dinsdag 16 april 2013

The Battery



“Don’t believe the hype”, zegt regisseur, producent, schrijver en hoofdrolspeler Jeremy Gardner, nadat Chris Oosterom zijn film de hemel in heeft geprezen aan de hand van een quote van de website Bloody Disgusting: “this movie is ourtageously, insanely good”. Jeremy en tegenspeler/producent Adam Cronheim zijn aanwezig en vragen ons de film onbevooroordeeld te gaan kijken.

Twee verveelde mannen trekken door Amerika met een honkbalknuppel en een pistool. De twee waren ooit spelers voor een honkbalteam. Ben (Jeremy Gardner) de catcher en Mickey (Adam Cronheim) de pitcher. Samen vormden zij ‘the battery’. Nu dient de honkbalknuppel niet alleen meer om de tijd te doden met een spelletje honkbal, de knuppel is ook handig om de hoofden van zombies mee in te slaan, die ze onderweg hier en daar tegenkomen, met het pistool achter de hand voor urgente zaken. De mannen gebruiken de tijd eigenlijk alleen om deze door te komen, te overleven. Ze vinden een auto, rijden verder, vissen wat, of nee, er was nog genoeg vis in blik, slaan weer een balletje, slaan wat voorraden in en bestoken elkaar met poepflauwe grappen. Als er na maanden via gevonden walkie talkies opeens andere stemmen uit de ether opduiken, wil Mickey ze opzoeken, ook al laten de mensen weten dat ze niet welkom zijn. Het zet dingen in beweging die hun vriendschap onder druk zet.

Als je het verhaal zo leest vraag je je misschien af waar al die lovende woorden voor kunnen zijn. Het klinkt vrij saai allemaal. Dat is juist één van de sterke punten van deze film, dat het leven met zombies nog steeds heel saai kan zijn. Dit is misschien wel de meest realistische zombiefilm ooit, omdat het verhaal zich concentreert op doodgewone jongens met het hart op de juiste plek die verder geen grote idealen nastreven. De dynamiek tussen de twee is uiterst gebalanceerd. Het zijn vrienden geworden hoewel ze zich voorheen nooit in dezelfde kringen bewogen. Daarbij is Ben de realist, een praktische aanpakker die ook al het ombrengen van zombies voor zijn rekening neemt en Mickey de romanticus, een gevoelig type dat meer dan genoeg heeft van dit bestaan en hunkert naar een groep mensen waar hij zich bij aan kan sluiten, kan settelen. Het zorgt voor wrijvingen, omdat Mickey zich afsluit van de wereld door vaak zijn koptelefoon met muziek op te zetten. Maar in deze wereld heb je 24 uur per dag je oren nodig voor het gevaar dat om elke hoek kan loeren. Ben voelt dat hij daardoor het vuile werk moet doen. Toch weten de mannen ook dat ze niet zonder elkaar kunnen.

Met een groot gevoel voor humor, prachtig camerawerk, sterke dialogen, enkele briljante scènes, een flinke dosis lef en oog voor realisme weten Jeremy en Adam een verdomd mooie film af te leveren, die een dramatisch verhaal vertelt vol morele dilemma’s tegen de achtergrond van een zombieplaag. Als de mannen door misplaatste gevoelens van hoop in een uitzichtloze situatie terecht komen en de humor wegvalt, wordt het ook nog eens verdomd deprimerend.

“Do believe the hype”!!

Stemoordeel: zeer goed

Na de film vindt nog een Q&A plaats. Jeremy vertelt enthousiast dat de film is ontstaan toen hij een auditievideo maakte voor een andere horrorfilm, met dit gegeven als basis. Het idee is in zijn hoofd blijven steken en met behulp van een minimaal budget ($ 6.000) en een kleine groep vrienden is hij de film gaan maken. Adam kwam er bij toen de persoon die Mickey zou spelen weg viel vlak voor  aanvang van filmen. Hij was een vriend van een vriend, een ex honkballer die geblesseerd is en  acteur is geworden. De cameraman is een voedselfotograaf, die net een nieuwe camera had en zei dat hij die net zo goed kon gebruiken om een zombiefilm te schieten. Via Craigslist zette Jeremy een advertentie voor een geluidsman die onder barre omstandigheden twee weken lang een film wilde maken en uiteindelijk met een crew van vijf man zijn ze het gaan doen. Veertien dagen filmen, twee dagen van ‘reshoots’. Opgenomen in Kent, Connecticut mochten ze gebruik maken van een voormalig Girl Scout Camp dat al 20 jaar leeg stond. Af en toe moet je slim zijn met de beperkingen die je hebt, zoals het afplakken van de autoramen omdat Mickey niet langer de zombies om de auto heen wil zien ontstond uit het feit dat de extra’s niet drie dagen aan de slag konden. Een ander mooi voorbeeld is dat de vrouw van de Director of Photography niet alleen de Production Manager was, maar ook de juiste fysiek had om de zogenaamde ‘fresh slut zombie’ te spelen, wat resulteerde in een onvergetelijke scène. De muziek die bij de film is te horen is bijna allemaal gratis aangeleverd door de muzikanten. Een soundtrack zit er helaas niet zo snel in, want er is geen geld om met alle maatschappijen alles te clearen, maar via de website zal er een ‘purchasable playlist’ verschijnen.

Als ik later die middag de trap op loop richting zaal 1, zie ik Jeremy en Adam aan een tafeltje zitten, met een biertje. Ik kan het niet nalaten om ze even te feliciteren met hun geweldige film. Ik zeg hen dat ik al heel wat heb gezien dit festival, maar dat dit de eerste film is waarbij ik ‘zeer goed’ heb gestemd. We praten kort verder over wat films en na een ‘nice to meet you’ duwt Jeremy me nog zijn visitekaartje in handen.

Ik zal hem een link van mijn blog sturen…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten