dinsdag 12 maart 2013

The Pineapple Thief - Paradiso (bovenzaal) Amsterdam, 11 maart 2013



Jaren geleden schreef ik voor een muziekblad. Dan kreeg je cd’s toegestopt van bandjes die min of meer je muzikale smaak benaderden. Zo kreeg ik Abducting The Unicorn (1999) in handen en een paar jaar later 137 (2001). Voor dat laatste album schreef ik een recensie. “De muziek van Pineapple Thief kwam als een aangename verrassing. Met hun voeten stevig in jaren zeventig aarde lieten ze met hun debuut Abducting The Unicorn een staaltje progressieve rock horen, die wist te boeien door de goede composities die zeer intense en meeslepende momenten van ontlading kenden. Het schurkte zelfs af en toe tegen de muziek van bijvoorbeeld Sunny Day Real Estate aan. Nu is er dan 137. De nummers zijn weer aardig van lengte, maar de toch wat zeikerige zang vindt steeds vaker zijn evenbeeld in de nummers die een stuk softer en vlakker zijn geworden. De balans is verschoven naar repeterende elementen en de nadruk ligt op de sprookjesachtige, dromerige kant, waardoor het spanningselement dat in Unicorn zo goed naar voren kwam, hier ver te zoeken is. Jammer.” Het laat ook meteen het punt zien waar ik de band uit het oog heb verloren.

Vele jaren later hoorde ik een track van Someone Here Is Missing, Nothing At Best, dat me opnieuw wist te pakken. Toch maar dat album beluisterd, waarbij ik al snel merkte dat het me interesseerde, maar niet helemaal inpakte. Toen ik zag dat de band in het bovenzaaltje van Paradiso zou spelen heb ik toch maar kaartjes gekocht. Eentje voor mezelf en eentje voor een vriend, waarmee ik weer eens bij moest praten. Mocht het muzikaal tegenvallen, dan hadden we in ieder geval een gezellige bijpraat avond.

We staan enigszins verbaast te kijken naar de mensen die hier op af zijn gekomen. Er staan veel ouderen die mijn kinderen al gauw als bejaard zouden betitelen. Ze staan vooraan, kennen alle teksten en genieten zichtbaar van de muziek van de band. Toch wat vreemd om een zilverharige nette dame zachtjes het hoofd zien te schudden op de maat van deze luide muziek. Want luid is het. Wat het geluid niet ten beste komt. We staan ook vooraan en na een paar nummers gaan de bas en bassdrum zo dreunen, dat de flesjes water ervan gaan dansen en omvallen en zelfs het keyboard twee keer van de standaard trilt. Dat is jammer. Zeker voor ons, omdat we de nummers niet allemaal kennen en nu de zuivere finesses missen die je van een progressieve rockband juist zo verwacht. Met het optreden zelf is verder weinig mis. Ze spelen een aardige set, de zanger/gitarist weet de hardcore fans die zijn gekomen (in niet al te grote getalen, want het is zeker niet uitverkocht) goed te bespelen en bedankt ze dat ze niet naar het concert van Steven Wilson (Porcupine Tree) zijn gegaan die op hetzelfde moment in een uitverkochte Melkweg staat te spelen. Het valt me op dat de bassist met een koptelefoon op speelt en dat de toetsenist alle muziek in noten op zijn laptop voor zich heeft staan. Het wordt me ondertussen ook duidelijk dat het over het geheel genomen toch niet echt mijn soort muziek is. Ik hoor dat het goed in elkaar steekt, maar het pakt me niet echt. Zoals ik bijvoorbeeld ook bij Tool heb.

Na een volwaardige set gaan de mannen van het podium af. Het is wat pijnlijk om te horen dat er maar een paar mensen klappen om een toegift. Toch komen ze terug en spelen ze tot mijn verrassing Nothing At Best dat tot mijn spijt ook al niet helder uit de mix komt. De toetsenist, waar ik toch vlak bij sta, heb ik deze avond nauwelijks boven de anderen uit gehoord.

Nou ja, in ieder geval weer lekker bijgepraat. De ijzige kou buiten snoert ons daarna alsnog de mond.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten