dinsdag 27 november 2012

Alles Is Familie



“Dit is een klucht”, roept Winnie de Roover (Carice van Houten) uit, als haar leven een zoveelste verrassing openbaart. Dat is het ook en toch ook weer niet.

Met Alles Is Liefde had regisseur Joram Lürsem in 2007 een grote hit. Deze komedie naar Engels voorbeeld (Love Actually) was zeer slim ‘vertaald’ naar een zeer herkenbare Nederlandse setting tegen de achtergrond van een zeer Nederlands feest: Sinterklaas. Dit was een komische klucht. Herkenbaar, leuk, lief en vooral grappig. De drie grote namen achter de film (met scenarioschrijfster Kim van Kooten als derde) hebben het nu iets anders aangepakt. Wederom een mozaïek film, met als focus een familie, maar nu met iets minder zijlijntjes, waardoor de hoofdlijnen en personages beter uitgewerkt konden worden, meer diepgang konden krijgen. Althans, dat was de bedoeling.

We volgen we het wel en wee van de familie De Roover. Een vader en moeder met hun kinderen en aanhang, die allemaal wel op de een of andere manier relatie problemen hebben of krijgen. Alles is allang geen liefde meer en het sprookje wordt door de realiteit ingehaald. Een goed uitgangspunt dat tegen twee problemen aanloopt. Ten eerste zijn de karakters lang niet zo uitgediept als je zou willen. Het blijven toch wel typetjes met herkenbare trekjes die gemakkelijk in hokjes te stoppen zijn. Een punt waardoor de film de diepgang mist die het had kunnen hebben. Mits er dan rekening was gehouden met probleem nummer twee. Dat is het feit dat de film uitgaat van alle elementen van een klucht, maar dat eigenlijk niet wil zijn. Het lijkt wel of men geen echte keuze durfde te maken, waardoor Alles Is Familie een beetje tussen wal (komedie) en het schip (drama) valt. De film is simpelweg niet leuk genoeg als komedie en niet diepzinnig genoeg als drama. Alle goede bedoelingen en fantastische acteurs ten spijt overigens.

Als je de twee films dan verder met elkaar gaat vergelijken zijn er in Familie veel minder memorabele scènes dan in Liefde. Wat ook heel erg jammer en zelfs onbegrijpelijk is, dat acteurs als Michiel Romeyn en René van ’t Hof nu slechts veredelde figuranten zijn. Vanaf het moment dat ze in beeld komen worden er verwachtingen gewekt, die volledig de grond in worden gestampt, omdat de twee acteurs nauwelijks iets te doen hebben. Als je ze dan toch een rolletje gunt, schrijf er dan ook iets moois omheen.

Teleurstelling. Dat is het gevoel waar je de bioscoop dan mee verlaat. Lürsem kan regisseren, Van Kooten schrijven en Van Houten spelen. Maar het resulteert dit keer in een vleesvervanger, waar je je bij afvraagt wat je nu eigenlijk hebt gegeten. Zonde…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten