Als doorgewinterde concertganger houd ik mijn kaartjes bij
de ingang zo vast dat de dame die de tickets scant de barcodes vlak boven
elkaar zo kan inlezen. Als ik door wil lopen zegt ze dat ze een stempel wil
zetten op mijn hand. “Waarom”, vraag ik haar. “Omdat iedereen dat heeft”, is
het antwoord dat bij mij verbazing opwekt, aangezien de alternatief uitziende
dame nu geen uithangbord voor kuddegedrag is. Waarschijnlijk verrast door mijn
vraag (de rest van de kudde laat het brandmerken kennelijk gewoon gebeuren) en
haar eigen antwoord voegt ze er aan toe dat ik dan naar buiten kan. Ik heb
buiten niets te zoeken want het concert is binnen, dus ik zeg haar dat ik niet
naar buiten hoef. Ik heb op zich niets tegen een stempel, als deze nut heeft.
Dat heeft het in dit geval niet, dus dan niet toch?
De zaal is al flink vol, het voorprogramma is al begonnen.
We willen het balkon op, maar bovenaan de trap gekomen blijkt het toch dicht te
zijn. De trap is wel open omdat dit de doorgang is naar een deur die toegang
verschaft naar een rookgedeelte. Was me nooit opgevallen. Maar ja, ik rook ook
niet. We blijven toch maar even hier staan, want het uitzicht op de Amsterdamse
band Bird On The Wire is op zich goed. De indie-folk met
geitenwollensokkendoomrandje die de band speelt klinkt mij wat te vaag en saai in
de oren. De drums maken het nog enigszins interessant. Ik irriteer me ook een
beetje aan de zangeres die ons tussen de nummers toespreekt als een
veertienjarig meisje dat zachtjes en stap voor stap haar woordjes uit, of
gewoonweg helemaal niet te verstaan is vanwege binnensmonds gemompel. Als het
laatste nummer is gespeeld besluiten we toch naar beneden te gaan en wat naar
voren, om de hoofdact wat beter te kunnen zien. Instrumenten worden van het
podium gehaald en tijdens het wachten op wat komen gaat horen we opeens een
alarm en roept een stem om dat we de zaal moeten verlaten, waarna dit bericht
wordt afgekapt. Verbaasd kijken we om ons heen. Zou dit brandalarm echt zijn,
of heeft iemand een verkeerde knop ingedrukt? Niemand maakt aanstalten om de
zaal ook daadwerkelijk te verlaten en als de dj weer verder gaat met de muziek lijkt
de verklaring vals alarm de meest logische.
Chelsea Wolfe is (gelukkig) een vrouw van de klok. Om 21:00
uur begint de intro. Het duurt echter een flinke tijd voordat haar drie bandleden
(bassist/toetsenist, drummer en violist) het schaars verlichte podium opkomen.
Het valt me meteen op dat het nog altijd muisstil is (zoals dit gehele concert
dat ook afdwingt) en niemand applaudisseert. Het drietal begint mee te spelen
met het intro en weet dat uiterst spannend naar een hoogtepunt te brengen,
waarna ‘la grande dame’ haar ‘acte de présence’ geeft. Nu dan wel applaus. Ze
ziet er net zo uit
als
in Utrecht, november van vorig jaar en haar set is ook niet veel veranderd.
De zeven elektronische tonen die
Feral Love
aankondigen (bekend van een
trailer voor Game Of Thrones)
zijn even simpel als
doomtreffend.
Het is één van de betere nummers uit een oeuvre dat misschien niet altijd even
interessant is, maar in deze live setting en in de opgeroepen donkere sfeer is
welhaast alles wat ze speelt van magische invloed. Ook nu weer zingt ze alles
zo zuiver als wat, en ja, met veel galm op haar stem en af en toe een
bijpassend dramatische pose, zoals een hand naar het hoofd of langzaam
uitgestrekt naar het publiek, maar met lichte knik in de pols, waardoor het
tussen een smachtend hulpverzoek en een dwingend handkusgebaar zit. En alles
natuurlijk in galante lome bewegingen. Wat jammer is, is dat ze als ze geen
gitaar speelt, beide handen om de microfoon houdt, waardoor je haar albasten gezicht
– dat al verscholen ligt achter dat ravenzwarte haar en maar spaarzaam verlicht
is - nog minder ziet. Ze speelt veel van mijn favoriete album
Ἀποκάλυψις (
Apokalypsis), zoals
Mer,
met die heerlijk jengelende gitaar, het trage
Tracks en de heidense rituelen drums die
Demons op moeten roepen en
Moses die de
opgeroepen demonen en de aanwezige aanbidders dan begeleidt op het pad der
wanhoop. En boven alles klinkt die betoverende stem uit. Net als in Utrecht
lijdt ook dit keer de reis naar het loodzware
Pale On Pale, dat als ideaal begrafenisnummer voor goths getypeerd
kan worden.
When the light in your eyes goes out for the
last time
When your hands are tied pale on pale and mind
on mind
When your body is swollen with blood and ocean
floor is swollen with sun
When the light in your eyes goes out for the
last time
When your mind is open
Ze verlaat het podium met een kleine buiging en een gevouwen
handgebaar dat dankjewel zegt, waarna haar band het nummer afmaakt. Ze komt
terug voor een solo uitvoering van
Lone en speelt met
haar band als laatste het nummer
Echo,
een totale herschepping van het gelijknamige nummer van
Rudimentary Peni, waar
alleen de tekst nog hetzelfde is gebleven en geheel in haar straatje past.
Language of agony, torment in sound
Weeping of ancestors, formed into words
The echo of anguish, primeval sorrow
Bij Chelsea Wolfe zijn de teksten niet te verstaan (vandaar
dat ik er dit keer enkele heb geplaatst). Ze zingt de woorden als etherische
klanken die perfect passen bij de muziek. Het gaat om de klank.
Na de toegift voelt het publiek ook aan dat dit het was en
er wordt verder niet om meer gevraagd.