Tweede film van vandaag. Achter mij zitten twee oude
dametjes heerlijk te beppen. Het verschil in manieren van twee generaties
voltrekt zich buiten mijn zicht, maar in mijn gehoor. Twee oudere mensen moeten
langs de dametjes. “Goedemiddag dames”, zegt de voorste, “excuseer mij, maar we
zitten op stoel acht en negen, maar we gaan er wel eentje verder zitten”. Eén
van de dametjes vraagt of ze wel op rij drie thuis horen en het blijkt
inderdaad rij één te moeten zijn. “Neem me niet kwalijk” is het antwoord,
waarop het dametje daar grappenderwijze nog even op in gaat. Hoe anders dan bij
deze vriendelijke ontmoeting gaat het als wat jonge kinderen langs diezelfde
dametjes moeten. “Meid, je staat op mijn teen”! hoor ik het dametje zeggen. “Als
je even wacht dan sta ik wel op”, voegt ze er aan toe. De jeugd baande zich
zonder wat te zeggen en vrij onverlaat een weg naar hun plek.
Reclame, trailers volgen. De dames beppen verder. Een
discussie over Micropia, wat
dat dan is en als het op jezelf zit hoe kan je er dan naar toe en een mooie
opmerking na de trailer van Taken 3: “Nou, dat
is niets voor ons”.
Hoe sterk kun je een film in de markt zetten. Nou, met één
van de beste (voor zichzelf sprekende) titels voor een Nederlandse film ooit en
een trailer met maar
één beeld (dat niet eens in de film voorkomt) die geen woorden nodig heeft om
je interesse te wekken. De aanmodderfakker in kwestie is Thijs, 32 jaar,
eeuwige student die een rommelig huis deelt met een veel jongere baardmans, zijn
was nog naar zijn moeder of zus brengt en wat bijverdient bij de M*(edia)Markt
waar hij ook geen flikker uitvoert. Iedereen
om hem heen lijkt succesvoller dan hij, of is in ieder geval bezig iets van het
leven te maken. Als hij in contact komt met de zestienjarige zus van zijn zwager
treedt er een verandering op, die voor Thijs wat duidelijker maakt wat we als
toeschouwer allang door hebben.
De idealen van jonge mensen, de fuik van het huwelijk, de
inhaalslag van de oudere. Onderdelen die op mooie wijze verwerkt zitten in het
met een Gouden Kalf bekroonde scenario van Anne Barnhoorn (dat onzekere, depressieve
meisje uit Connected dat haar
bescheiden droom uit zag komen), dat op een soepele manier het probleem van
zo veel keuzes en te weinig urgentie om er eentje te maken laat zien en de
angst voor alles wat naar verantwoordelijkheid ruikt op grappige wijze in beeld
brengt. Situationele, relationele en ook ‘rennende’ grappen, zoals met het
omvallen van drinken, de fietsketting die er af loopt en het lenen van een
tientje. Minder absurdistisch dan de films van Alex van Warmerdam en minder
hilarisch dan Bro’s Before Ho’s
(hoewel zwager Tim “Wassup G!?” wel wat weg heeft van René “Wassup Niggaaa!?),
maar subtiel en realistisch. Zelfbewust ook, als aan het einde van de film
Thijs zegt “Jezus wat een cliché”, we dit cliché vervolgens gaan zien en dat
het dan net even anders, veel echter en leuker wordt ingevuld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten