De jongen loopt naar buiten, de sneeuw in. Hij blijft staan.
Ik denk bij mezelf, nee, niet gaan liggen en dan een sneeuwengel maken….
Deze boekverfilming is de ontdekkingsreis van een
muurbloempje, de outcast die opgenomen wordt in een groep van gelijkgestemden
en via hen in aanraking komt met het echte leven, zowel de vrolijke als
treurige kant.
De film barst uit zijn voegen van de clichés. Dit is geen
film voor mij. Dit is een film voor jongeren die niet weten wie David Bowie is,
die alles voor het eerst ontdekken en denken, of het gevoel hebben dat ze de
eersten zijn. De film benadrukt het zelf ook nog even in de laatste woorden van
de voice-over. Dat neemt niet weg dat de film me wel degelijk had kunnen
pakken, zoals bijvoorbeeld Donnie Darko dat wel optimaal deed. In The Perks Of Being A Wallflower komt het gewoon niet over. In de
cliché verpakking zitten al die universele gevoelens die me nergens weten te
raken. Misschien heeft het te maken met de vertolkingen. Emma Watson maakt geen
indruk en Logan Lerman (de muurbloem) mist subtiliteit. Van de drie
hoofdpersonen is het spel van Ezra Miller (uitermate creepy in We Need
To Talk About Kevin) het enige dat me nog weet te raken, terwijl ook zijn
karakter een uitvergrote platitude is. Hij scoort dan voornamelijk in de
grappen sectie. De echte pijn, de ‘teenage angst’ is wat mij betreft nergens
voelbaar en het ‘grote’ geheim dat aan het einde boven water komt heeft niet
echt (meer) een doel in de film, waarna er ook net zo gemakkelijk weer overheen
wordt gestapt.
Na afloop krijgt de film een luider applaus dan Amour.
Misschien omdat het wat vreemd was om voor die vorige film te klappen? Ongepast
zelfs, omdat men te vol zat met verdriet? Ik mag het hopen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten