dinsdag 3 januari 2012

Meek's Cutoff




In 1830 heeft de regering in Washington de Indianen Oklahoma ‘gegeven’ om daarmee de weg vrij te maken voor de kolonisten om de overige gebieden in te trekken. De naam van de wet die hier voor in werking treedt zegt echter genoeg: ‘The Indian Removal Act’ met de deerniswekkende  ‘Trails Of Tears’ waarbij vele Indianen het leven lieten tot gevolg. Maar zelfs dat is niet genoeg voor de bleekhuiden die er voor zorgen dat ook Oklahoma nog wordt ingelijfd en vrijgegeven voor kolonisatie. Om alle kolonisten een gelijke kans te geven op een mooi stukje grond wordt vastgesteld dat op 22 april 1889 om 12:00 uur het sein wordt gegeven voor de grote trek naar Oklahoma, ook wel bekend als de ‘Oklahoma Land Rush’.  Het vormt de basis voor het prachtige stripalbum van Lucky Luke in ‘De Trek naar Oklahoma’. De man die sneller schiet dan zijn schaduw wordt ingehuurd om er voor te zorgen dat alles eerlijk verloopt. Het is het begin van een heerlijk en hilarisch avontuur, vol actie.

Hoe anders verloopt is Meek’s Cutoff. Een klein groepje kolonisten trekt er in 1845 op uit om hun geluk te beproeven in Oregon. Huifkarren, muilezels, ossen, mannen met revolvers, vrouwen in wijde jurken, Holly Hobbie kapjes,onontgonnen gebieden, het belang van vers water (wassen, de was en drinkwater), pioniers, avonturiers, simpele mensen met een droom. De vlaktes zijn eindeloos, de karavaan vordert niet sneller dan in de langzame pas waarin men loopt (15km op een dag), een kaart van het gebied bestaat niet, dus volgen ze de ingehuurde gids Meek. Maar het vertrouwen in hem wordt minder naarmate de lange dagen hun tol gaan eisen en water een schaarste wordt. Wat anders te doen dan te vertrouwen in de bijbel en de zoektocht naar een persoonlijk Eden voort te zetten.

Maar het wantrouwen blijft groeien net als de onzekerheid die zich begint te uiten in angst. Angst dat het slecht zal aflopen. Bang voor Indianen, spijt dat ze zich hebben losgemaakt van een grotere groep, twijfels over de juiste weg. De weg door het vlakke, droge land, waar geen boom te bekennen valt. Het eindeloze niets.

De film is even verstild als het troosteloze landschap waar de groep door heen trekt. Ontdaan van elke vorm van poëzie, opsmuk, sensatiezucht of mooifilmerij. Dit is puur en ongerept. Het is ook gortdroog. Er gebeurt niet echt veel. Toch blijf ik geboeid door wat ik zie, ook al is de emotionele beleving vrij vlak. Naarmate de film vordert is het gevoel dat het fout zal gaan in balans met het gevoel dat dit niet de film is waar het fout in zal gaan. Tenminste, niet op de wijze die je normaliter verwacht. Maar wat dan?

De Bijbelse tekst die een jochie leest in het begin van de film blijkt profetischer dan verwacht en opent mijn ogen over de religieuze inslag van de film. Nadat Adam en Eva een appel hadden gegeten van ‘the tree of knowledge of good and evil’ werden ze verbannen en zorgde God er voor dat ze de weg naar ‘the tree of life’ (die in het Paradijs staat en diens vruchten onsterfelijkheid geven) nooit meer zouden vinden. De reis van de kolonisten is een beproeving, waarin de enige boom die in de film voorkomt boekdelen spreekt.

Een beproeving is ook de film zelf, die mij echter niet het grote genot gaf dat ik op basis van enkele lovende recensies en hoge noteringen in jaarlijstjes verwachtte. Ik mis dan toch een vorm van schoonheid die Terence Malick hier zeer goed in had kunnen leggen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten