Als moeders haar zoontje betrapt op het leggen van een puzzel
met afbeelding van een blote vrouw geeft ze hem een klap en maakt ze hem uit
voor alles wat slecht is. Kennelijk knapt er iets in zijn hoofd want hij pakt
een bijl en klieft haar hoofd om vervolgens een zaag te pakken en haar aan
stukken te zagen. Veertig jaar later is er een kettingmoordenaar actief op de
campus van een universiteit. Het moedercomplex zorgt er voor dat de moordenaar
zijn moeder bij elkaar probeert te verzamelen uit vrouwelijke onderdelen. De
zwaar ademende killer zaagt een hoofdje hier en een armpje daar. Het is dus
niet zo zeer een ‘who dunnit’ maar een ‘who issit’.
Ik had deze film al zijdelings
genoemd, maar bij herzien vond ik het toch de moeite waard om er een stukje aan
te wijden. Het is namelijk een vreemde eend in de bijt van de horror film,
simpelweg omdat als je de film gaat ontleden (pun intended) er dingen niet
kloppen of helemaal nergens op slaan. Zo begint de film in de jaren ’40 met een
druktoetstelefoon (die toen nog niet bestond), zit er een scène in met een
rollerskatende vrouw die door een spiegel gaat (wat nergens op slaat) of komt
er opeens vanuit het niets een Bruce Lee-achtige figuur die zijn ‘moves’
botviert op een dame. Of let op de twee politiemannen in het zwart, die als een
soort Jansen en Jansen door het beeld schuiven en waarvan er eentje uitziet als
Mario van Mario Bros en ook op het feit dat de moordenaar in zwart ornaat met
gele kettingzaag (ook al is deze op de poster rood) achter zijn rug (!) bij een
meisje de lift in stapt zonder dat ze iets door heeft. Of wat dacht je van het
feit dat de politie het onderzoek op de campus uitbesteed aan een jonge verdachte
en een blonde tennis pro, waardoor we via die laatste ook nog een zeer slechte tennis
wedstrijd mogen beleven. En dan heb ik het nog niet eens over de schrikmomenten
aan het einde, waarvan de eerste heel goed is, maar de tweede volkomen idioot. Kortom,
genoeg om als cultfilm een ietwat hilarische status te krijgen. Maar dan zijn
er ook nog de (zeker voor die tijd) grafische moorden. Zo is er een visueel
prachtige scène waarin de moordenaar een meisje op een waterbed neersteekt
(vraag niet waarom er een waterbed in de universiteit staat), zijn er gory details als er een zaag door een
middel gaat, laat de moordenaar een ravage aan menselijke onderdelen achter, is
er een redelijke bodycount en vooral heel veel bloed. Voeg daar nog wat genre
eigenschappen aan toe, zoals veel vrouwelijk naakt en een killer die nooit rent
maar je altijd inhaalt en je kunt een hoop plezier beleven aan Pieces (Mil Gritos Tiene La Noche).
De film is uitgegeven op het label van het Britse Arrow Films, dat lekker bezig is met
gerestaureerde en ongecensureerde uitgaves van (cult)films
en die op verzorgde manier met leuke extra’s uitbrengen. Versies met omkeerbare
hoezen met mooi nieuw artwork, speciale boekjes met achtergrondverhalen over de
film in kwestie of collector cards en special features in de vorm van nieuwe,
interessante interviews met mensen die mee hebben gewerkt aan de film, of
kenners zijn op het gebied er van. Wat me wel opviel bij de uitgave van Pieces is dat ze enorm hebben zitten
rommelen met de (Engelse) ondertiteling. Of misschien was het wel opzet, in de
lijn van een film waar op grappige wijze zoveel mis mee is. Een voorbeeld om
dit verhaal mee te beëindigen. De gesproken tekst gaat als volgt. The Dean zegt
tegen Mary Riggs als hij terug komt uit de keuken en een tweede kopje koffie heeft
gemaakt: “Now then, what were you asking me about. Ah yes, professor Brown.
Your coffee.” Nu dan de bijbehorende ondertiteling, die dus niet weergeeft wat
er wordt gezegd, maar in de film op zich wel hout snijdt. (The Dean) ‘Sorry, I had to reheat the water’.
(Mary Riggs) ‘Thank you’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten