American Hustle gaat
in principe over twee oplichters die richting het einde van de film de beste
truc ooit uit hun mouw moeten schudden. Dat zeggen ze dan ook van tevoren. Dus
de kijker is op zijn hoede en ziet de verrassing van mijlenver aankomen. Een
stevig minpuntje. Op zich nog door de vingers te zien als er verder genoeg te
beleven valt. Dat valt er wel, maar het is voornamelijk een gigantisch
rommeltje, met wat aardige vondsten hier (beginscène met Christian Bale die als
Irving Rosenfeld zijn toupet in orde brengt) en daar (zoenscène in een stomerij
tussen de voorbijrazende kleding in plastic), maar nauwelijks verhaal en veel
op zichzelf staande dialogen die een beeld moeten geven van de personages, die
echter vooral vrij plat, karikaturaal en één dimensionaal blijven, terwijl de
acteurs vrij hedonistisch, vol van zichzelf overkomen. De overkill aan dit
soort scènes zijn daarbij niet markant genoeg en gaan hand in hand met de
overkill aan muziek uit het tijdperk waarin e.e.a. speelt (zeventiger jaren).
Een tijdperk dat verder op obligate en weinig verrassende manier wordt
neergezet.
Mijn aandacht verschuift al snel van het verhaal naar de
weinig verhullende decolleté van Amy Adams, wat op zich niet erg is, maar nooit
de bedoeling kan zijn.
American Hustle
doet me denken aan Casino. Zelfde
tijdsbeeld, gesjoemel in de marge, labiele vrouw (Jennifer Lawrence vs. Sharon
Stone), iets te gretige mannen, ook wat rommelig, maar God, wat werden de
spijkers daar op de kop geslagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten