Er is iemand aanwezig van het Rathenau Instituut, alwaar men zich bezig
houdt met onderzoek en debat over wetenschap en technologie. Hij doet een
inleidend praatje over de film. War Games
was een van de eerste films die een serieuze discussie in Amerika op topniveau
tot stand bracht over hacking, waarna maatregelen werden getroffen. Met de
opkomst van kunstmatige intelligentie staat men ook stil bij wat intelligentie
nu eigenlijk is. Er bestaat een zogenaamde Turingtest (lees ook zeker
even het stuk over de tegenhanger de Chinese Kamer) die aan de
hand van de antwoorden op vragen die gesteld worden aan zowel een computer als
een mens moet bepalen wie de computer en wie de mens is. Deze test zit trouwens
letterlijk in de film. Je bent op internet ook vast wel eens de zogenaamde ‘captcha’ (completely automated
public Turingtest to tell computers and humans apart) tegen gekomen, waarbij je
een code in moet vullen die alleen door mensen te lezen is om verder te komen.
Dit om te voorkomen dat een computer toegang krijgt. De mens kan dom zijn,
fouten maken, irrationeel reageren, of op gevoel. Het zijn de emoties die de
mens menselijk maken. Er bestaat nu zoiets als ‘affective computing’,
waarbij computers menselijke emoties kunnen herkennen, interpreteren, verwerken
en nabootsen. De grote vraag is of we dit wel willen. Er komt nog iets geheel
anders bij kijken. Kan de mens gevoelens ontwikkelen voor een robot. Uit een
experiment blijkt dat mensen een robot toch als een sociaal wezen zien. Het
komt uit een basaal empatisch niveau. Of een stap verder, kun je zelfs
gevoelens van liefde ontwikkelen voor een robot? De mens en technologie krijgen
steeds hechtere verbanden. De robot wordt steeds meer mens, maar de mens wordt
ook steeds meer robot, met de techniek die in hem wordt geplaatst. Eén van de
belangrijkste vragen blijft welke beslissingen mogen robots zelf maken en welke
beslissingen moeten altijd door een mens genomen blijven worden.
Het is een interessante inleiding die je extra scherp houdt
bij het kijken naar de film, merk ik.
Ergens in de toekomst is er een koude oorlog gaande tussen
Groot Brittannië en China. Machines worden steeds belangrijker. Vincent is een
ingenieur die zich bezig houdt met de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie
in een machine. De techniek moet zelf bewust zijn. Het leger wil dit gebruiken
om het bewind in China aan te pakken. Vincent ziet het echter als een geheime kans
om zijn zieke dochter te helpen. In de jonge Ava wordt een vrouw gevonden die
heel ver is met de ontwikkeling van zelfdenkende technologie. Doel is om
geavanceerde protheses d.m.v. die techniek om te toveren van losse onderdelen
naar een werkend geheel. Maar natuurlijk zijn er geheime agenda’s.
De opbouw van de film is zeer interessant en goed
onderbouwd. Mensen krijgen een gezicht, alsook de robot die wordt gemaakt. Daarnaast
wordt je constant geconfronteerd met vragen en ethische kwesties die verband
houden met wat we in het inleidende praatje hebben gehoord. Zo bestaat er de
mogelijkheid van een hersenimplantaat, waardoor zwaar gewonde militairen weer
kunnen functioneren, maar toch eerder als robot dan als mens. Hoewel ook daar
nog een laag onder zit in de film, die van belang is. Ook komt de kwestie van
het krijgen van gevoelens voor een robot aan de orde. Wat wil je, als die er zo
uit ziet als dit prototype! Maar gelukkig wordt dit nergens ‘cheesy’ en blijft
het realistisch. Ook interessant is de vraag of een zelflerende machine vooraf
geïmplanteerde opdrachten, bevelen, kan gaan negeren door de evolutie die het
doormaakt. Natuurlijk verwacht je actie en die komt er ook, maar dat is niet
het belangrijkste in de film, die trouwens ook nog eens prachtig is vorm
gegeven. De manier waarop de robot vanuit zichzelf oplicht is fenomenaal
gedaan. Dat er links zijn met andere films, zoals Blade Runner met o.a. zijn Voight-Kampff Test en Terminator 3 met de vrouwelijke machine, is
niet erg, omdat deze film een geheel eigen karakter heeft.
Qua spel wil ik zeker Caity Lotz een veer in haar
(kunstmatig intelligente) kont steken. Ze gaat namelijk van innemende vrolijke
wetenschapper, via een robot die een soort kinderlijke kijk op de wereld heeft,
naar een doelmatige vechtmachine. Dat je als kijker gevoelens voor haar krijgt
is niet zo gek. Maar dat je het ook niet fijn vindt als een andere belangrijke
robot het veld moet ruimen deed me stil staan bij waar het hem dan in zit bij
het krijgen van die gevoelens. Volgens mij zit dat ook grotendeels in je besef
van goed versus slecht. Laat die goede robot leven en die slechte mens sterven.
Basale empathie.
Stemoordeel: zeer goed
Geen opmerkingen:
Een reactie posten