Jodorowsky spreekt ons op poëtische wijze toe vanachter
zichzelf, als kleine jongen die zijn jeugdige ik verbeeldt in de film. Een
aparte vorm van voice & visual-over zou je kunnen zeggen. We zien het
subjectieve verhaal van Jodorowsky’s jeugd, zijn interpretatie er van. Zijn
overheersende communistische vader die een man van hem wil maken via enkele
harde lessen, zijn moeder met immense borsten, die al opera-zingend al haar
teksten voordraagt en wél in God gelooft in tegenstelling tot haar man. Samen
bestieren ze een kledingwinkel in Tocopilla, Chili. Het is Jodorowsky’s ontdekking
van het leven en dat leven is enorm kleurrijk, zowel visueel, als door de
bizarre figuren die zijn pad kruisen. Maar het gevoel van een outcast zijn
omdat hij Jood is komt erg naar voren.
Films van Jodorowsky zitten vol met symboliek, spirituele
lessen, humor en aparte figuren. Homo’s, hoeren, een guru, een stel
geamputeerde oorlog slachtoffers en een dwerg, waarbij die laatste als rode
draad op ludieke wijze reclame maakt voor de kledingzaak. Maar het zit ook vol
met unieke beelden, zoals de moeder die haar echtgenoot als plassend heelt, alsof
haar vloeibare goud het heilig oliesel betreft; of de stoelendans in de kerk om
maar iets te noemen. Het is een heksenketel van indrukken, een
rariteitenkabinet vol levenslessen, wijsheden en symboliek. Het kan alle kanten
opgaan en dat gaat het dan ook. Zowel inhoudelijk als visueel. Het gaat van
zeer filmisch tot amateurtoneelmatig. Het verveelt geen moment, al duurt het
dik twee uur!
Toch mis ik iets dat me dieper raakt, dan wat deze
circusattractie me geeft. De melodramatiek en de toch wel belerende
bombastische toon van Jodorowsky zelf, die de kijker adresseert, staan me een beetje tegen. Dat zat een stuk
minder in zijn vroegere films, als ik het mij goed herinner. Ook daarin werd je
overdondert met zijn beeldtaal, maar daarin wist hij me op meer vlakken te
emotioneren. Het neemt niet weg dat dit een volstrekt unieke wereld is van een
buitengewone filmmaker, die ons 23 jaar na zijn laatste film nog één keer wil
laten genieten van zijn kunst, zijn leven, waarvan hij op therapeutische wijze
afscheid lijkt te nemen.
Hij zou eregast zijn op dit festival maar moest wegens gezondheidsproblemen
helaas afzeggen. Wie weet hoe lang hij nog heeft. Het maakt het laatste beeld
van de film des te indrukwekkender, als hij weg vaart met de dood aan het roer.
Hoe moet je zo’n film beoordelen? Ik zou het stembriefje bij
zozo inscheuren vermoed ik, hoewel dit verre van een middelmatige film is.
Aangezien ik te laat binnen kwam heb ik geen stembriefje en de man bij de
uitgang die ze verzamelt heeft ook geen ongebruikte voor me. Zo ontkom ik aan dit
waardeoordeel en dat is maar goed ook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten