woensdag 25 juni 2014

Joe


Deze bomen moeten verdwijnen. Er moeten nieuwe, sterkere worden geplant. Maar je mag niet zomaar gezonde bomen kappen, ook al is het je eigen land. Dus worden ze ziek gemaakt. Een paar flinke klappen, drie, vier stuks, en het gif dat langs de bijl stroomt doet de rest. Joe is opzichter van een groep mannen die dit zware werk doet. Hij bevindt zich in de marge van de samenleving. Een marge die hem niet veel goeds heeft opgeleverd. Het is zelfbeheersing die er voor zorgt dat hij zich niet laat verleiden tot de verkeerde acties. Drank als steun, maar aangelengd met cola, om de grenzen niet te veel te laten vervagen. “I’ve done bad, but they won’t let me make it good”. Want er zijn altijd individuen die hem niet met rust laten, er voor zorgen dat het einde van de beheersing in beeld komt. “Waarom wil je zo graag terug naar de gevangenis”, vraagt een sympathieke politieman. Een antwoord komt er niet. Begrijpen doen we hem des te meer. Hij is als zijn oersterke (vecht)hond. Die houdt hij aan de ketting, want eenmaal los en in actie is die niet te stoppen.

Als de vijftienjarige Gary aan komt kloppen voor werk zal Joe’s leven veranderen. Want zelfbeheersing voor wat jou wordt aangedaan is één ding, maar voor wat een ander wordt aangedaan is een geheel andere zaak. Zeker als Joe en Gary vrienden worden, iets dat de dronken nietsnut van een vader van Gary niet kan hebben. Er borrelt langzaam iets op binnen Joe, dat niet langer met aangelengde drank, het inhakken op bomen of door een pijpbeurt bij een hoer kan worden ingetoomd. 

Natuurlijk staat de boel op springen. Soms heftiger en onverwachter dan gedacht. En het zit allemaal een stuk delicater in elkaar dan wat je uit bovenstaande zou kunnen lezen. Dit maakt deze ruige film, met de uitmuntend geregisseerde en daarom zo goed spelende Nicolas Cage (Joe) én het talent van de jonge Tye Sheridan (Gary), tot een ruwe diamant die gezien moet worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten