Stress en een mes zijn geen goede combinatie. Een paar weken
geleden ben ik te gehaast als ik een kipfilet ontleedt. Ik snijd een flink stuk
van de top van mijn vinger er helemaal af. Au. Het bloedt flink, onder de kraan
er mee, wondpoeder en pleister er op. Au. Maar de gedachte is eigenlijk erger
dan de werkelijke pijn, op dat moment althans, want als ik die avond de
pleister los moet weken omdat hij toch een beetje vast zit aan de open wond gaat
dat door merg en been.
George let ook even niet op, en voordat hij er erg in heeft
zit het rundvlees onder het bloed en volgt hij mijn voorbeeld met de vinger
onder de kraan. Het vlees is bedoeld voor de bewoners van de psychiatrische
gevangenis waar hij voor werkt. Samen met drie vrienden bereidt hij dagelijks
hun eten om het vanachter beveiligd glas uit te delen aan de gekken. Een slimme
zet om ze één voor één langs het raam te laten komen, zodat we meteen zien wat
voor – uhm – vlees er in de kuip zit. Dat gaat van vreemd via kinds naar zeer
agressief.
George heeft na een laat concert weer een vroege dienst. Het
leven zit niet mee, maar het kan alleen maar erger worden natuurlijk. Door een
storm valt alle elektriciteit uit. Het is het moment waarop de gevangenen hebben
gewacht. Het duurt dan ook niet lang voordat ‘the lunatics have
taken over the asylum’.
De film kent een goede opbouw. Suggestie en loze alarmen in
het begin doen je hunkeren naar meer. En meer komt er, in toenemende dosis die
ook steeds akeliger worden. De vijf vóór de film nog vrolijk kakelende jonge
meiden (studenten?) twee rijen voor me, zitten nu helemaal weggedoken in hun
stoel.
“Putain, quelle merde” staat er te lezen in de Franse
ondertitels die af en toe nog afleiden. Maar een ouderwets lekkere
horror/thriller is het, hoewel dat einde niet zo had gehoeven.
Stemoordeel: Goed
Geen opmerkingen:
Een reactie posten