dinsdag 2 december 2014

Cold In July


East Texas 1989. Lijstenmaker Richard Dane komt in een penibele situatie terecht waarbij hij in zijn recht staat, maar iets vreselijks moet doen. De daad knaagt aan zijn geweten en heeft meer gevolgen, want er verschijnt iemand op het toneel die een bedreiging gaat vormen voor hem en zijn gezin. Het zorgt voor veel angst, stress en irritatie tussen Richard en zijn vrouw. Als dan ook nog blijkt dat er iets stinkt aan het hele gebeuren gaat Richard op zoek naar antwoorden.

Ik hou dit verslag expres vaag, want te veel weg geven is zonde. Cold In July neemt de tijd om het verhaal te vertellen. Dat verhaal gaat een andere komt op dan je zou denken. Richard vormt een soort bondgenootschap met nog twee mannen op zoek naar de waarheid. Die waarheid stinkt niet een beetje, het is een beerput die open gaat. Ze zeggen wel eens ‘what has been seen, cannot be unseen’. De gruwelijke realiteit maakt iets los in het trio, waarbij ieder zijn eigen redenen heeft om in actie te komen. De ‘Howdy Doody time’ die volgt is even bloederig als spannend.


Mooie rollen van Michael C. Hall als Richard, met ingehouden accent en een snor die even verkeerd is als zijn kapsel, en ook Don Johnson - die een klein beetje humor aan het geheel toevoegt - zet een interessant karakter neer. Door de aparte insteek, zowel het verhaal als het trio, ben je als kijker in het begin wat zoekende. Wat is de bedoeling? Waar gaat dit heen? Het verrassende pad waar je op terecht komt blijkt een studie naar de duisterheid in de mens, die in iedereen aanwezig is, maar soms iets nodig heeft om aan de oppervlakte te komen. Het levert een mooie tegenstelling op in de film. In je recht staan en iets vreselijks doen wat je geweten bezwaard tegenover niet in je recht staan en iets vreselijks doen wat je geweten verlicht. Die dubbelzinnigheid maakt dat niet de bloederige ontlading, maar juist dat laatste kalme beeld van de film nog lang in je hoofd na spookt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten