vrijdag 31 oktober 2014

Zombeavers


  • Chemische dump: check!
  • Aanplaksnor: check!
  • Cabin in the Woods: check!
  • Slechte grappen: check!
  • Blote tieten: check!
  • Hillbilly Hick: check!
  • Seks: check!
  • Gore: check!
  • Geen bereik: check!
  • Slecht startende auto: check!
  • Meer ‘beaver’ grappen dan je aankan: check!
  • ZOMBEAVERS: check!

Drie meiden en een hond gaan naar een hut bij een meertje alwaar een flink stel bevers uit de kluit gewassen zombievarianten zijn geworden die het op de hond, de meiden en de later bijgekomen vriendjes hebben voorzien. Voordat iemand “get out of the water” heeft geroepen weet je wel hoe laat het is: pulp galore tijd.

Als je het bovenstaande lijstje echter eens goed onder de loep neemt, is er op verschillende punten wel wat aan te merken. Zo blijven de blote tieten beperkt tot één paar, vindt de seks plaats onder de lakens, blijft de gore in de middelmaat steken en hebben de zombeavers iets schattigs, omdat je ziet dat het slechte mechanische beesten zijn, handpoppen, of poppen op wieltjes. Als je zo’n pulp film maakt, doe het dan goed en zoek het in extremen.

Leuk? Nee. Eng? Echt niet! Spannend? Nope. Gory? Bij vlagen. Grappig? Bij mindere vlagen. Slecht? Eigenlijk wel ja. Zo slecht dat het leuk is? Naaahhhhh…. Hoewel je in de juiste omgeving, met de juiste mensen en de juiste sfeer er wel lol aan kan beleven. Komt het even goed uit dat de Halloween Horror Show 2014 aanstaande zaterdagnacht in Tuschinski Amsterdam draait. Naast Zombeavers, kunnen nachtbrakers daar ook Ouija, [REC]⁴: Apocalypse en Welp gaan zien. Ik kan me zo voorstellen dat de term ‘beverhoer’ wordt gescandeerd als het virus overdraagbaar blijkt en de gevolgen van dien in beeld komen en dat er en masse wordt meegezongen met de erg leuke crooner bij de aftiteling (waarna je nog even moet blijven zitten voor een laatste grap).


“Damn beavers…”

dinsdag 28 oktober 2014

Boardwalk Empire


(5e seizoen, 8 afleveringen, 55 min, IMDb 8,7)

Het vijfde en helaas laatste seizoen met slechts acht afleveringen, waarin een zeer slimme en goed werkende kunstgreep is toegepast. Naast het doorlopende verhaal van Nucky’s volwassen leven wordt het verhaal van zijn verleden verteld, waardoor je een prachtig ‘rise and fall’ verhaal krijgt dat deze serie op zeer waardige wijze afsluit.

“They’re not so special, all they have is money”. Een quote uit het verleden waarin Nucky eerst als arme kleine jongen en later als man van enig aanzien zijn diensten trouw inzet voor één van de belangrijkste mannen van Atlantic City. Wie zien waar Nucky vandaan komt, wat zijn familie situatie was en hoe hij zich langzaam opwerkt aan de juiste kant van de wet die niet altijd zuiver en goed blijkt te zijn. Het geeft nog beter inzicht in wie Nucky Thompson nu eigenlijk is, geeft nog meer diepte aan zijn karakter, dat hem ondanks zijn criminele acties toch zo innemend maakt.

“Different dogs, same fucking bone”. Een quote uit het heden waarin Nucky de adem van de nieuwe garde in zijn nek voelt. De oude versus de nieuwe generatie, met beruchte namen, als Meyer Lansky, Lucky Luciano, Salvatore Maranzano, Benny Siegel, Al Capone, Johnny Torrio en Joe Masseria. De connectie met Cuba, waar de Baracadi rum vandaan moet komen, met Sally Wheet (Patricia Arquette). De connectie met de wereld van aandelen, via Arnold Rothstein (die we helaas niet meer terug zien) en Margaret Thompson, Nucky’s vrouw wiens aandeel nog van betekenis blijkt.

De serie komt ten einde, net als menig hoofdpersoon, als gevolg van bloederige afrekeningen. Een cirkel wordt rond gemaakt, op indringende en verrassende wijze. Het is jammer dat er een einde komt aan deze fantastische serie die van constant hoog niveau was.  

Nog even speciale vermelding voor de twee acteurs die jongere versies van Nucky spelen. De kind versie door Nolan Lyons, die dat uiterst volwassen en op indrukwekkende wijze doet en de jongeman versie door Marc Pickering, die onwerkelijk dichtbij Steve Buscemi’s versie zit.

“To the lost” (James 'Jimmy' Darmody)


The One I Love


Een koppel is in therapie. De vlam is niet langer voelbaar en lijkt alleen nog maar te kunnen worden verkregen door het her-creëren van vroegere belevenissen. De wil is echter daar: “I want us to work”. De therapeut heeft wel een advies voor Ethan en Sophie in de vorm van een bezoek aan een soort luxe vakantiehuis waar hij al meer stellen naar toe heeft gestuurd, met goede resultaten tot gevolg.

Het is een prachtig huis. Met goede wil en een beetje hasj gaat het wel erg snel beter met de twee. Daarin zit hem nu net de clou die ik niet ga verklappen, maar er gebeurt iets onverklaarbaars die de heleboel op scherp zet, maar ook veel duidelijk maakt over hun relatie en wat ze daarin nastreven. Dat ligt voor de één misschien anders dan voor de ander. Het gebeuren zorgt voor een soort van therapie op zich, waarin alle elementen waaruit hun relatie is opgebouwd weer wordt getest.

Ik houd het opzettelijk vaag omdat de clou te leuk is om zelf te ontdekken. En hoewel je die al vroeg in de film krijgt te weten, zorgt een slim script voor genoeg wendingen en emotionele diepgang om  tot het einde toe boeiend te zijn. Mark Duplass (Your Sister’s Sister, Humpday, Safety Not Guaranteed) en Elisabeth Moss (Top Of The Lake) doen niet voor elkaar onder in het subtiel neerzetten van hun karakters. Hoe science-fiction-achtig het gegeven ook mag zijn, de menselijke reacties zijn realistisch en invoelbaar en zetten je aan het denken wat jij in die situatie zou doen.

Creepy, grappig, leerzaam, vreemd, geloofwaardig; vol leuke en ‘fucked up’ ideeën. Een film waarover je nog heel lang na kunt praten…


(zie ook deze film (spoiler voor clou) die met dezelfde materie speelt)

The Cohasset Snuff Film


In 2007 maken we een reis door Amerika. Ik heb de reis goed voorbereid en weet welke (comic) shops ik waar moet vinden. Er staat ook een kunstgalerij op het programma, gevestigd in Burbank (Los Angeles) California. Het moet een aparte zaak zijn waar ze niet alledaagse, wat duistere kunst tonen en verkopen. Het staat op mijn ‘to-do-list’ omdat een striptekenaar die ik waardeer er een expositie heeft. Haar naam is Dame Darcy. De galerij heet Hyaena.

Aan de muur links hangen originele tekeningen van de artiest waar ik voor gekomen ben, maar de prijzen zijn me te gortig. Als ik de zaak verder door loop zie ik erg mooie (driedimensionale) kunstwerken en een hoop verzamelaars objecten. Onder dat laatste vallen bijvoorbeeld ook de fleurige tekeningen onder van seriemoordenaar John Wayne Gacy. Het gaat hier om de zogenaamde ‘true crime art’, kunst gemaakt door criminelen, moordenaars. Nu houd ik enorm van horror films en duistere kunst. Maar de lijn die ik trek zit hem in dat ‘true’. Ik blijf aan de fantasie kant, moet niets hebben van sites met filmpjes en foto’s van echte gruwelen en zal dus ook nooit ‘kunst’ kopen gemaakt door een moordenaar. Ik vervolg mijn toer door de winkel en besluit uiteindelijk een zeer gelimiteerde, genummerde (#6 van 25 stuks)en gesigneerde tentoonstellingsposter te kopen van mevrouw Darcy die me een luttele 8 dollar kost. Originele tekeningen, een handlezing (!) en zelfs een door haar met de hand gemaakte pop heb ik toch al…

Eigenaar van de galerij Bill Shafer speelt een rol in The Cohasset Snuff Film als eigenaar van een galerij genaamd Hyaena die onder andere in ‘true crime art’ handelt. Je begrijpt al dat deze film een zweem van realiteit mee moet krijgen. Bill heeft al het materiaal rond de 17-jarige Collin Mason verzameld, die in 2010 een aantal video’s upload waarin hij laat zien dat hij een aantal moorden pleegt. Van alle beelden heeft Shafer een documentaire gemaakt, waarin nieuwsreporters, een psycholoog, familie, een schrijfster, jeugdvrienden en medeleerlingen aan het woord komen. De hoofdmoot bestaat echter uit de ‘found footage’ van Mason, die in korte zelf opgenomen filmpjes met veel gevloek, getier en haat, monologen afsteekt dat sommige mensen een lesje geleerd moet worden, hoe hij dat gaat doen en uiteindelijk ook laat zien dat hij het doet.


De film faalt op meerdere fronten. Als documentaire met zoveel sprekende hoofden mist het toch een vorm van inzage in hoe het zover heeft kunnen komen. Er worden heel kort wat zaken uit het verleden van Collin Mason opgerakeld die al snel als oorzaak moeten worden aangenomen voor zijn idiote gedrag, waarna men zich voornamelijk concentreert op loze uitspraken en saaie verhalen, opvullende interviews zeg maar van een priester tot een lokale held. Erg oninteressant vooral. Dan heb je de filmpjes van Mason zelf, die erg vervelend zijn en niet zo geloofwaardig over komen. Hij hangt de psycholoog uit, is bijdehand, zelfingenomen en neemt stoere poses aan waarvan hij denkt dat ze bij zijn stoere verhalen horen. Eigenlijk maken zijn filmpjes totaal geen indruk en wekken alleen irritatie op. Daarbij wordt de illusie van echtheid doorbroken door suffe fouten in de manier van filmen, waardoor je weet dat je naar een film zit te kijken. De moorden zelf dan. De poster van de film dekt de lading totaal niet. De moorden gebeuren óf buiten beeld, óf zijn weinig spectaculair. En om het geheel nog verder naar beneden te brengen is Mason na het moorden nog even ‘grappig’, zoals een bijdehante eikel betaamd. Het enige lichtpuntje is het feit dat er wel degelijk iets van kritiek in de film zit, als getoond wordt hoe de media en ondernemers een slaatje slaan uit de seriemoordenaar en dat het publiek er maar al te graag voor betaald. Ook het feit dat de zieke fascinatie met gruwelijkheden via slechts een muisklik kan worden gevoed doet misschien tot nadenken stemmen. Het lichtpuntje voelt echter totaal niet op zijn plaats in de rest van de film die juist het omgekeerde lijkt te onderschrijven. 

Ida


Het standbeeld van Jezus wordt met zorg en liefde opgepoetst en bijgewerkt. Daarna dragen vier nonnen het beeld naar buiten, door de sneeuw naar zijn plek voor het klooster, waarna ze in eerbied nog even voor hem gaan staan en een kruisje slaan. Het is de openingsscène van de Poolse film Ida die dit in zeer stemmig zwart/wit op prachtige wijze in beeld brengt.

Ida gaat bijna haar geloften af leggen als moeder overste haar zegt dat ze eerst haar enige familielid moet gaan bezoeken, haar tante Wanda. Met enige tegenzin gaat ze op reis, want het is de tante die haar in het weeshuis heeft laten zitten. Van Wanda hoort ze meer over haar familie, wat een zoektocht in gang zet. Of Ida wel zeker weet dat ze dit wil, vraagt Wanda. “Wat als je er achter komt dat God niet bestaat?”

Zoals het begin van de film al liet zien, het is allemaal prachtig in beeld gebracht. Bijna elke frame zou je in kunnen lijsten. De camera houdt zich zo stil mogelijk (weinig tracking shots, inzoemen of ander andere beweging) en legt de zoektocht van de twee vast, die een mooie combinatie vormen van een door de wol geverfde, geharde en doortastende tante (die rechter is) en de onberispelijk vrome Ida, wier blad alleen door God beschreven is. Wanda’s gezicht is door het leven in een trieste uitdrukking gezet waar Ida’s gezicht een stil meer is dat zelden iets verraad. Toch kan een piepklein detail het verschil maken, zoals in het prachtige gebaar dat ze even een traan wegveegt terwijl je Ida van achteren (!) ziet. Wat de invloed van de (wereldse) beproevingen op beide vrouwen is wordt op markante wijze duidelijk, net als het feit dat de gruwelen van de oorlog nog heel lang voelbaar zullen zijn.


Een erg mooie film die je in zijn greep houdt met een droef stemmend einde dat de meeste van ons ook nog even een spiegel voor houdt.

woensdag 22 oktober 2014

Pride


In de zomer van 1984 besluit een klein groepje homo’s en lesbiennes de mijnwerkers te gaan steunen, die aan het staken zijn om het sluiten van mijnen tegen te gaan en hun banen te behouden. Onder de naam LGSM (Lesbians & Gays Support the Miners) halen ze met emmertjes geld op voor dit doel. Het blijkt een substantiële steun te zijn, maar als de activisten het geld komen brengen naar de mijnwerkers in het gehucht Onllwyn in Wales, worden de goede bedoelingen niet door iedereen met open armen ontvangen.

Dit is zo’n film waarin twee partijen die elkaars tegenpolen lijken te zijn, na enige strubbelingen toch beste vrienden worden. Het wordt al snel duidelijk dat dit in deze film op ludieke en weinig schurende wijze wordt ingevuld. Het gaat hier niet zozeer om het grote geheel, de tragiek van de mijnwerkers, de mishandeling van homo’s, de opkomst van Aids… Deze zaken komen vluchtig voorbij, als opmerkingen in de kantlijn. Het gaat hier om het idee van "united we stand, divided we fall", dat als je samenwerkt je veel kunt bereiken. Maar dan dus op ‘grappige’ wijze. Ik zet dit tussen aanhalingstekens omdat ik het slechts af en toe echt grappig vond en ik me toch wat ergerde aan hoe er juist vanuit vooroordelen wordt gewerkt. Natuurlijk is dit de basis van de film, maar het is weinig subtiel gedaan. Daarnaast vind ik dat het onderwerp te veel die eerder genoemde zwaardere kanten schuwt, uit het zicht houdt. En hoewel er aandacht wordt besteed aan individuele personages blijft de uitwerking daarvan ook heel oppervlakkig en weinig zeggend.

Toch kan ik me heel goed voorstellen dat de film hoog gewaardeerd wordt door mensen die niet zo lopen te kniesoren als ik, zeker als ze van ‘foute’ tachtiger jaren muziek houden J. Mijn gevoel zegt echter dat je met deze op zich zeer interessante en op waarheid gebaseerde feiten een film had kunnen maken die het onderwerp waardiger was geweest.


Twee acteurs wil ik er nog even uitlichten. Allereerst Bill Nighy, die uiterst ingehouden en beheerst een wat treurige man speelt. Daarnaast de actrice Faye Marsay die de rol van de punkige Steph speelt. Ze viel me op door haar gezicht en ogen en het had wat tijd nodig voor ik wist wie het was en haar herkende van een andere, totaal tegenovergestelde rol uit de tv-serie The White Queen, waarin ze me ook al was opgevallen. 

dinsdag 21 oktober 2014

Locke


Het werk van de voorman op de bouwplaats zit er op. Hij stapt zijn auto in, op weg naar huis. Bij het stoplicht moet hij links, maar iets in hem besluit rechts te gaan. “The decision is made”. In de anderhalf uur die de rit gaat duren zien we alleen deze man, Ivan Locke, in zijn auto telefoontjes plegen en aannemen. Zo beheerst mogelijk gaat hij om met zijn verantwoordelijkheden, wat voor hem het juiste is om te doen, de gevolgen van zijn keuze. Aan wie ben je trouw? Je familie, je werk, jezelf?

Natuurlijk wordt het duidelijk hoe groot de gevolgen van de beslissing zijn, maar ook wat de achtergrond is van het nemen van dit besluit. “You make one mistake, one little fucking mistake, and the whole world comes crashing down around you”. Maar Locke laat zich niet uit het veld slaan, gaat alle confrontaties aan, probeert de barsten te lijmen, alles in goede banen te leiden, zijn emoties de baas te blijven. “I will do what needs to be done, even if they hate me or love me”.

Ivan Locke wordt zeer indrukwekkend gespeeld door Tom Hardy. Dat hij met gemak een hoofdrol kon spelen liet hij zien in het extravagante Bronson. Deze rol is echter het tegenovergestelde én de enige (zichtbare) rol in de film. Het is aangrijpend om te zien hoe iemand zo helder kan vasthouden aan de genomen beslissing en alle zeer grote gevolgen die hieruit voort kunnen vloeien op de koop toeneemt. Je leeft enorm met hem mee, ook al ben je het misschien niet met hem eens, simpelweg omdat je begrijpt waarom hij het doet. Speltechnisch is het een hoogstandje hoe Hardy zowel zalvend en geruststellend als volhardend en overtuigend zijn gesprekken voert, waarbij hij zelfs per gesprekspartner zijn stemgebruik aanpast.  Maar hij is altijd beheerst, in controle, althans, wil dit zijn, om alles goed af te laten lopen.


Anderhalf uur lang één man in een auto. Een flinke uitdaging voor de makers die goed uitpakt door de mooie rol van Hardy en het goede script. Zowel zenuwslopend als hartverscheurend.

donderdag 16 oktober 2014

Welcome To Sweden


(1e seizoen, 10 afleveringen, 22 min, IMDb 6,6)

Bruce (Greg Poehler) was een accountant voor bekende sterren in Amerika, maar heeft dit leven vaarwel gezegd om bij zijn Zweedse vriendin Emma (Josephine Bornebusch) in haar thuisland te gaan wonen. Aangezien het appartement nog niet klaar is moeten ze eerst een tijd verblijven bij Emma’s ouders (en nog altijd inwonende broer) in een idyllisch zomerhuis aan een meer. Kleine cultuur- en familieclashes volgen. Sterke drank drinken, traditionele liedjes zingen, naakt zwemmen en de sauna in zijn niet de alledaagse beslommeringen waar Bruce zich mee bezig hield. De ouders van Emma hadden toch iets anders bij hem voorgesteld, zeker in lengte. “Zet de borden maar wat lager, dan kan Bruce er ook bij” zegt Emma’s moeder.

Bruce spreekt geen Zweeds (er wordt Zweeds en Engels gesproken in de serie) en heeft geen werk. De integratie levert grappige momenten op, dingen gaan ‘lost in translation’, zijn verleden laat hem nog niet met rust, oude bekende klanten (Gene Simmons, Aubrey Plaza, Will Ferrell) trekken aan de bel. Zijn beste vriend wordt een anti-Amerikaanse Irakees die denkt dat hij Canadees is. Natuurlijk kunnen we ook niet om ABBA heen, wat nog een aardig moment inclusief gastrol oplevert.


Welcome To Sweden is zo luchtig als een Wasa cracker, maar als kort (22 minuten) tussendoortje goed te doen. 

Metalhead (Málmhaus)


Het woeste, geïsoleerde IJslandse boerenlandleven. Prachtige vergezichten, grootse weilanden en stallen met koeien om in het levensonderhoud te voorzien. Hera is twaalf als ze haar oudere broer op afgrijselijke manier dodelijk ziet verongelukken. Natuurlijk volgt er een dienst in de kerk, maar de haat borrelt op in Hera die het liefste weg van dit alles zou lopen, maar te veel verbonden is met haar broer om dit te doen. Ze zoekt daarom heil in de muziek die haar broer zo aansprak: Metal!

Er gaan jaren voorbij, waarin het gewone leven verder gaat, maar nog nooit zo weinig betekenis had. Ieder gaat op zijn eigen manier met de dood van kind of broer om. Vader ziet er oud uit, maar wil verder. Moeder maakt vaak een afwezige indruk, blijft steken in haar verdriet. Hera is recalcitrant, gaat op in de muziek die ze luistert en maakt, heeft grootse plannen die echter worden gesmoord in de verantwoordelijkheden van alle dag.

Niet zo veel woorden, veel mooie veelzeggende beelden. Zoals wanneer Hera de koeien vrij laat uit de schuur om ze de vrijheid te geven die ze zelf zo verlangt. Maar je kunt niet wegrennen van het verdriet dat in je zit. Zowel grappig als zeer aangrijpend en toch precies de juiste toon. De film maakt een diepe indruk op me. Dat heeft deels te maken met het feit dat het op sommige fronten dichtbij komt (mijn kamer hing vol met posters van hardrock en metal bands, toevlucht zoeken in muziek, loner, tegen de stroom in gaan), maar het knappe van de film is dat het veel verder reikt dan dit. Het gaat om opgekropt verdriet, het belang van het verwerken daarvan, loslaten en verder kunnen gaan met steun van anderen. Dat tijd alleen niet alle wonden heelt. Het feit dat de film ook nog wat vooroordelen onderuit schopt (zowel vanuit als tegen Hera) laat zien dat er geen kanten worden gekozen, maar begrip wordt gevraagd.


Metalhead is een prachtige zwarte parel die een Arthouse roulatie zou moeten krijgen. De poster die mij juist aansprak kan mensen afschrikken, wat niet de bedoeling moet zijn. “Don’t judge a book by it’s cover” is een kernwaarde van de film. 

maandag 13 oktober 2014

Horns


Iggy’s liefde van zijn leven is vermoord en het hele dorp denkt dat hij het heeft gedaan. Hij heeft alle schijn tegen zich, voelt zich door iedereen in de steek gelaten, verliest zijn geloof in God en wordt gezien als de duivel zelve. Verdomd als daar niet twee hoorns uit zijn voorhoofd groeien die het beeld dat iedereen van hem heeft compleet moet maken. De getormenteerde ziel met wraakzucht  brengt vanaf dan ook letterlijk het slechtste in mensen naar boven. Als ze hem ontmoeten kunnen ze niet anders dan hun ergste gedachten kenbaar maken, waarna hij ze tot actie aan kan zetten. Deze nieuwe gave gebruikt hij om er achter te komen wie de moordenaar van zijn vriendin is, ondertussen (via anderen) een spoor van vernieling en losbandigheid achter latend.

Het aardige gegeven dat de ware aard van de mens ongefilterd naar boven komt en dat niemand gevrijwaard is van ‘zondige’ gedachten zorgt voor een aparte insteek in een banale moordzaak. Die insteek levert grappige taferelen op, maar het geeft ook te veel overtollig vet, te weinig richting en een te vlakke invulling. Misschien is het ‘grappige’ effect niet op zijn plaats. Zijn de flashbacks een obstakel in het ritme van de film. Is het geen verrassing wie de moord op zijn geweten heeft. Is de reden er van te simplistisch, terwijl de moord bruut is. Wordt het religieuze aspect wel erg letterlijk en bombastisch naar het einde. Voelt het allemaal wat geforceerd aan zonder nu echt diep te gaan.

Aan het einde van de film heb je het idee dat je eigenlijk niet veel bijzonders hebt gezien, terwijl je dat op grond van het uitgangspunt en de beelden wel had verwacht.

Braquo


(3e seizoen, 8 afleveringen, 52 min, IMDb 8,1)

Hoe zat het ook al weer met deze Franse politieserie waar iedereen in het zwart loopt…

Roland Vogel van interne zaken was zo gebrand op het neerhalen van de vier politieagenten met hun onorthodoxe, haast criminele werkwijze, dat hij compleet was doorgeslagen. Vier min één. De vier zijn Eddy Caplan, Walter Morlighem, Roxane Delgado en Théo Vachewski. Die min één wordt dan Théo, als die zwaar gewond het ziekenhuis in moet na een bomaanslag. Vogelvrije Vogel zet een streepje, Caplan gaat achter hem aan, maar Vogel heeft hulp en met een smerige list weet hij uit handen te blijven van het onderzoeksteam. Caplan en zijn team geven niet op, maar een nieuwe zaak dient zich aan die te maken heeft met de Russische maffia, de Vor v Zakone, die interne conflicten kent, waardoor een bende-oorlog onherroepelijk lijkt.

Deze keiharde serie laat er geen gras over groeien, hier worden geen halve maatregelen genomen, alles wordt met (extreem) geweld opgelost. Op rauw realistische wijze blijkt dat de verschillende zaken aan elkaar gelinkt zijn, dat er overal ratten zitten en dat de lust naar macht met lijken gepaard gaat. Ook wordt duidelijk waarom het ‘hulpje’ van Vogel een persoonlijke vendetta tegen Caplan is begonnen. Dit seizoen rond het verhaal deels af, maar laat je ook zitten met een flinke cliffhanger.
Het is (alweer) een verdomd goed seizoen van deze zware jongens versie van Engrenages, die het gebrek aan subtiliteit goed maakt door de intense actie.


“Like Cicero, I’m a philosopher”. A Philosopher’s life is spent in preparation for death”.

Annabelle


Annabelle is de pop die al voor kwam in de geslaagde horrorfilm The Conjuring van James Wan. Geld ruikende filmstudiobonzen hebben die pop nu een hoofdrol gegeven in de film die naar haar is vernoemd. Dus komt er een soort van oorsprong verhaal waarin duidelijk wordt dat de pop onder de invloed van een demoon is gekomen. Het echtpaar met kind dat de pop in huis heeft ondervindt daarvan de ellende*. Die uit zich voornamelijk is suggestieve camera- en geluidsvoering als er weer ingezoomd wordt op de pop, die merendeels gewoon op een plank in de kinderkamer zit, en daarnaast zijn daar natuurlijk de dichtslaande deuren, vallende boeken, vanuit zichzelf spelende grammofoons en enge verschijningen.

Waar James Wan zijn best doet om het genre fris te houden en met nieuwe ideeën komt, is dit een herhalingsoefening van wat we al tot in den treure hebben gezien, wat dan ook nog heel langzaam is en vol zit met tegenstrijdigheden en onlogische zaken. Daarbij geeft de trailer bijna alle hoogtepunten van de film prijs, waardoor de film nog saaier lijkt dan deze misschien is. Regisseur John R. Leonetti is dus geen James Wan en is eigenlijk meer een DP (Director of Photography), de functie die hij bekleedde voor Insidious, Insidious Chapter 2 en (daar istie dan) The Conjuring. Het is jammer dat hij niet beter heeft opgelet tijdens het maken van die films. Jordan en Lauren Bass van de casting hadden in ieder geval genoeg humor om Annabelle (!) Wallis de hoofdrol in deze film te laten spelen, wat ze niet onverdienstelijk doet overigens.

*De pop in de film ziet er heel creepy uit en je vraagt je af waarom iemand überhaupt zo’n pop in huis zou nemen. De ‘echte’ pop die in het bezit is van Lorraine Warren ziet er veel vrolijker en liever uit! 


Gone Girl


Als Nick Dunne (Ben Affleck) thuis komt is zijn vrouw verdwenen. Hij besluit de politie in te schakelen. Een onderzoek wordt in gang gezet.

Nick lijkt niets te verbergen te hebben, geeft zijn volledige medewerking aan het onderzoek, maar komt wat afstandelijk over, terwijl er toch genoeg aan de hand is om je zorgen over te maken. En zo zijn er meer aanwijzingen die nu niet direct in zijn voordeel spreken. De kijker ziet ondertussen terugblikken aan de hand van een dagboek van Nick’s vrouw Amy (overtuigende rol van Rosamund Pike) en haar visie op hoe hun relatie begon en ontwikkelde. Je hebt al snel je oordeel klaar over Nick en Amy, net als de media die bovenop de zaak duiken. Maar dit is een film van David Fincher en die zorgt er niet alleen voor dat niets is wat het lijkt, maar dat wat er nog gaat komen de verwachtingen zullen overtreffen.


De film laat qua verhaal een uiterst geraffineerd spel zien en voedt dit met acteerprestaties op gelijke hoogte. Het laat zien hoe makkelijk het is om gauw een oordeel klaar te hebben zonder fundering, maar dat de fundering soms duivelser kan zijn dan verwacht. In maar liefst 2,5 uur ontpopt zich een goed uitgedachte thriller (naar het boek/screenplay van Gillian Flynn) in de geest van Hitchcock met een huwelijk als uitgangspunt. Dat er naar het einde toe misschien iets te veel van de kijker wordt gevraagd inzake geloofwaardigheid, wordt meer dan goed gemaakt door het goede spel van de cast.

Het is wel een film die meer het hoofd dan het hart aanspreekt…

woensdag 8 oktober 2014

Dear Mr. Watterson


“For all their seeming simplicity the expressive possibilities of comics rival those of any other art form”. Bill Watterson

De poststempel van Kansas City MO is van 28 april 1992. Op de envelop ligt Calvin met een gelukzalige glimlach tegen Hobbes aan te slapen. Hobbes slaapt ook, met zijn poot beschermend om hem heen. Het briefhoofd is andere koek. Het laat Calvin zien die door de lucht vliegt in de poten van Hobbes die hem bij terugkomst van school verrast als hij ongemerkt door de voordeur wil gaan. De tekst van de brief is als volgt:

Dear Reader,

I dislike form letters, but the amount of mail I receive forces me to resort to one. Nevertheless, thank you for writing, and I hope you will read and enjoy Calvin and Hobbes for some time to come.

Sincerely,

Bill Watterson

Mijn vrouw (toen al en nog steeds) en ik waren helemaal gek van de strip. Het was een tijd waarin ik zeer intensief bezig was met comics en dan kom je vroeg of laat Calvin And Hobbes van Bill Watterson tegen. Als je de strip eenmaal hebt gelezen ben je voor altijd fan. Om Bill Watterson van onze bewondering op de hoogte te brengen besloten we een brief naar hem te sturen. Die brief begon vast en zeker met… Dear Mr. Watterson.

Het is dus ook de titel van een documentaire gemaakt door  Joel Allen Schroeder, die uitlegt hoe het allemaal voor hem begon. Onderzoekend gaat hij op pad om andere fans en mensen uit de industrie op te zoeken en aan het woord te laten om er achter te komen waarom de strip zo’n enorme impact op zoveel mensen heeft gehad.

Voor diegenen die zich afvragen, waar gaat dit over: Calvin is een boefje van zes jaar met een immense verbeelding die een knuffeltijger (Hobbes) heeft die voor hem echt een grote levende tijger is. Dat zie je ook zo in de strip, tot er andere personen bijkomen, dan is Hobbes weer als knuffel getekend. Ze beleven samen de meest fantastische avonturen, die echter altijd op de realiteit zijn gestoeld. Het is fantastisch om te zien hoe dramatisch alles in de fantasie van Calvin verloopt, terwijl het zo normaal is in het echt. De strip is begonnen als krantenstrip.

Humoristisch, eigenzinnig, fantasierijk, vrolijk, simpel, fris, uniek, gelaagd, filosofisch… Het zijn enkele van de termen die worden genoemd in deze ode. Of, zoals een bewonderaar het mooi weet samen te vatten: “this is everyone of us”! Het is ook tijdloos, het gaat van generatie op generatie (ik heb de Nederlandse vertalingen ook aan mijn zoon gegeven).

De documentaire laat verder de woonplaats van Watterson zien, zijn eerste publicaties in de plaatselijke krant, het feit dat alle originelen zijn toevertrouwd aan een museum, de enorme invloed die Watterson op andere cartoontekenaars heeft gehad, maar ook de artiesten waar hij zelf door is beïnvloed. Eén van de meest opvallende zaken is toch wel dat Watterson nooit iets heeft willen weten van commercie rond zijn strip of publiciteit rond zijn persoon. “He’s the sasquatch of comic books”, roept iemand. Hij wilde zich alleen maar focussen op tekenen. In Amerika alleen al zijn er 45 miljoen stuks van zijn bundels verkocht. Hij had waarschijnlijk miljoenen kunnen verdienen aan Calvin shirts en Hobbes knuffels, maar hij was er van overtuigd dat dit zijn creatie zou veranderen, misschien zelfs stuk maken. Daarbij zou hij zich bezig moeten houden met het hele circus er om heen, aandacht die hij niet in zijn strips had kunnen stoppen, waardoor zijn kunst zich misschien nooit zo had kunnen ontplooien.

“Calvin & Hobbes was designed to be a comic strip and that’s all I want it to be. It’s the one place where everything works the way I intend it to”. Bill Watterson

Vandaag de dag is de markt heel anders. Krantenstrips zijn er nauwelijks, of krijgen bijna geen ruimte meer. Het internet biedt veel meer, met een groter bereik, maar het is veel vluchtiger en heeft minder impact. Het is nog maar de vraag of een strip als Calvin and Hobbes vandaag de dag nog zo’n impact zou hebben gehad.

Het is een verademing te weten dat Watterson zo integer was, niet is gezwicht voor het grote geld en dat de documentairemaker hem in zijn waarde heeft gelaten. Watterson komt nergens in beeld of aan het woord. Het gaat ook niet om de man als wel om zijn werk. En als deze documentaire iets bewerkstelligt is het wel dat je direct zin krijgt om deel 1 van de serie uit je kast te trekken en met een dekentje, een kop warme chocolade en twee koekjes op de bank te kruipen en die betoverende wereld te betreden.


“Let’s go exploring”!


dinsdag 7 oktober 2014

Duck! The Carbine High Massacre


De Columbine High School massacre vond plaats op 20 april 1999. Regisseur/acteur William Hellfire zegt in een interview op de DVD van zijn film Duck! The Carbine High Massacre dat hij de manier waarop de nieuwsmedia op dit voorval sprongen en het uitmolken zo irritant vond, dat hij er een film over maakte om dit aan de kaak te stellen. Hij zegt dat maar weinig critici deze boodschap uit zijn film hebben gehaald. De vraag is echter, was de boodschap wel goed vormgegeven, of zijn de critici zo blind?

De film die slechts enkele maanden na de slachtpartij op Columbine is opgenomen riekt in ieder geval naar exploitatie en begint met een statement van de makers dat veel mensen er aanstoot aan zullen nemen, maar dat er toch wel een (tv)film van gemaakt zal worden, dus dan zijn we in ieder geval de eerste. Het spreekwoord dat de eerste de laatsten zullen zijn kenden ze waarschijnlijk niet en het feit dat de onbedoelde eerste The Basketball Diaries uit 1995 was wordt ook niet vermeld.

De film begint met een korte vooruitblik, de gevolgen van de schietpartij, waarbij meteen duidelijk wordt dat het acteerniveau abominabel is. Net als het beeld, geluid, de dialogen en misplaatste humor. Het verhaal draait om Derwin en Derick, twee vrienden met nazi sympathieën, die in hun lange zwarte jassen als outcasts worden behandeld door de ‘jocks’ op school. Hun ouders noch de leraren bieden veel steun. Hun aandacht gaat van het lezen van Mein Kampf tot het doen van aankopen van raketten (!) via internet, waar alles te zien en te koop is. Als Derwin op een gegeven moment flink in elkaar wordt getrapt door de populaire jongens van school is de maat vol.

Zonder een greintje subtiliteit worden de stereotypes (de jock, de zwarte, de goth, het bijbelmeisje (gespeeld door Misty Mundae, haha, leuk hè, NOT!)) gepresenteerd en de clichés over ons uitgestrooid. De over-gesimplificeerde boodschap van de hele wereld is tegen mij dus neem ik wraak - oorzaak en gevolg - wordt ongeïnspireerd, op banale wijze en bijna verhaal-loos in beeld gebracht. Het zijn meer korte scènes opgedeeld in hoofdstukken met opzichtige titels (flock, herd, atonement, armageddon) die er merendeels om gaan hoe de jongens fysiek en mentaal worden geïntimideerd, waarna ze de wapens grijpen en een bloedbad op school aanrichten. Maar zelfs wie er puur zit te wachten op (amateuristische) uitbuiting van het vreselijke gegeven komt bedrogen uit. Als je überhaupt al niet bent afgehaakt, of misschien snel doorgespoeld hebt om op het 75 minuten punt te belanden, merk je dat de speciale effecten prima bij de rest van het slechte niveau van de film passen. Het komt allemaal mooi samen als iemand in zijn been is geschoten en uitroept: “I can’t run anymore!”

Je zou er haast om lachen als het niet zo treurig was.

Oh ja, het zou dan toch een aanklacht tegen de media moeten zijn. In de laatste vijf minuten komt dat even bespottelijk aan bod als de andere onderdelen in de film. Slechts één fragment heeft enigszins waarde, als er eindeloos een bepaald fragment op tv wordt herhaald. Dat de media het laatste zegje had blijkt uit het feit dat de makers op een dag de politie aan de deur kregen en in de boeien werden afgevoerd voor de camera van een nieuwszender. Hen werd ten laste gelegd dat ze vuurwapens naar een schoolterrein hadden meegenomen…


Underground cult, bad taste, or just plain bad? Wat mij betreft het laatste…

Maps To The Stars


Als je mijn blog een beetje volgt heb je kunnen lezen dat David Cronenberg een belangrijke rol in mijn filmische opvoeding heeft vervuld. Na een lange reeks van indrukwekkende vernieuwende horrorfilms, was Naked Lunch de eerste film van hem die me niet kon boeien. Vanaf toen kende zijn films ups (A History Of Violence, Eastern Promises) en downs (Spider, A Dangerous Method) voor mij, met als dieptepunt een film waar ik echt niet doorheen kwam, Cosmopolis, waarbij ik op de helft gestopt ben, wat ik normaliter nooit doe. Het vuur werd echter weer ongelooflijk aangewakkerd tijdens mijn bezoek aan de mooie tentoonstelling over het werk van Cronenberg in Eye genaamd The Exhibition. Oog in oog staan met de ‘telepod’ uit The Fly, de televisie waaruit een hand met pistool verschijnt uit Videodrome, de ‘Gynecological Tools for Operating on Mutant Women’ uit Dead Ringers, de ‘Gristle gun’ en ‘MetaFlesh Game-Pod’ uit eXistenZ. Ik was dieper onder de indruk dan ik had verwacht en het bracht me terug naar mijn misschien wel favoriete film ontdekkingsperiode in mijn leven. Dus ja, ik heb zelfs een selfie gemaakt met die verdomde Mugwump uit Naked Lunch. Dat ik Cronenberg’s nieuwste film gewoon weer ga zien moge duidelijk zijn…


Maps To The Stars geeft een diabolische blik in ‘the lifestyle of the rich and famous’. Havana Segrand (Julianne Moore), een neurotische filmster op leeftijd met een aantal niet verwerkte trauma’s die in een film over haar (overleden) moeder de rol van haar moeder wil spelen. Benjie Weiss (Evan Bird), een over het paard getild kind-acteur die in het vervolg gaat spelen van de succesfilm waar hij stinkend rijk van is geworden, maar ook een respectloze eikel. Zijn vader Dr. Stafford Weiss (John Cusack), die met teksten als “I’m going to press on a personal history point” en “people don’t enter our lives just randomly, we call them” via zweverige manuele en psychotherapie de stress uit de sterren probeert te halen. Chauffeur Jerome Fontana (Robert Pattinson) die de Hollywoodsterren rond rijdt, maar zelf natuurlijk ook bezig is met acteren en schrijven, hoewel dat nog niet zo wil vlotten. En dan is daar ook de ietwat mysterieuze Agatha (Mia Wasikowska) die de persoonlijke assistent wordt van Havana, maar ook met een geheim rondloopt met alle gevolgen van dien.

Dit is een wereld waarin alles om uiterlijk, seks, geld en macht draait, je gewoon een Vicodin of Zoloft neemt als het even niet gaat, iedereen in therapie is en aan yoga doet, voornamelijk aan zichzelf denkt, bezig is met presteren, de glimlach van plastic is, de wereld je moet zien behalve als het je niet uitkomt en iedereen worstelt met persoonlijke demonen.


Cronenberg gebruikt misschien stereotypen, maar ze zijn wel van vlees en bloed. Hij schetst een wereld vol tragische en verknipte figuren. Iets afstandelijk, best grappig, duister en zeer fascinerend. Kortom, een film die zeker in mijn ‘ups’ lijstje zit.

The Strain


(1e seizoen, 13 afleveringen, 43 min, IMDb 8,0)

Een vliegtuig komt aan vanuit Duitsland in New York. Aan boord zijn op vier mensen na alle inzittenden overleden. De CDC (Centers for Disease Control and Prevention) wordt ingeschakeld omdat men denkt dat er een virus in het spel is. Als er een prachtig bewerkte houten kist uit het vliegtuig wordt gesmokkeld en een immens bloeddrinkend monster zijn intrede doet wordt langzaam duidelijk waar het hier om gaat: Strigoi!


Ontsproten uit het brein van Guillermo del Toro die hiermee voortborduurt op zijn creaturen uit Blade II. De insteek dat het gaat om een virus dat bestreden moet en kan worden is een goede benadering. Er zijn verschillende personen met hun eigen verhalenlijnen. Ephraim Goodweather van de CDC, de vier overlevenden, de geheimzinnige vampierstrijder Abraham Setrakian, ongedierte bestrijder Vasiliy Fet, hacker Dutch Velders, de onheilspellende Thomas Eichorst, de criminele Latino Augustin 'Gus' Elizalde… Een beknopte opsomming van een flink aantal mensen wier paden zullen kruisen, die verbonden zullen sluiten, die voor een doel zullen strijden. Dat dit soms pas laat in de serie gebeurt is er juist interessant aan. De ontwikkeling daarin. Laat ook niet te snel je interesse varen bij deze serie, want het wordt steeds beter. Vanaf aflevering vier gaan er koppen rollen en wordt er niet zuinig gedaan met de af en toe smerige effecten (zoals bij een fijne autopsie).


Del Toro is dus goed bezig met opbouw en legt niet meteen al zijn troefkaarten op tafel. Zo krijgt de serie een interessante impuls door de intrede van een nieuw personage. De ontregeling van New York blijft in eerste instantie achterwege. Door invloedrijke mensen met een eigen agenda wordt de boel zo lang mogelijk in de doofpot gestopt, zodat de vampiers zich kunnen vermenigvuldigen.


Kinderen noch hoofdrolspelers worden gespaard. Alhoewel je het zelf kan gebeuren, wordt er geen verhaallijn vergeten. Het is alleen wel een beetje jammer dat de oppervampier er uit ziet als een mislukte clown…


Al met al een aardige serie die als spin-off van Blade II kan worden gezien.

Masters Of Sex


(2e seizoen, 12 afleveringen, 60 min, IMDb 8,2)

Het hoge woord is er uit. De daad wordt op niet-wetenschappelijke wijze verricht. Is het een affaire? Gaat het alleen om de seks? Gaat het nog om de studie?

“It’s hard to tell where you stop and I begin”.

Zoveel vragen, zoveel antwoorden en ze zijn allemaal goed, want het gaat hier om de complexheid van de mens. Masters en Johnson hebben de resultaten van hun seksstudie gepresenteerd, maar het is een fiasco geworden omdat het als obsceen werd gezien. Masters moet opnieuw aan de bak komen en een plek vinden om de studie verder te zetten. Dit leidt hem door de serie heen naar verschillende locaties en directeuren die allemaal hun eigenaardigheden hebben. Johnson’s hart ligt nog altijd bij de studie, maar het duurt even voordat ze er weer onderdeel van wordt en ze verdient ondertussen bij door afslankpillen te verkopen en te werken voor Dr. Lillian DePaul, die wegens haar eigen toestand een kruistocht voert om het uitstrijkje gemeengoed te maken.

“So sure, follow your dreams, it’s a lovely slogan for a life most people can’t afford to live. But who knows? Maybe you’re special”.

Dit keer staat de serie iets minder stil bij het onderzoek zelf en laat men de verschillende personages nog verder tot hun recht komen door in te zoemen op wat hen beweegt. Van de toch wat ongelukkige huisvrouw Libby Masters die steeds meer aan zichzelf gaat denken, via Frank Masters - de broer van Bill - die wat demonen uit het verleden meebrengt tot bijvoorbeeld die heerlijke Betty DiMello, die rijk getrouwd is maar vanuit een verkeerde basis en nog altijd iedereen op hilarische wijze van repliek dient.

“The way you screamed, people in space know about Rose”.

Het is heel knap hoe men zo veel verschillende karakters zo tot hun recht kunnen laten komen, waarbij Lillian’s verhaal bijvoorbeeld steeds aangrijpender wordt en de zijlijn met Bill’s broer Frank niet mijn favoriete is. Masters route naar succes met de studie gaat ondertussen niet over rozen en zorgt voor een mooie verrassing die de zaken op scherp stelt. Ook het tijdsbeeld wordt letterlijk en figuurlijk goed geïntegreerd. Zo lijkt de perfect uitziende Libby zo weg te zijn gelopen uit zo’n stofzuiger reclame van vroeger en begint racisme een rol te spelen.

“Oh, uh, am I interrupting?”
“What you are is a half hour late. Hardly an auspicious beginning”!
“Does auspicious mean hello to you too?”

Geheimen, leugens, risico’s, gevaar, tragedie, overwinning, hoop, wanhoop, pijn, lijden, lust, liefde, jaloezie… Het leven zit er vol mee en zo ook deze serie. Toch blijven Bill en Virginia de spil waar alles om draait. Hun onderzoek gaat door, begeeft zich op nieuw terrein (seksueel disfunctioneren) en zorgt voor een hoop hobbels, die de weg zo interessant maken.

                “Mmmm, you smell good. Is that L’Air du Temps?”
                “It’s Tommy the turtle bubble bath…”.


Een fantastische serie!

Extant


(1e seizoen, 13 afleveringen, 42 min, IMDb 6,9)

In de (misschien niet zo heel verre) toekomst komt astronaute Molly Woods na een jaar terug van een solo missie in de ruimte. Het vreemde is echter dat ze zwanger is geworden tijdens die periode, terwijl er niemand bij was. Dit is het op zich interessante uitgangspunt van een serie geproduceerd door Steven Spielberg. Het verhaal kent nog een ander been waar het op leunt, namelijk die van het feit dat Molly en haar man John geen kinderen konden krijgen, maar John heeft een robotkind (‘humanich’) ontworpen, een prototype dat ze als hun eigen kind opvoeden om het zo menselijk mogelijk te laten ontwikkelen.

De twee ideeën doen denken aan Stanley Kubrick’s 2001 A Space Odyssey, Rosemary’s Baby van Roman Polanski en Spielberg’s A.I. (Artificial Intelligence) waar ook weer Kubrick het grote voorwerk voor had gedaan. Op zich niet zo’n probleem, want de combi kan voor leuke uitkomsten zorgen. De grote vraag is natuurlijk wat er nu precies tijdens de ruimtemissie is gebeurd.  
De serie heeft voldoende in zich om goed te zijn, maar op de een of ander manier komt het er niet helemaal uit.  


Met de vormgeving is weinig mis. Het toekomstbeeld laat een mensheid zien die weer wat stapjes verder is in haar technologische ontwikkeling. Dit is veelal in mooie details gevat die het alledaagse leven aan gaan, zoals bijvoorbeeld het spelen van 3D games, eieren die rechtop staan, een afvalzuiger, futuristische mobieltjes en het feit dat alle auto’s elektrisch rijden. Maar ook op grotere, medische schaal, van een tether in je mond die je gezondheid peilt tot protheses die niet van echte ledematen zijn te onderscheiden. Maar rond de tijd dat er opeens dubbele afleveringen uit worden gezonden heb ik het wel een beetje gehad met de serie. Dat komt voornamelijk doordat de karakters me niet genoeg aanspreken, de emoties niet overkomen, er te weinig spanning in zit en het geheel toch wat klinisch over komt. Het begint me op te vallen dat er nauwelijks ‘extra’s’ in mee doen. Gewoon mensen die toevallig langslopen op de achtergrond. Het krijgt daardoor een geïsoleerd karakter, los van de wereld, terwijl het voortbestaan van de mensheid uiteindelijk juist een issue is. Als ik me toch nog door de laatste afleveringen heen worstel wordt mijn volharding niet meer beloond en zet ik een punt achter deze serie.