zondag 9 september 2012

Madhouse (a.k.a. There Was A Little Girl)



Over gekkenhuizen gesproken…

Geheel toevallig ligt er nog een film te wachten die Madhouse  heet en die ik dan niet geheel toevallig direct na Grave Encounters ga kijken. Dit is een stap terug in de tijd, 1981 welteverstaan.

Julia is een lerares op een school voor dove kinderen. Ze krijgt een bericht van haar oom, die priester is, dat haar zus (Mary) in een inrichting ligt en haar wil zien. Mary is een tweelingzus en Julia heeft haar al een flink aantal jaren niet gezien. Sterker nog, ze had eigenlijk afstand van haar genomen omdat haar zus toen ze klein waren misbruik van haar heeft gemaakt, haar met een valse hond jarenlang heeft geïntimideerd. Haar oom waarschuwt Julia dat haar zus er mismaakt uitziet, omdat ze last heeft van neurofibromatosis.

De hernieuwde kennismaking wordt een nachtmerrie en de totaal geschifte Mary bijt haar zus vanaf het ziekenbed toe dat hun verjaardag er aan komt en dat ze die met de ceremonie uit hun jeugd wil vieren. Julia rent weg. Mary ontsnapt en komt al snel ter zake met enkele moorden, waarbij zowel de mismaakte zus zelf als haar valse hond flink tekeer gaan. Het is de aanloop tot een verjaardag die Julia niet zo snel zal vergeten.
Jaren ’80. Julia is gemodelleerd naar Jaclyn Smith (Charlie’s Angels), mannen met snorren waren nog stoer, er heerst een opvallende rust in de shots (zowel qua beweging als lengte van) en de componist kan zijn handen niet afhouden van het nieuwste elektronische effectenapparaatje  dat (tegenwoordig) al snel op de lachspieren gaat werken. Maar is de film hopeloos verouderd?

Het is op zich fijn dat Madhouse er geen gras over laat groeien voor wat betreft de moorden. De Rottweiler (of zijn stand in ;-)) gaat lekker bloederig zijn gang en zelfs een kind wordt niet gespaard. Er zitten een paar mooie one-liners in de film. Zoals Julia, die op de vraag of ze bang is voor geesten antwoordt: “it’s not the dead that scare me, it’s the living”. Of “most people’s nightmares end when they wake up, mine begin”, als ze haar angst voor haar zus verwoordt. Zogenaamde verrassingen die de film in petto heeft zijn voor de doorgewinterde genreliefhebber wat achterhaald, zoals het feit dat niet iedereen zo onschuldig is als die lijkt of aan het einde van de film wanneer ik tegen mijn dochter (met wie ik naar de film kijk) zeg als alles voorbij lijkt: “en nu valt de zus haar aan” dit prompt gebeurt. Mijn dochter kijkt me met haar grote ogen aan en vraagt enigszins verbijsterd: “hoe wist je dat”? Tsja, het verschil tussen een beginneling en een oude rot.

Toch stond deze film op de beruchte ‘video nasties’ lijst. Dat heeft dan voornamelijk te maken met twee scènes. (SPOILERS) De Rottweiler wordt uiteindelijk afgemaakt m.b.v. een drilboor door zijn kop en Julia hakt meedogenloos en onverbloemd met een bijl in iemands rug tot die er dood bij neervalt. Tsja, de drilboor hadden we natuurlijk al veel erger in actie gezien in een andere video nasty van Abel Ferrara, The Driller Killer (1979). Maar ook het hakbijl incident doet denken aan de veel indrukwekkendere eindscène van Witchfinder General (1968), waarin Ian Ogilvy Vincent Price tot moes hakt. Een magnifieke film die dan weer niet op die lijst stond.

Los van dit alles blijf je aan het einde van Madhouse met veel vragen zitten. Wat betekent die proloog? Waarom is die zus zo boos? Wat heeft die andere persoon er mee te maken? De film onderkent dit probleem en maakt zich er op zeer laffe wijze vanaf door te eindigen met een citaat: “… life differs from the play only in this… it has no plot. All is vague, desultory, unconnected. Till the curtain drops with the mystery unsolved…” (G.B. Shaw).

Ammehoela…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten