“The games
are always being played, but no one plays the games like me. Detective Sergeant
Bruce Robertson soon to be Detective Inspector Bruce Robertson. You just have
to be the best and I usually am. Same rules apply”. In een voice-over met
vet Schots accent gaat Robertson vervolgens één voor één zijn collega’s af die
hij op komische wijze degradeert tot de karikaturen die ze (in zijn ogen) zijn,
hun kansen op ‘zijn’ promotie inschattend alsof het om renpaarden gaat.
Hier spreekt een ‘bad lieutenant’ die alles neukt en iedereen
verneukt. De zaak van een vermoorde Japanse student is bijzaak en slechts een
opstapje naar de worst van promotie die voor de neus hangt. Het gaat hier om zijn
verdorven leefwereld van totale bandeloosheid vol seks, geweld, drugs en
schuttingtaal. Robertson heeft er grip op, zet iedereen en alles naar zijn hand
op de meest smerige wijze en kan door middel van een verdeel en heers techniek
onder collega’s zijn promotie bijna aanraken. De sukkels. Met een zelfingenomen
of afkeurende blik kijkt hij even recht in de camera met zijn staalblauwe ogen,
als hij ze weer iets heeft geflikt en dit met ons wil delen.
Toch knaagt er iets, iets uit het verleden, dat dan weer
makkelijker is weg te poetsen met een snuif cocaïne, dan met de voorgeschreven
pillen van Dr. Rossi (terwijl er geen Gooische vrouw in de buurt is!).
Natuurlijk komt er een omslagpunt, waarbij Robertson niet langer de troeven in
handen heeft, het leven zijn tol gaat eisen en de tragiek zich gaat openbaren.
De hilarische toon verandert, de grip is zoek, het leven bijt hem in zijn kont.
Gebaseerd op het boek van Irvine Welsh. De link met Trainspotting is dan ook snel gemaakt. De
explosieve en niets ontziende aanpak is in beide films aanwezig en inherent aan
de stijl van Welsh. Net als de humor en het grove taalgebruik. “Did you do it up
the arse?’, vraagt een man aan zijn vriend al ze net een hoerenhuis verlaten. “What else is there”, antwoordt hij,
“Pussy is for faggots”. Waar Trainspotting
zich echter verdiept in meerdere personages, is het in Filth de onemanshow van Robertson, fenomenaal vertolkt door James
McAvoy. Het lijkt alsof een we inzoemen op een verborgen karakter uit het
meesterwerk van Danny Boyle, die ons alle hoeken en gaten van ontaarding en
perversiteit laat zien. Daar zit hem dan ook meteen de beperking in. Maar ach
wat zeur ik eigenlijk, elk bezwaar wordt door de opwindende en overrompelende aanpak
eigenlijk te niet gedaan. Daarbij zorgt het omslagpunt voor nieuwe inzichten en
wat diepte en is het knap dat je ondanks alles toch sympathie krijgt voor de ontaarde
antiheld. Kortom: its a helluva ride!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten