Aan de vooravond van een pandemie is ‘patient zero’ in
handen van een onderzoeksteam op een onbewoond eiland ergens in Zuid Amerika. De
man in kwestie is drager van het virus maar is er zelf immuun voor en dus de
beste optie om een remedie te vinden. Dat dit tegen zijn zin is roept
vraagtekens op die worden afgedaan met de opmerking “sometimes you have to harm
one in order to save millions”..
Mark gaat trouwen. Twee verwende vrienden en een vriendin
nemen hem mee op een luxe jacht naar een afgelegen tropisch eiland voor wat
vrijgezellen tijd.
Één en één is twee.
De alarmbellen zijn ondertussen al afgegaan. Een derde deel
in een reeks, een brildragende sexy vrouwelijke arts op hoge hakken, vage
figuren met slechte accenten, een B-list acteur die ook de rekeningen moet
betalen, brallerige jongeren en een zak weed; dit is vast geen
kwaliteitsproduct (en dan heb ik het niet over de hasj).
De film pretendeert ook niet veel meer te zijn dan wat het zou
moeten bieden: kanonnenvlees voor het virus met alle bloederige gevolgen van
dien. Let the bleeding begin, zou ik zeggen. And vomiting. And vomiting blood.
Maar eerst even door de zure appel van heel slecht acteerwerk en een zero
intelligent script heen bijten. Als een snorkeltocht huidkwalen veroorzaakt
waar geen zonnebrand tegen helpt en ontvellen een nieuwe betekenis krijgt word
ik op mijn wenken bediend. Wat jammer dat het daarna mis gaat en de gory scènes
maar moeizaam tot leven komen. De boel wordt op een vreemde manier overgecompliceerd,
staat bol van onlogische en oerdomme acties die zich voornamelijk in het
duister afspelen en bedient zich van zeer slechte zogenaamd grappige ‘oneliners’.
Juist de simpelheid en gore-level van het origineel was wat Eli Roth’s film nog
wel aardig maakte. Cabin Fever 3: Patient
Zero is dan toch weer zo’n ondermaats product dat het moet hebben van
sukkels zoals ik die tegen beter weten in hopen op meer. JIJ bent dus nu dubbel
gewaarschuwd!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten