Een voorpremière in Eye in de aanwezigheid van regisseur
Lukas Moodysson. De directrice van Eye neemt het woord ter introductie. Mooie
aanleiding voor de Zweedse film die hier gedraaid gaat worden is het feit dat
dit jaar ‘400 years of friendship’ wordt
gevierd tussen Zweden en Nederland (waarbij die ‘friendship’ officieel ‘diplomatic
relations’ heet kwam ik achter). Moodysson krijgt na een applaus het woord en
vraagt het publiek om geen hoge verwachtingen te hebben zodat we na afloop
positief zullen zijn over zijn film. Dat maakt de Q&A na afloop voor hem
wat gemakkelijker.
Stockholm 1982. Bobo en Klara zijn rond de dertien jaar en
ergeren zich mateloos aan hun ouders, klasgenootjes, leraren, discomuziek en
wat al niet meer. Ze zijn buitenbeentjes, recalcitrant, sociaal bewogen,
serieus, speels… PUNK! Ze zien er anders uit dan hun leeftijdsgenoten en
trekken zich niets aan van al het commentaar dat ze krijgen. Als ze een keer in
het plaatselijke buurthuis de kans nemen om in de oefenruimte muziek te maken,
hebben ze al snel de smaak te pakken. De frustraties in de gymzaal (op school)
en thuis verwoorden ze al gauw in de tekst van een song als ze “ik haat sport”
en “aborteer alle ouders” schreeuwen terwijl ze lukraak de bas en drums onder
handen nemen. Al gauw voegen ze een outcast van de andere kant van het schoolspectrum
toe genaamd Hedvig, een Christen die zeer goed klassiek gitaar kan spelen en zich
door haar positie en het overdonderende enthousiasme van vooral Klara al gauw
gewonnen geeft en de andere meiden de basisprincipes van instrumentbeheersing
bijbrengt. Het vriendentrio maakt zich op voor een optreden, ondanks de hobbels
die ze op hun pad tegen zullen komen.
Dat Moodysson fantastische resultaten krijgt van kinderen in
zijn films moge duidelijk zijn als je naar Fucking
Åmål en het magistrale Lilja 4-ever kijkt.
In het op de graphic novel van zijn vrouw gebaseerde We Are The Best! is dat niet anders. Klara is de vondst van deze film.
Explosief, overrompelend en uitermate energiek. Bobo is wat gematigder, serieus
en heeft wat moeite met haar eigenwaarde. Hedvig is ingetogen, in zichzelf
gekeerd en vermijd conflicten. Alles draait om het trio. We zien wel korte
impressies van school, vriendjes en ouders, maar het gaat om hoe de meiden
zichzelf staande houden, ondanks de omstandigheden. En dat doen ze fantastisch.
Innemend, speels, jeugdig, onbevangen, puur en heerlijk enthousiast. Het trio is
soms een kakofonie van ideeën en emoties, die alle kanten op gaan, maar vooral
heel erg in het moment zijn, waardoor de dagopbrengst voor de zo gewilde elektrische
gitaar direct op gaat aan grote hoeveelheden snoep.
Persoonlijk spreekt de jeugdige eigenzinnigheid van de jonge
meiden me enorm aan. Je niet conformeren naar wat de algemene norm is, wat
hoort, maar je eigen gevoel volgen, jezelf niet verloochenen ondanks de druk
van buitenaf. Herkenbaar. Eigenzinnigheid die overigens niemand kwaad doet.
Moodysson maakt je er met deze film op heerlijke en positieve wijze (weer) deel
van.
Na afloop begint Ronald
Ockhuysen met het stellen van wat vragen aan de regisseur. Moodysson
vertelt dat het belangrijkste dat hij op de set kan doen is een goed gevoel creëren
door de acteurs in ieder geval goed te verzorgen qua eten en drinken. Het snoep
op vrijdag was iets waar de meisjes altijd naar uit keken. Voor wat betreft hun
uiterlijk hadden ze weinig problemen met het afknippen van hun haar. Na afloop
was het wat moelijker, omdat ze niet langer dat karakter waren, maar nog wel
dat kapsel hadden. Het was sowieso na afloop moeilijk voor de meisjes om hun
gewone leven weer op te pakken. De regisseur vertelt verder dat hij na een wat
depressieve periode waarin hij enkele neerslachtige boeken schreef nu eens iets
positiefs, blij en energieks wilde maken.
Er volgen vragen uit het publiek. Hoe punk was hij in 1982?
In die tijd was hij van dezelfde leeftijd als de meisjes in de film. Van alle
drie de meiden zit er ook iets in hem, maar het grote verschil is geografisch.
Hij is opgegroeid op het platteland en de meiden (net als zijn vrouw die dus de
basis legde in haar grafische roman) komen uit de stad. Hij is een stuk minder
stoer dan zijn vrouw en de meisjes! Er volgt een vraag over hoe het was om met
de kinderen te werken. Van al zijn films was dit de leukste om te maken. Op de
set probeerde hij een zo veilig mogelijke omgeving te scheppen, waardoor er
vrijheid ontstond om te experimenteren en waarbij het geen probleem was om te
falen. Een speelse sfeer van waaruit mooie dingen ontstonden. Heel belangrijk
voor de identiteit van de meisjes was het uitzoeken van hun kleding, die er
niet voor diende om jongens te behagen, maar om stoer te zijn.
Ockhuysen neemt het even over met de vraag hoe hij zichzelf
ziet. Schrijver, poëet, regisseur, kunstenaar… Moodysson legt uit dat hij
zichzelf het liefste als schrijver ziet, maar daar minder talent voor heeft dan
regisseren. Er volgen nog wat laatste vragen uit het publiek en de eerste
kleine kritische noten volgen. Waarom hij het onderwerp in de film zo heeft
geromantiseerd. Hij schiet in beleefde verdediging, ziet dit zelf niet zo, maar
ieder mag zijn eigen mening hebben. Iemand anders (die lange tijd in Zweden
heeft gewoond) valt hem in dezelfde lijn aan op de wijze waarop de punk wordt verbeeld
en dat er geen plek is voor hoe het er in de underground scene in de buitenwijk
aan toe ging. Moodysson repliceert met een quote van een Poolse medewerker aan
zijn film, dat iedereen zijn eigen film wil maken. Het zijn keuzes en hij
maakte het hoe hij het voelde. Een dame op de voorste rij van de zaal duwt de
regisseur nog even een hart onder de riem als ze hem vertelt dat ze uit Zweden
komt, toevallig uit die buitenwijk waar de meisjes hun optreden doen en ze
vindt het geweldig gedaan.
Ik sluit me daar geheel bij aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten