“What the
hell happened to us”?
Op het moment dat Maggie een overdosis pillen naar binnen
wil werken wordt ze gebeld en krijgt ze te horen dat haar broer in het
ziekenhuis ligt na een mislukte zelfmoord poging. Ze hebben elkaar tien jaar
niet gesproken, maar toch neemt Maggie haar broer Milo voor een tijdje in huis.
Het is meteen duidelijk dat ze elkaar (door en door) kennen, maar door
omstandigheden en na tien jaar is het toch wat onwennig. Milo ziet een
buitenkant die hij omschrijft als een “Martha
Stewart wonderland”. Maggie heeft immers de perfecte man, een mooi huis en
leuke dingen in het vooruitzicht zoals zwanger worden, leren duiken en een
verre reis. Maar net als Milo is ook Maggie niet gelukkig en door hun intrinsieke verbondenheid,
komen via een lach en een traan hun geheimen en onverwerkte trauma’s naar boven
met nogal wat gevolgen voor henzelf en sommige anderen.
In de eerste scène, die van het telefoontje, wordt al
duidelijk dat dit een zwaar onderwerp is dat op luchtige wijze wordt behandeld.
Het is misschien zelfs de boodschap van de film, dat je met humor en
relativering een heel eind kan komen. Toch zit er een droevige ondertoon in,
die melancholiek maakt. Als Milo aangeeft dat hij soms (zeker onder invloed van
drank) depressief is over zijn leven, zegt Maggie dat gelukkige mensen een
uitzondering zijn. “The rest
of us are walking around trying not to be disappointed with the way our lives
turned out”. Of en in hoeverre dit je aanspreekt kan een graadmeter zijn
om drank, pillen, spoorwegovergangen en scherpe voorwerpen uit je buurt te
houden.
Een aardige film met Bill Hader, Kristen Wiig, Luke Wilson
en Ty Burrell (Phil Dunphy!), die de oppervlakkigheid van beleefdheden op
ludieke wijze tegenover de ellende van zielenroerselen zet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten