donderdag 12 april 2012

Bellflower



“The most evil looking, rumbling, bad ass, flame throwing muscle car”. Dat is het ideaal van de twee vrienden Aiden en Woodrow. Helemaal volgens hun jongensdromen, volgens Mad Max traditie. En dan noemen ze die ‘infernal machine’ Medusa. Ondertussen houden ze zich totaal onverantwoord bezig met stoere zaken, zoals het opblazen van een propaanfles, of het maken van een heuse vlammenwerper. “What if it blows up”, vraagt Woodrow zich hardop af. “Then we’re on fire”, is het praktische antwoord van zijn beste vriend. “Do we have safety stuff?” Bijna vergeten, waarop ze zonnebrillen opzetten. “I feel much better now”. Puberaal gedrag van mannen die geen pubers meer zijn. Maar wat een lol hebben ze en wat een vriendschap.

Op een dag leren ze Milly en haar vriendin Courtney kennen. In een bar natuurlijk. Veel drank, stupide weddenschappen en lol. Maar ook een vonk die over slaat tussen Woodrow en Milly. Voorzichtig leren ze elkaar kennen. Aiden heeft ook wel een oogje op Courtney. De onderlinge relaties ontwikkelen zich en na verloop van tijd worden een aantal zaken op scherp gezet, met alle nare gevolgen van dien.

De film leunt op de sprankelende, innemende en gevaarlijke interactie tussen de hoofdpersonen (die volkomen naturel spelen) in het zonnige Californië, doordrongen van warme en kleurrijke beelden ondersteund door fijne soundtrack. Een tijdloos verhaal over vriendschap, liefde, jaloezie, vertrouwen en een droom die op zich haalbaar is, als er maar geen zijwegen worden ingeslagen. En zijn niet die zijwegen af en toe zo interessant?

Hoewel Bellflower een (wat flauw) trucje toepast tegen het eind, kan ik het de makers  al niet meer kwalijk  nemen, want de film voelt ondertussen als een goede vriend, die je zo’n kleine misstap graag vergeeft.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten