Over gekkenhuizen gesproken…
Geheel toevallig ligt er nog een film te wachten die Madhouse heet en die ik dan niet geheel toevallig
direct na Grave
Encounters ga kijken. Dit is een stap terug in de tijd, 1981
welteverstaan.
Julia is een lerares op een school voor dove kinderen. Ze krijgt
een bericht van haar oom, die priester is, dat haar zus (Mary) in een
inrichting ligt en haar wil zien. Mary is een tweelingzus en Julia heeft haar
al een flink aantal jaren niet gezien. Sterker nog, ze had eigenlijk afstand van
haar genomen omdat haar zus toen ze klein waren misbruik van haar heeft
gemaakt, haar met een valse hond jarenlang heeft geïntimideerd. Haar oom
waarschuwt Julia dat haar zus er mismaakt uitziet, omdat ze last heeft van neurofibromatosis.
De hernieuwde kennismaking wordt een nachtmerrie en de
totaal geschifte Mary bijt haar zus vanaf het ziekenbed toe dat hun verjaardag
er aan komt en dat ze die met de ceremonie uit hun jeugd wil vieren. Julia rent
weg. Mary ontsnapt en komt al snel ter zake met enkele moorden, waarbij zowel de
mismaakte zus zelf als haar valse hond flink tekeer gaan. Het is de aanloop tot
een verjaardag die Julia niet zo snel zal vergeten.
Jaren ’80. Julia is gemodelleerd naar Jaclyn Smith (Charlie’s Angels),
mannen met snorren waren nog stoer, er heerst een opvallende rust in de shots
(zowel qua beweging als lengte van) en de componist kan zijn handen niet
afhouden van het nieuwste elektronische effectenapparaatje dat (tegenwoordig) al snel op de lachspieren
gaat werken. Maar is de film hopeloos verouderd?
Het is op zich fijn dat Madhouse
er geen gras over laat groeien voor wat betreft de moorden. De Rottweiler (of
zijn stand in ;-)) gaat lekker bloederig zijn gang en zelfs een kind wordt niet
gespaard. Er zitten een paar mooie one-liners in de film. Zoals Julia, die op
de vraag of ze bang is voor geesten antwoordt: “it’s not the dead that scare
me, it’s the living”. Of “most people’s nightmares end when they wake up, mine
begin”, als ze haar angst voor haar zus verwoordt. Zogenaamde verrassingen die
de film in petto heeft zijn voor de doorgewinterde genreliefhebber wat
achterhaald, zoals het feit dat niet iedereen zo onschuldig is als die lijkt of
aan het einde van de film wanneer ik tegen mijn dochter (met wie ik naar de
film kijk) zeg als alles voorbij lijkt: “en nu valt de zus haar aan” dit prompt
gebeurt. Mijn dochter kijkt me met haar grote ogen aan en vraagt enigszins
verbijsterd: “hoe wist je dat”? Tsja, het verschil tussen een beginneling en
een oude rot.
Toch stond deze film op de beruchte ‘video nasties’ lijst. Dat
heeft dan voornamelijk te maken met twee scènes. (SPOILERS) De Rottweiler wordt
uiteindelijk afgemaakt m.b.v. een drilboor door zijn kop en Julia hakt
meedogenloos en onverbloemd met een bijl in iemands rug tot die er dood bij
neervalt. Tsja, de drilboor hadden we natuurlijk al veel erger in actie gezien
in een andere video nasty van Abel Ferrara, The
Driller Killer (1979). Maar ook het hakbijl incident doet denken aan de veel
indrukwekkendere eindscène van Witchfinder
General (1968), waarin Ian Ogilvy Vincent Price tot moes hakt. Een
magnifieke film die dan weer niet op die lijst stond.
Los van dit alles blijf je aan het einde van Madhouse met veel vragen zitten. Wat
betekent die proloog? Waarom is die zus zo boos? Wat heeft die andere persoon
er mee te maken? De film onderkent dit probleem en maakt zich er op zeer laffe
wijze vanaf door te eindigen met een citaat: “… life differs from the play only
in this… it has no plot. All
is vague, desultory, unconnected. Till the curtain drops with the mystery
unsolved…” (G.B. Shaw).
Ammehoela…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten