Grimmig, realistisch en hard. Maar ook aangrijpend, gevoelig
en ondubbelzinnig. Het zijn woorden waar je een recensie dan meestal mee
eindigt, maar ik geef ze vast mee om er daarna wat dieper op in te gaan.
Een buddy-cop-movie. Twee straat agenten die in het minder
leuke deel van Los Angeles hun plicht doen door de voorgeschreven regels na te
leven en degenen die dat niet doen op te pakken. Dit zijn niet alleen twee
collega’s, maar ook vrienden, die voor elkaar door het vuur gaan. Onrustig
gefilmde beelden (deels door camera’s die ze zelf dragen, of die in hun auto
zit), vaak in spervuur achter elkaar gezet doen misschien wat zenuwachtig aan,
maar dragen wel bij aan de beangstigende werkelijkheid die de agenten elke dag
weer tegemoet treden en weten in veel gevallen de adrenaline tot een kookpunt te
brengen. Hun dagelijkse patrouilles laten de drie voornaamste ingrediënten van
de illegale voedselketen zien, zoals ze dat zelf noemen, namelijk drugs, geld
en wapens. Met meestal geweld in welke vorm dan ook tot gevolg. Dit woeste
wilde westen wordt afgewisseld met beelden van de dienders in hun privé
situatie, waarin de Mexicaanse Mike Zavala (Michael Peña) al jaren gelukkig is
getrouwd met de vrouw van zijn dromen en een fijn gezin heeft en zijn collega
Brian Taylor (Jake Gyllenhaal) de eerste voorzichtige stappen zet richting een nieuwe
liefde die niet alleen mooi, maar ook intelligent is. Het geeft ruimte om op
adem te komen, maar laat natuurlijk ook zien wat de gevolgen zijn deze idylle
als de tijdbom tot ontploffing zal komen.
Die tijdbom wordt duidelijk als de agenten (bij toeval) op zijaders
van een groot Mexicaans kartel stuiten en als een ‘pain in the ass’ worden
gezien door de criminelen die acties gaan ondernemen om hun handel te
beschermen.
David Ayer is de schrijver en regisseur van deze boeiende
actiefilm. Je zou hem specialist kunnen noemen op het gebied van politie versus
criminelen in Los Angeles, want zijn vier voorgaande scripts gingen daar ook al
over, met het intense Training Day als
hoogtepunt. Dit keer pakt hij het iets anders aan. Behalve de filmstijl, die je
nog dichter op de huid van de personages moet brengen, heeft hij er voor
gekozen om de yin en yang in deze film zwart en wit te houden. Mike en Brian
zijn goed, de criminelen zijn slecht. Er is eigenlijk geen grijs gebied. Dit
heeft voor- en nadelen. Het is op zich wel eens fijn om te zien dat er ook nog (echt)
goede agenten zijn, met wie je dan ook helemaal mee kunt leven. Aan de andere
kant was dat grijze gebied in bijvoorbeeld Training
Day juist zo interessant, omdat het die film een extra laag gaf, waarbij je
zelf ook dieper in je geweten moest gaan graven. Door het goede spel, de
zenuwslopende acties en de toenemende mate van grimmigheid, heb je echter pas
na de film tijd om over dit soort zaken na te denken en ik kan niet zeggen dat
ik die grijze laag nu erg heb gemist.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten