Het is zeker niet de eerste keer
dat ik deze fijne band ga bekijken. Het is wel de eerste keer dat de zaal bij
lange na niet vol is. Het balkon is dicht en dan nog is de grote vloer niet
volledig gevuld. Misschien heeft het te maken met het feit dat ze hun neuzen
iets te veel hebben laten zien de afgelopen tijd. In Time To Voices is begin dit jaar uitgekomen en in april speelden
ze al in de Melkweg.
Er zijn maar liefst twee voorprogramma’s, waarvan ik de
eerste - Giant Tiger Hooch –
ga missen, omdat ik me te veel zou moeten haasten om er bij te zijn en ‘rhythm
and blues’ niet echt mijn ding is. Op de verhoging links achterin nemen we
plaats om John Coffey over ons heen te
laten komen. Direct weggelopen uit Maaskantje lijken deze jonge jongens, met lange
haren, foute snorren, stoere poses en een flinke bak heerlijke tering herrie
die je de boodschap geven dat je je dochter maar beter thuis achter slot en
grendel kunt houden. Laat ik dat nu net niet hebben gedaan, want ze vindt de Blood
Red Shoes nu eenmaal erg leuk.
De band komt trouwens uit Utrecht, ze hebben net
een nieuwe cd uit en brengen hun rauwe, beukende screamo postpunk met veel
enthousiasme. Het neemt niet weg dat het wat moeilijk is om als leek uit de
herrie songs te distilleren. Hoewel ik hoor dat er wel degelijk structuur en
variatie is geef ik me vooral over aan de energie en word ik ouderwets vermaakt
met poses van de jongens die op de monitoren staan en hun vuist in de lucht
steken en een gitarist die het publiek in springt om het publiek nog verder op
te jutten.
Dan is het tijd voor Steven en Laura-Mary. Het onwrikbare
duo vult deze avond in met een variatie aan nummers van alle drie hun albums,
zoals This Is Not For You, When We Wake en In Time To Voices. Dat er ondanks de tegenvallende opkomst met niet
minder vuur wordt gespeeld mag blijken uit het feit dat het tempo nog altijd
hoger ligt dan ze op hun albums laten horen, zoals in Light It Up bijvoorbeeld.
Gelukkig weet de vaste schare fans het voor in de zaal goed te ondersteunen met
wilde dans, hier en daar een crowdsurfer en een stagediver die bij nader inzien
en gebrek aan fundament toch maar weer voorzichtig het podium afstapt. Mooi
moment is als er tussen twee nummer een looprek (!) vanuit het publiek op het
podium wordt getild. Steven kijkt net als ik zijn ogen uit en vraagt de
eigenaar of hij die niet langer nodig heeft omdat hij bij een concert van de
Blood Red Shoes is en wordt prompt uitgeroepen tot persoon van de avond. Een
roadie rijdt het karretje naar de zijkant en neemt nog even polshoogte bij de
man in kwestie. “Als je het weer nodig hebt, geef je maar een seintje aan de
roadie met de baard”, voegt Steven er aan toe. De set vervolgt zich, lekker
uptempo met Heartsink, It Is Happening
Again en You Bring Me Down om dan
wat rustiger qua tempo, maar indrukwekkend qua sfeer te eindigen met Colours Fade. Steven
vertelt dat ze het een beetje rustig aan gaan doen en voorlopig (een jaartje of
zo) niet mee op toer zullen gaan. Dus dit is een soort afscheidsfeestje…
Bij een feestje horen cadeau’s. Hoewel het applaus om een
toegift niet echt super is, komt de band toch terug en kondigt zelfs aan dat ze
maar liefst vier nummers zullen gaan spelen. Opvallend is dat Laura-Mary achter
de drumkit plaats neemt en Steven dit keer de gitaar pakt. Ze spelen op deze
wijze een nummer dat ze hier nog niet eerder hebben gedaan: The Surf Song. Daarna
volgt Lost Kids en met het
verzoek om iedereen aan het dansen te krijgen I Wish I Was
Someone Better, en dat lukt aardig! Maar aan alles komt een einde. “This is our last song. It’s a slow jam,
pick a partner. It’s a beautiful romantic song we wrote: Je Me Perds”. En het gaat
nog één keer los…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten