maandag 30 september 2013

The Butler


1929. Het leven op een katoenplantage. Moeder wordt verkracht en pa vermoord. Zoon Cecil Gaines (Forest Whitaker) krijgt het voorrecht om binnen te werken en wordt opgeleid tot ‘housenigger’. Zodra hij kan verlaat hij de plantage en komt toevallig goed terecht bij een hotel, waar zijn gedienstige instelling hem geen windeieren legt en hij het met adviezen als “see what it is they need, anticipate” en “the room should feel empty with me in it” via een luxe hotel tot in het Witte Huis schopt en daar presidenten tot dienst is als butler.

Hij voelt zich een bevoorrecht man.

Zo anders ziet zijn zoon het jaren later. Het zijn de begin jaren zestig ondertussen en zoonlief sluit zich aan bij een groep actievoerders die naar het voorbeeld van Gandhi geweldloze protesten houden voor de rechten van kleurlingen.  

The Butler volgt deze twee conflicterende sporen van vader en zoon, door vele jaren vol historische gebeurtenissen en sociale en politieke ontwikkeling. Is de butler subversief zonder het zelf te weten, door zijn arbeidsethos en betrouwbaarheid? Is het pad van de zoon de enige manier om de tijdgeest om te buigen en basale rechten van gelijkheid af te dwingen?

Het sterke uitgangspunt van de film is meteen zijn valkuil: de tijdspanne. Want ja, het is me wat om te bedenken dat er mensen zijn geweest die hebben meegemaakt dat ze als vuil werden behandeld in die katoenvelden en dat diezelfde mensen Obama tot president verkozen hebben zien worden. Het nadeel voor de film is dat, ook al duurt deze dik twee uur, er met zevenmijlslaarzen door de geschiedenis wordt gestapt, waarbij het soms belangrijker lijkt om alle historische hoogtepunten aan te stippen, dan om dieper in te gaan op het feit waarom er binnen de familie Gaines bepaalde keuzes worden gemaakt. Want wat is het dat iemand kiest voor het belang van zijn gezin, of juist voor het belang van alle gezinnen?

De impact van deze geschiedenisles blijft daardoor beperkt. Daarnaast verlies je je al gauw in het herkennen en genieten van bepaald niet de minste acteurs die gestalte geven aan de verschillende presidenten die in bijrollen voorbij komen. Alweer een afleiding die de boodschap van deze film geen goed doet.



Als de film is afgelopen is er een lange pauze tijdens dit PAC festival, waarin ik wat ga eten en ook iets koop bij de Albert Heijn op de Nieuwmarkt, waar ik een (toevallig?) voorbeeld van (onopzettelijke?) segregatie tegen kom. Als je de winkel binnen stapt is deze in tweeën verdeeld. Je hebt eerst de infobalie en alle kassa’s, dan een toegangspoortje en daarachter de winkel met producten. In het voorste gedeelte zijn alleen maar donker getinte medewerkers te vinden, van alle kassameisjes tot de bewaker aan toe. Achter het toegangspoortje wordt het opeens een heel blank verhaal, met alle vakkenvullers e.d.. Was dit me normaliter ook opgevallen?  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten