zaterdag 18 februari 2012

Eaters


In de nieuwe editie van Schokkend Nieuws lees ik een interview met de makers van de nog te verschijnen zombiefilm Il Campeggio Dei Morti Viventi . Op de vraag waarom ze een Italiaanse zombiefilm willen maken is het antwoord: “Omdat het al tien jaar stil is in Italië”. Ik zou haast zeggen ‘wake up and smell the coffee’ want hier is Eaters. Of we daar nu blij mee moeten zijn is iets geheel anders.

Een epidemie; militairen die zich staande houden in een omheind complex waar een dokter experimenteert met ondoden. Day Of The Dead anyone? Van nieuwe inzichten moeten we het hier niet hebben, zou je denken. Dat is deels wel, en deels niet zo.

Twee militairen gaan op zoek naar ondode exemplaren die als proefkonijn kunnen dienen voor de dokter, die via experimenten naar een oplossing voor het probleem zoekt. Onderweg komen ze vogels van diverse pluimage tegen, zoals Caravaggio (hoe origineel!) die lichaamsdelen gebruikt om na te schilderen. In ruil voor de stukken vlees geeft hij voedsel. Of de doodseskaders van de neonazi’s die vernietigingskampen hebben om de (on)doden te vernietigen, maar waarvan je alleen maar ziet dat ze zich bezig houden met flauwe spelletjes, onder leiding van een gefreakte gnoom die op Hitler wil lijken. Goedkope exploitatie.

De film mondt uit in een toch wat saaie roadmovie, geschoten tegen een goedkoop bluescreen, met veel geouweneel tussen de twee soldaten, hier en daar wat flink geschmier van andere karakters, slechte humor, vuige taal en een hoop lillend vlees. Een dieptepunt wordt bereikt als de dokter de stroom van het hek af haalt die enkele gevangen zombies op hun plek houdt, waarbij hij tegen de breindoden zegt dat ze vrij zijn. Zo breindood zijn ze dan toch niet, want ze verstaan kennelijk wat hij zegt, proberen voorzichtig uit of het waar is wat hij zegt om vervolgens door het hek heen te breken waarna het hek …uhm… van de dam is. Zombies die luisteren. Het wordt nog gekker. Zombies met wapens, een zombie die iemand vastgrijpt, meeneemt, niet opeet en even later zomaar weer loslaat.

Dat was dan het ‘deels wel zo’. Het ‘deels niet zo’ had de film interessant kunnen maken. Want er zijn wel degelijk aardige ideeën. Zoals het feit dat de epidemie is ontstaan doordat ‘de Verspreider’ een virus op de mensheid heeft losgelaten. Of het feit dat het virus eerst de vrouwen om zeep helpt waardoor er geen kinderen meer worden geboren.  Het idee dat iemand resistent tegen het virus is, vanwege het feit dat ze een experimenteel medicijn heeft genomen (dat er dan helaas wel weer uit ziet of Herbert West dit heeft laten liggen) nog voordat de epidemie was uitgebroken en te maken had met onvruchtbaarheid. En dat de oplossing van het voortbestaan van de mensheid kan worden gevonden in een idee, dat zowel pervers als interessant is. 

Er waren mogelijkheden genoeg. Ideeën te over. Ideeën die veel beter uit de verf hadden kunnen komen, als iemand maar de moeite had genomen om ze ook inderdaad uit die verf te trekken. Maar nee, alle nadruk wordt gelegd op al die zaken die we al talloze malen veel beter hebben gezien, of die exploitatie onderstreept. Erg jammer. Misschien heeft Uwe Boll (zie poster) zijn dikke vinger toch iets te diep in deze zombiepap hebben gestoken?

“Schrijf je hier ook een recensie van?”, vraagt mijn dochter, die met me mee kijkt. “Dat wordt dan een hele korte”, voegt ze toe. “Klotefilm. Punt.” 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten