, maar de aanloop tot iets extreems blijkt vooralsnog slechts een zeer inventief gevonden suggestie. Maar vooralsnog is niet van lange duur en de zoektocht leidt al gauw naar de grauwste uithoeken van het plattelandsvolk, dat meer dan alleen de koeien brandmerkt. Een soort akelige variant van ‘Boer zoekt vrouw’ lijkt zich te openbaren. Na drie kwartier wordt duidelijk dat er meer reden zit achter het geweld dan je zou verwachten. Sterker nog, de verwachtingen worden onderuit gehaald met een opvallende draai in het verhaal.

De film is met dik tachtig minuten redelijk kort maar desondanks vrij traag en, erger dan dat, toch wat spanningsloos. Een weinig zeggend en inconsequent script, een minimale plot, een beperkte hoeveelheid gore,  wat mij betreft ietwat misplaatste humor (Nahon met een t-shirt “I fuck on the first date”) en drie motormuizen die buitenproportioneel karikaturaal zijn maken de film een vreemd experiment dat maar niet toonvast kan worden. Een soort laffe ratatouille waarin de som minder is dan de delen.

Red, White & Blue



29 augustus 2011


Het uitgaansleven. Bar, biljart, Erica, flirt, mannen, seks. Seks met drie mannen. White trash.

De beelden spreken voor zich, vandaar dat er geen geluid is, alleen ongemakkelijke pianomuziek.

Dat ik het niet heb over de trilogie van Kieslowski moge duidelijk zijn.

Het ritueel heeft zich herhaald en herhaalt zich opnieuw. Op de vraag van een verbaasde scharrel waar Erica heen gaat na het neuken spuwt ze hem toe: “I don’t stay over, I don’t fall in love, I don’t fuck the same guy twice”.  Nu spreken ook de woorden voor zich.

Erica (Amanda Fuller, een soort oudere zus van Ellen Page) komt in aanraking met een eigenaardige man die haar helpt en waar ze zich op een andere manier dan de vleselijke voor open stelt. Haar ruwe bolster begint te smelten en ze stelt zich voorzichtig open voor affectie, genegenheid. Gloort er licht aan de horizon?

Elk frame van de film is doordrenkt van het gevoel dat het vreselijk mis moet gaan, dus daar stel ik me op in. In dat opzicht zal ik ook niet verrast worden. Wel geheel onverwacht is het feit dat het verhaal zich opeens concentreert op een hele andere verhaallijn, waarbij een eerdere passant in het spotlicht komt te staan en al het voorgaande in een compleet ander daglicht stelt. Dat dingen voor zich spraken was een vooroordeel dat bruut wordt omgekegeld.

De ellende komt naar buiten, maar op een andere manier dan verwacht. Het is iets dat de film zo interessant maakt. Er wordt flink gerommeld met het concept van goed en kwaad. Grijstinten. Uiteindelijk kruipt het white trash bloed toch waar het niet gaan kan, richting de onvermijdelijke weg van weerzinwekkend geweld. Het masker valt, de duivel verschijnt, alles wordt zwart/wit, het doek kleurt rood.

Red, White & Blue doet me denken aan een film als A Horrible Way To Die, waarin arthouse en horror elkaar ontmoeten. Dat is dus ook hier het geval. Een vorm van art-gore die horror weer prettig ongemakkelijk maakt. 

Essential Killing



28 augustus 2011


In de onherbergzame woestijn van een onbekend land zoeken drie gewapende militairen ergens naar. Een bange man die op de vlucht lijkt te zijn, pakt een wapen uit handen van een dode man en verbergt zich voor de militairen in een grot. Er vallen doden. De bebaarde man wordt gevangen genomen. Oranje pakken, zwarte kappen, militaire martelpraktijken.  Vervolgens een transport, per vliegtuig en truck. Door een toeval kan de man vluchten. Geboeid, op blote voeten in een alweer een onherbergzaam land vol sneeuw en oneindige bossen slaat hij op de vlucht. Een grootse klopjacht volgt.

Feiten over locaties worden niet gegeven, maar het ligt er dik op dat de woestijn in Afghanistan ligt en de besneeuwde bergen Oost Europees zijn. De overeenkomst met een oord als Guantanamo Bay, het tussenstation van verhoor ligt er duimendik op. Maar dat zijn geen feiten. In de dromen van de man zie je flashbacks, flarden van zijn leven in een Islamitisch land. Maar of dat nu echt zijn eigen land is, of wat verder zijn rol of functie was blijft onduidelijk.

De man doet er alles aan om uit handen te blijven van zijn achtervolgers. Hij houdt zich in leven met een dieet van mieren, boomschors, bessen en moedermelk (!) en vermoord iedereen die zijn vlucht in de weg staat.

Essential killing. Zinloos geweld. Een term die eind jaren ’90 werd geïntroduceerd. Er volgden leuzen met de vraag of er ook zoiets als ‘zinvol geweld’ bestaat. Over de titel van deze film zou je dezelfde discussie kunnen hebben. Wanneer is doden noodzakelijk? Het zou een subcategorie kunnen zijn van zinvol geweld. ‘Essential Violence’ zou dan weer een betere filmtitel zijn geweest, want dan kun je meteen redetwisten over de vraag of martelen in sommige gevallen onder die noemer zou kunnen vallen.

De hoofdrol wordt ingevuld door ‘enfant terrible’ Vincent Gallo. Een man die het in uitersten zoekt. Zoals met de beruchte fellatio scène in zijn omstreden film The Brown Bunny en onlangs nog met het nieuws over zijn laatste film die nooit een betalend publiek zal bereiken. Baanbrekend? Onbegrepen? Wie zal het zeggen. Soms pakt het best aardig uit, zoals in Trouble Every Day met Beatrice Dalle (ook al zo’n zorgenkind) als tegenspeelster. Dat moet een leuke draaitijd zijn geweest!

In Essential Killing doet Gallo eigenlijk maar één ding: rennen door besneeuwde landschappen met een pijnlijke blik in zijn ogen (heeft hij die niet altijd?). Voor het dramatische effect zitten er nogal wat onlogische en vergezochte zaken in de film. Daarnaast worden er zeer vele vragen opgeroepen, waarvan er geen één beantwoord wordt.

Wat overblijft biedt te weinig om aan te kunnen prijzen.

Melancholia



28 augustus 2011

Op vakantie in Frankrijk ligt ons zwembad een meter of vijftig, zestig van onze gite. De zeer vriendelijke eigenaars die naast ons wonen zijn tijdens ons verblijf een paar dagen weg en hun dochter ontfermt zich over het zwembad. Elke morgen haalt ze het zeil er vanaf, zeeft ze de insecten er uit en zet ze de stoelen klaar. We hebben (nog) geen kennis gemaakt met haar en ik zie haar alleen van afstand. Ik kan haar gezicht dus niet echt duidelijk zien, maar het is een echte Franςaise, in een zomerse jurk en met nonchalant opgestoken donker haar.

Als haar ouders terug komen nodigen ze ons uit voor een BBQ. Hun dochter zal daar ook bij zijn. Om een spiesje bij te dragen maak ik er zeven in tandoori kip uitvoering en mijn vrouw maakt haar overheerlijke Tiramisu. Als we om een uur of half acht aanschuiven bij het Franse stel, horen we dat de dochter toch andere plannen had en geef haar eens ongelijk. De avond is lang en gezellig, de zevende spies wordt gedeeld en het is al aardedonker geworden als onze kinderen nog een duik mogen nemen in het met één lamp verlichte zwembad. Na twee plonzen komt de verloren dochter aanrijden in de oude Renault van haar ouders. Ze voegt zich bij ons, maar alweer kan ik haar gezicht niet echt onderscheiden in de duisternis rond het zwembad. Ik heb van haar ouders vernomen dat ze een fantastisch beroep heeft. Ze is namelijk operateur. Met een busje rijdt ze in haar eentje naar afgelegen kleine dorpjes die geen bioscoop hebben en dan vertoont ze daar haar films. Ze is gek op oude zwart/wit films, stomme films, met van die tekstpanelen tussendoor om de kijker te vertellen wat er aan de hand is. Ik heb toevallig een film bij me die aan die kenmerken voldoet. Ik vraag haar of ze de film kent, waarop een ontkennend antwoord volgt. Aangezien ik de film net heb gezien en het een kopie is, geef ik haar de dvd. Het is Häxan. Ben benieuwd wat ze er van zal vinden.
De volgende dag vroeg vertrekt ze weer naar haar eigen huis, aan de andere kant van Frankrijk. Haar ouders zeggen me dat ze nog een reactie zal sturen per mail, over hoe ze de film vindt. Het zal me niets verbazen als ik nooit meer iets van haar hoor. Maar dat heeft wel wat. Voor altijd een mysterieuze gedaante verscholen in de schaduw van zo’n oude stomme film. Het schimmenmeisje…

Er zijn een paar regisseurs die ik al jaren met meer dan normale interesse volg. Lars von Trier is er één van. Elke nieuwe film van hem wil ik per se in de bioscoop zien, het liefst zo snel mogelijk. De commotie in Cannes ging dit keer niet om zijn film zelf (zoals met zijn vorige Antichrist het geval was), maar om uitspraken die von Trier deed tijdens een persconferentie. Alsof hij zijn controversialiteit alsnog even kwijt moest. Want Melancholia zelf is vrij braaf.

In de eerste tien minuten wordt eigenlijk de hele film uitgebeeld in prachtig gemanipuleerde kunst foto’s die toch een minimale beweging in zich dragen. Het onherroepelijke einde van de film komt straks dus ook niet als verrassing, maar daar gaat het ook niet om. Het gaat om twee zaken, die in twee hoofdstukken zijn opgedeeld onder de noemers Justine en Claire. In het eerste hoofdstuk zien we hoe Justine (Kirsten Dunst) zich in een extravagant luxe milieu staande probeert te houden als verse bruid die aan alle rituelen moet deelnemen die bij een bruiloft horen, terwijl ze dit, net als haar net zo eigenzinnige, onaangepaste en verzuurde moeder gewoonweg niet op kan brengen. Dit heeft tot gevolg dat ze veelal van het toneel verdwijnt, haar gasten diverse keren lang laat wachten en de wedding planner een doorn in het oog is. Ondanks alle goed bedoelde pogingen van haar zus Claire (Charlotte Gainsbourg) om Justine in de traditionele paden te houden ten spijt loopt de avond niet zoals het grootste deel van de familie had gehoopt. Wacht Justine op een soort van verlossing?

In het tweede deel ligt de nadruk op de invloed van Melancholia (een planeet die met de aarde in botsing kan komen) op Claire en Justine. Justine heeft een zekere stabiliteit gevonden in het onvermijdelijke, terwijl Claire op zeer intense wijze haar angsten de vrije loop laat.

De beeldtaal is indrukwekkend. Het eindshot fenomenaal en het acteerwerk uit de kunst. Maar het pakt me niet, doet me weinig. Het grootse familiefeest  doet denken aan zowel Festen als de kerstviering van Fanny Och Alexander, maar mist de intense confrontatie van de eerste en de aimabele uitgewerkte karakters van de laatste. Iedereen is met of voor zichzelf bezig. De enige ongemakkelijke aanvaringen worden veroorzaakt door moeder zuurpruim (Charlotte Rampling), maar ook zij lijkt allang geaccepteerd als vervelend maar onlosmakelijk verbonden onderdeel van de familie. Ik voel me een beetje als de man van Claire (Kiefer Sutherland), die zich ergert aan alles en zich afvraagt of iedereen in de familie van zijn vrouw gestoord is, maar er ook niets aan kan wijzigen.

In dit hele familie gebeuren heeft Lars von Trier zeker niet het onderste uit de kan gehaald. Pas in de laatste minuten weet het fantastische spel van Gainsbourg me te raken, maar dat is ietwat laat.

Super 8



23 augustus 2011


Iemand zag eens schoenen staan. Het waren de schoenen van zijn held. Hij wilde in diens voetsporen treden en dacht dit optimaal te bereiken door eigen voetsporen te maken in de schoenen van zijn held. De schoenen zaten redelijk goed. Hij liep er een paar dagen op en het beviel hem uitstekend. Hij voelde zich haast als de held die hij zo hoog achtte. Omstanders keken hem vol bewondering aan. Zij zagen wat voor effect de schoenen hadden, op de drager, maar ook op hen zelf. Ze zagen de liefdevolle intentie die gepaard ging met de dracht. De voorzichtige stappen, zo veel mogelijk de loop van de held imiterend, die ook hun held was.

En toch…

Hoe goed hij ook zijn best deed, het lukte Iemand niet om de soepele tred van degene die hij zo vereerde te evenaren. Alsof de reeds ingelopen schoenen zich nooit helemaal naar de voet van de nieuwe wandelaar wilde vormen. Alsof het voetspoor toch andere afdrukken liet zien. Als Iemand daarop werd gewezen, voelde hij zich even Niemand. Hij begreep dat als hij ooit zelf uit wilde groeien tot een volwaardige held, hij dit in zijn eigen schoenen zou moeten doen. Schoenen die na een onverdroten inloop periode zouden zitten als gegoten, waarna Iemand er op geheel eigen wijze zijn ultieme schreden op zou kunnen maken. Iemand straalde bij de gedachte. Als dat toch eens waar zou zijn…

Pleased to meet you...

Hoi,


Vanaf nu plaats ik mijn recensies over film (en concerten) op deze blog. Aangezien mijn vorige blog er al een paar weken uit ligt, heb ik nog wat 'oud' werk liggen dat ik toch zal publiceren. Voor de meeste films maakt het niet veel uit, want die verschijnen toch niet in de bioscoop.


De recensies gaan van grote actie films tot kleine arthouse producties. Vaak schrijf ik over films die (nog) onbekend zijn. Horror films krijgen wat dat betreft specifiek de aandacht.


Het komt nog wel eens voor dat ik in mijn stuk een persoonlijke ervaring zet. Iets dat ik heb meegemaakt en dat op de één of andere manier een link heeft met de film waarover ik schrijf. Op die manier probeer ik mij te onderscheiden van andere recensenten, maar ik doe het vooral omdat het past bij het idee van deze blog: the ghosts of my life.


Ik hoop van harte dat je het leuk vindt om mijn artikelen te lezen, dat je terug blijft komen, je vrienden er op attendeert zodat zo veel mogelijk mensen er iets aan hebben. Want daar gaat het mij om. Dat je door het lezen van mijn stuk een film gaat kijken. Of juist niet!


En laat dan ook zeker weten wat je er van vindt...