Zaal 7, rij 4, stoel 7. 747. Naast het feit dat er een
vliegtuig naar is genoemd viel de combinatie van getallen mij op toen ik plaats
nam in de bioscoop voor Sinister. Na
die film meteen weer een kaartje gehaald (‘double bills’ moet je zelf regelen
tegenwoordig) voor House At The End Of
The Street. Je plek wordt door het systeem vanzelf altijd helemaal achterin
gegeven, dus ik klik op een plek iets naar voren en druk op afronden. Het
kaartje komt uit het apparaat, ik loop even later de trappen op en laat mijn
kaartje zien aan de dame van Pathé. “Zaal 7”, zegt ze, “de trap op en meteen
naar rechts. Prettige voorstelling”. Hee, alweer zaal 7… rij 4… stoel 7!
Het venijn van de film zit in het begin, als een dochter
haar ouders op brute wijze vermoord met een hamer. Oké, kom maar op! Voor wat
betreft de afdeling horror zit het er dan eigenlijk op en wordt het meer een
thriller, over Elissa (Jennifer Lawrence) die met haar moeder Sarah (Elisabeth
Shue) een gigantisch (goedkoop) huis betrekt dat naast het huis ligt waar die
mensen zijn vermoord (dus daarom goedkoop). In Sinister was dit ook al zo en heet de hoofdpersoon Ellison! 747!
Maar goed, Elissa vindt geen aansluiting bij de rijkeluiskinderen uit de buurt
en wel bij Ryan, de zoon van de vermoorde ouders die in hun huis is komen
wonen. De schuchtere Ryan is een outcast en Sarah is ook niet zo blij met haar
dochters interesse voor hem. Sarah stelt regels die met voeten worden getreden
door Elissa, die Ryan maar “sweet, sad and lonely” vindt als ze zijn trieste
familie geschiedenis aanhoort. Maar stille wateren hebben diepe kelders.
Halverwege de film hoor ik iemand achter mij luid gapen.
Tsja, slaapverwekkend is het wel een beetje. Je krijgt er zowaar een Twilight gevoel van. “Oh, ze is wel slim”
hoor ik even later iemand anders zeggen, als ‘ze’ een truc met een sleutel
uithaalt die ik allang aan had zien komen. De beroemde woorden van die
vervelende Louis van Gaal
klinken door mijn hoofd. Ik moet ook denken aan het monster van Frankenstein
en de domme mensenmassa die de molen in brand steken waar het monster in zit,
als de rijkeluiskinderen de woning in brand steken van de outcast.
Dat er meer achter dit alles zit dan er wordt getoond blijkt
overduidelijk uit een scène waarin Elissa het huis van Ryan in gaat. Hoewel er
geen reden (meer) is tot dreiging, wordt die suggestie wel gewekt. Waarom dan?
Het verklapt dus meteen dat er wel iets moet zijn, waarna de aap uit de mouw
komt. Daarna volgen er nog vele domme acties om het allemaal zo lang mogelijk
uit te spinnen om met één van de grootste clichés te eindigen: pas op, niet
dood!
Gelukkig kan ik naar huis met twee moralen uit dit verhaal:
luister altijd naar je moeder en de politie is je beste vriend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten